Gepubliceerd: 25 mei 2020
Indiener(s): Alexandra van Huffelen (staatssecretaris financiƫn) (D66)
Onderwerpen: financiƫn gezin en kinderen inkomensbeleid sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35468-5.html
ID: 35468-5
Origineel: 35468-2

Nr. 5 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 25 mei 2020

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

In het opschrift wordt «en een vangnetbepaling» vervangen door «, een vangnetbepaling en een grondslag voor een compensatieregeling».

2

In de considerans wordt «voorgedaan» vervangen door «voorgedaan, alsmede dat het wenselijk is een wettelijke delegatiegrondslag voor een compensatieregeling op te nemen».

3

Artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «twee» vervangen door «drie».

2. Er wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 49b. Compensatieregeling

In bij ministeriële regeling aan te wijzen gevallen kan de rijksbelastingdienst in verband met een samenstel van zijn handelingen waarbij sprake is van institutionele vooringenomenheid bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag, bedoeld in de Wet kinderopvang, volgens bij die regeling te stellen regels en binnen bij die regeling te stellen kaders, aan de belanghebbenden compensatie verlenen. Deze compensatie geschiedt in verband met het door die handelingen door die belanghebbenden ondervonden nadeel, voor zover de reguliere bestuursrechtelijke rechtsmiddelen voor 23 oktober 2019 onvoldoende toereikend werden geacht om dit nadeel geheel of gedeeltelijk ongedaan te maken en dit nadeel niet is te wijten aan ernstige onregelmatigheden die aan de belanghebbenden toerekenbaar zijn. Het verlenen van compensatie geschiedt op een door de belanghebbende voor 1 januari 2024 aan de Belastingdienst/Toeslagen gedaan verzoek. De compensatie blijft achterwege voor zover op andere wijze in een vergoeding of tegemoetkoming ter zake is of wordt voorzien. Aan de ministeriële regeling kan terugwerkende kracht worden toegekend.

Toelichting

Deze nota van wijziging hangt samen met de nota van wijziging op het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2021. Als gevolg van de verwachting dat de in het onderhavige wetsvoorstel opgenomen maatregelen eerder in werking zullen treden dan de in eerstgenoemd wetsvoorstel opgenomen maatregelen en vanwege de samenhang van de in het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2021 voorgestelde wettelijke grondslag voor een compensatieregeling betreffende CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken met de voorstellen in het onderhavige wetsvoorstel wordt de betreffende bepaling overgeheveld van het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2021 naar het onderhavige wetsvoorstel. Aangezien inmiddels de invoering van allerlei wet- en regelgeving (met bestuursrechtelijke rechtsmiddelen) in gang is gezet, wordt voorgesteld de tekst van de voorgestelde wettelijke grondslag te verduidelijken in die zin dat het bij «de reguliere bestuursrechtelijke rechtsmiddelen» gaat om de reguliere bestuursrechtelijke rechtsmiddelen die voor 23 oktober 2019 (uitspraken Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State) onvoldoende toereikend werden geacht om het door belanghebbende ondervonden nadeel geheel of gedeeltelijk ongedaan te maken. Daarnaast wordt aangegeven dat een belanghebbende de aanvraag voor compensatie tot 1 januari 2024 bij de Belastingdienst/Toeslagen kan indienen.

Budgettaire gevolgen

De in deze nota van wijziging opgenomen wijziging van het wetsvoorstel heeft geen effect op de dienaangaande eerder in kaart gebrachte budgettaire gevolgen.

Gevolgen voor burgers en bedrijfsleven

De in deze nota van wijziging opgenomen wijziging van het wetsvoorstel heeft geen effect op de dienaangaande eerder in kaart gebrachte administratieve lasten voor bedrijven.

Uitvoeringskosten Belastingdienst

Voor de in deze nota van wijziging opgenomen voorstellen geldt dat de eerder dienaangaande uitgebrachte uitvoeringstoets onverkort van kracht is.

De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen