Gepubliceerd: 19 december 2018
Indiener(s): Agnes Mulder (CDA)
Onderwerpen: burgerlijk recht recht verkeer water
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35061-5.html
ID: 35061-5

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 19 december 2018

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES en de Wet bestrijding maritieme ongevallen in verband met de schrapping van de beperking van aansprakelijkheid voor vorderingen inzake wrakopruiming (Kamerstuk 35 061). Zij hebben nog enkele nadere vragen.

Algemeen

De leden van de CDA-fractie zijn content met het feit dat Nederland er indertijd voor heeft gekozen een voorbehoud te plaatsen bij de limieten die gesteld zijn in het kader van de zogenaamde Convention on Limitation of Liability for Maritime Claims (LLMC-limieten). Zij menen dat Nederland terecht grenzen aan de omvang van aansprakelijkheid kan stellen en de ruimte heeft om alle limieten op te heffen en volledige aansprakelijkheid mogelijk te maken.

De leden van de CDA-fractie onderschrijven de keuze om voor Bonaire, Sint-Eustatius en Saba eenzelfde wetswijziging door te voeren.

De leden van de CDA-fractie lezen dat in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk ook volledige aansprakelijkheid voor wrakopruiming geldt, terwijl in België en Duitsland een zogenaamd wrakkenfonds bestaat. Deze leden vernemen graag of de herziening van de Belgische regelgeving, die op dit moment wordt herzien, nog een ander licht gaat werpen op deze materie.

De leden van de CDA-fractie constateren dat wordt aangegeven dat er geen aanleiding is om te verwachten dat het wetsvoorstel een negatieve invloed heeft op de concurrentiekracht van het Nederlandse bedrijfsleven of het level playing field tussen reders. Ook lezen deze leden dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen schepen onder Nederlandse of buitenlandse vlag. Graag vernemen zij of die status quo wordt gemonitord en of wijzigingen aan de Kamer worden gemeld.

De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Schuurkamp