Kamerstuk 35300-XV-67

Motie van het lid Bruins c.s. over de verdeling van het resterende bedrag van de bonusregeling beschut werk

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020


100,0 %
0,0 %

PVV

CU

CDA

Van Haga

D66

50PLUS

Van Kooten-Arissen

PvdA

PvdD

DENK

SP

GL

SGP

VVD

FVD


Nr. 67 MOTIE VAN HET LID BRUINS C.S.

Voorgesteld 28 november 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het kader van de invoering van de Participatiewet een tijdelijke bonus van € 3.000 per beschutte werkplek in de periode 2015–2020 beschikbaar is gesteld;

constaterende dat er in de afgelopen jaren sprake is geweest van onderuitputting van de middelen die gereserveerd zijn voor de bonusregeling beschut werk;

constaterende dat in de huidige situatie elk voorjaar het overschot over alle gemeenten verdeeld wordt, ongeacht of ze beschutte werkplekken hebben gerealiseerd, of niet;

overwegende dat het eerlijker en stimulerender is om de gemeenten te belonen die daadwerkelijk hun best hebben gedaan om beschutte werkplekken te realiseren;

verzoekt de regering, het resterende beschikbare bedrag van de bonusregeling beschut werk over het uitvoeringsjaar 2019 in 2020 naar rato te verdelen over de gemeenten die daadwerkelijk beschutte werkplekken gerealiseerd hebben, in plaats van het overschot over alle gemeenten te verdelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Bruins

Nijkerken-de Haan

Peters

Van Weyenberg