Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2020
Gelijktijdig met de Nota naar aanleiding van het Verslag1 over het wetsvoorstel Wet hardheidsaanpassing Awir heb ik op 8 juni jl. een conceptversie van de ministeriële verzamelregeling naar uw Kamer verzonden (Bijlage bij Kamerstuk 35 468, nr. 11). De toezegging2 om de definitieve versie van die ministeriële regeling voorafgaand aan de publicatie in de Staatscourant en de uitkomsten van de uitvoeringstoets met uw Kamer te delen doe ik door middel van deze brief gestand3.
De ministeriële verzamelregeling treedt, na publicatie in de Staatscourant, per 1 juli 2020 in werking en verschilt op enkele punten met de conceptversie die ik op 8 juni jl. met uw Kamer heb gedeeld. De volgende maatregelen zijn nog steeds opgenomen in de ministeriële regeling:
– opzet/grove schuld-criterium bij de terugvordering komt te vervallen, waardoor dit criterium niet langer een belemmering is voor het verkrijgen van een persoonlijke betalingsregeling;
– de termijn voor het indienen van een verzoek om een vermogenstoetsuitzondering bij bijzonder vermogen wordt verruimd, zodat burgers hun aanspraak op een toeslag behouden; en
– een tijdelijke vermogenstoetsuitzondering wordt mogelijk gemaakt voor burgers die in aanmerking komen voor de herstelactie kindgebonden budget.
In de conceptversie van 8 juni jl. stonden ook de nadere regels met betrekking tot de hardheidsregeling uitgewerkt. Het is echter niet mogelijk gebleken om de nadere regels in deze verzamelregeling mee te nemen, omdat deze regels pas inwerking kunnen treden nadat het wetsvoorstel Wet hardheidsaanpassing Awir van kracht is. Bovendien wilde ik niet wachten met het nemen van de bovengenoemde maatregelen die de menselijke maat en de dienstverlening binnen het toeslagenstelsel bevorderen. Daarom heb ik besloten om de nadere regels over de hardheidsregeling in een andere ministeriële regeling uit te werken. Ook deze regeling, inclusief uitvoeringstoets, zal ik met uw Kamer delen. Het wetsvoorstel Hardheidsaanpassing Awir zal, na instemming met dit wetsvoorstel door de Eerste Kamer, in het Staatsblad worden gepubliceerd en de dag na die publicatie in werking treden. De ministeriële regeling met de nadere regels voor de hardheidsregeling zal gelijktijdig met het wetsvoorstel Wet hardheidsaanpassing Awir in werking treden. Dit zal naar verwachting begin juli zijn.
Een ander verschil ten opzichte van de conceptversie van 8 juni jl. is dat de ministeriële verzamelregeling is aangevuld met wijzigingen in twee andere uitvoeringsregelingen:
– Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt gewijzigd in verband met de gelijktijdige inwerkingtreding van artikel XXII van de Overige Fiscale Maatregelen 2018 (de vereenvoudiging van het derdenbeslag onder de bank). Uw Kamer heeft reeds kennisgenomen van deze wijzigingen tijdens de voorhangprocedure afgelopen maand; en
– Uitvoeringsregeling verplicht gebruik BSN wordt gewijzigd om het burgerservicenummer te kunnen gebruiken bij toepassing van het hierboven genoemde derdenbeslag.
De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen