Kamerstuk 34910-9

Amendement van het lid Leijten over het met zekerheid vaststellen van de uiteindelijk belanghebbenden

Dossier: Regels met betrekking tot het verlenen van trustdiensten en het toezicht daarop (Wet toezicht trustkantoren 2018)


Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID LEIJTEN

Ontvangen 27 juni 2018

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 25, onderdeel a, vervalt «zoveel mogelijk».

II

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel h, vervalt «zoveel mogelijk».

2. In het derde lid, onderdeel f, vervalt «zoveel mogelijk».

3. In het vierde lid, onderdeel b, onder 2°, vervalt «zoveel als redelijkerwijs mogelijk is».

III

Artikel 28, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel e, onder 2°, vervalt «zoveel mogelijk».

2. In onderdeel h vervalt «zoveel mogelijk».

IV

Artikel 29, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel f, onder 2°, vervalt «zoveel mogelijk».

2. In onderdeel h vervalt «zoveel mogelijk».

V

Artikel 30, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel f, onder 2°, vervalt «zoveel mogelijk».

2. In onderdeel h vervalt «zoveel mogelijk».

Toelichting

Dit amendement zorgt ervoor dat trustdiensten niet verleend mogen worden als de trustdienstaanbieder de identiteit van de uiteindelijk belanghebbende niet kan vaststellen.

Indiener vindt dat trustkantoren, alvorens zij trustdiensten gaan verlenen aan partijen, te allen tijde zekerheid dienen te hebben over de identiteit van de uiteindelijk belanghebbenden en/of de herkomst van het geld. Vanuit verschillende lekken – zoals Luxleak, Panama Papers en de Paradise Papers – hebben aangetoond dat juist onbekendheid een middel is wat personen of organisaties inzetten om te verhullen wie zij zelf zijn en wat het geld in de juridische constructie precies tot doel heeft. Indien deze zekerheid niet kan worden verkregen, is het mogelijk dat de structuur wordt gebruikt voor doeleinden als het verhullen van vermogen, belastingontduiking, witwassen en/of terrorismefinanciering. Het inzetten van een trustkantoor voor belangenbehartiging kan een legitieme reden kennen, maar als deze wordt ingezet om dan wel de herkomst of doel van het geld dan wel de belanghebbende te verhullen, moet dat voorkomen worden. Een trustkantoor mag geen diensten verlenen als niet duidelijk is wie de belanghebbende is en of de herkomst of doel van het geld duidelijk is.

Leijten