Gepubliceerd: 24 november 2016
Indiener(s): Mei Li Vos (PvdA)
Onderwerpen: defensie internationaal ouderen sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34571-4.html
ID: 34571-4

Nr. 4 VERSLAG

Vastgesteld 24 november 2016

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

1. Aanleiding

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel, hiermee wordt een kamerbrede wens ingewilligd om voor oorlogsgetroffenen een uitzondering te maken voor de exportbeperking AOW.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de voorgestelde wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met het vastleggen van het recht op de alleenstaandennorm en de inkomensondersteuning voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen woonachtig in niet-verdragslanden en van overgangsrecht voor de inkomensondersteuning. Zij hebben wel een aantal vragen.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel.

2. Uitzondering exportbeperkingen AOW-pensioen ter hoogte van de alleenstaandennorm en inkomensondersteuning

De leden van de SP-fractie vragen of het juist is dat de voorgestelde wijziging van de wet niets veranderd met betrekking tot het inhouden van loonheffing, waardoor de AOW-gerechtigden in bezet gebied een hoger bruto én nettobedrag krijgen dan AOW-gerechtigden in Nederland? Zo ja, waarom wordt geen aanpassing voorgesteld waardoor het netto bedrag gelijk is aan dat van AOW-gerechtigden die in Israël zelf wonen? Op welke manier verschilt de kwalificatie van onbehoorlijk bestuur die volgens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zou gelden wanneer het betalen van de belastingen gestopt zou worden, met een inkomensachteruitgang tot gevolg van bijvoorbeeld de financiële gevolgen die mensen ondervinden bij het AOW-gat als gevolg van de verhoging van de AOW leeftijd? Hoe kwalificeert de regering deze laatste vorm van bestuur?

Kan de regering aangeven in welke landen en of gebieden de mensen wonen, en hoeveel, die als gevolg van deze wijziging de ongehuwden AOW behouden? Zijn er met deze landen of gebieden belastingverdragen? Zo ja met welke? Wat betekent het ontbreken van een belastingverdrag? Wordt er dan belasting ingehouden in Nederland, zodat de uitkering netto wordt overgemaakt? En zo nee, wat betekent dit voor de hoogte van de netto uitkering in het land of gebied waar de AOW-uitkering wordt ontvangen? Wordt er in de landen of gebieden door dat land of bezettende macht belasting ingehouden? Kan de regering dat per land of gebied uiteenzetten?

Waarom is er niet voor gekozen om de Wet beperking export uitkeringen (BEU) in tact te laten? De regelingen voor oorlogsgetroffenen vullen een verlaging van de AOW uitkering toch tot een bepaald minimum aan?

Hoe wordt gecontroleerd of nog steeds wordt voldaan aan het recht op alleenstaanden-AOW in de niet-verdragslanden? Doet de ambassade dat?

Heeft de voorgestelde wijziging van de wet gevolgen voor de status die door Nederland nu toegekend wordt aan door Israël bezet Palestijns gebied?

Naar aanleiding van de publicaties in NRC en de vragen over de uitvoering van de wet BEU in door Israël bezette gebieden, hebben de leden van de D66-fractie de vraag hoe de AOW in 2017 wordt toegepast op de volgende casussen en wat voor deze casussen de gevolgen zijn van het voorliggende wetsvoorstel:

  • 1. Een oorlogsgetroffene die sinds 1 januari 2000 in door Israël bezet gebied woont.

  • 2. Een niet-oorlogsgetroffene die sinds 1 januari 2000 in door Israël bezet gebied woont.

  • 3. Een oorlogsgetroffene die zich per 1 januari 2017 in door Israël bezet gebied vestigt.

  • 4. Een niet-oorlogsgetroffene die zich per 1 januari 2017 in door Israël bezet gebied vestigt.

De fungerend voorzitter van de commissie, Mei Li Vos

Adjunct-griffier van de commissie, Esmeijer