Gepubliceerd: 2 september 2019
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: europese zaken internationaal recht staatsrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35272-2.html
ID: 35272-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief aan te passen aan Verordening (EU) nr. 2019/788 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 over het burgerinitiatief (PB L 130/55 van 17.5.2019);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel b, komt te luiden:

b. Verordening:

Verordening (EU) nr. 2019/788 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 over het burgerinitiatief (PB L 130/55 van 17.5.2019).

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt «artikel 6, derde lid,» vervangen door «artikel 11, derde lid,».

2. In onderdeel b wordt «artikel 8, tweede lid,» vervangen door «artikel 12, vierde lid,».

3. In onderdeel c wordt «artikel 8, tweede lid,» vervangen door «artikel 12, vijfde lid,».

C

In artikel 3 wordt «artikel 6, derde lid,» vervangen door «artikel 11, derde lid,».

D

In artikel 4, eerste lid, wordt «artikel 6, derde lid,» vervangen door «artikel 11, derde lid» en wordt «artikel 6» vervangen door «artikel 11».

E

In artikel 5, eerste lid, wordt «artikel 8, tweede lid,» vervangen door «artikel 12, vierde lid,».

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,