Kamerstuk 34195-11

Reactie op een vraag van het lid Pieter Heerma, gesteld tijdens het debat op 2 september 2015, over het niet langer nodig zijn dat een medewerker in de kinderopvang die voor verschillende kinderopvangorganisaties gaat werken steeds een actuele verklaring omtrent het gedrag (VOG) op naam van de desbetreffende organisatie zal moeten hebben

Dossier: Wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de totstandkoming van het personenregister kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de mogelijkheid te komen tot meertalige buitenschoolse opvang

Gepubliceerd: 7 september 2015
Indiener(s): Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA)
Onderwerpen: basisonderwijs gezin en kinderen onderwijs en wetenschap sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34195-11.html
ID: 34195-11

Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 september 2015

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet kinderopvang en Kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de totstandkoming van het personenregister kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de mogelijkheid te komen tot meertalige buitenschoolse opvang d.d. 2 september jl. heb ik toegezegd de nog openstaande vraag van de heer Heerma (CDA) voor de stemming schriftelijk te beantwoorden (Handelingen II 2014/15, nr. 107).

Met deze brief reageer ik op de vraag van de heer Heerma of het niet langer nodig zal zijn dat een medewerker in de kinderopvang die voor verschillende kinderopvangorganisaties gaat werken steeds een actuele verklaring omtrent het gedrag (VOG) op naam van de desbetreffende organisatie zal moeten hebben.

Op basis van de huidige Wet kinderopvang moet een medewerker een actuele VOG overleggen aan de houder waarvoor hij werkzaam zal zijn. Wanneer de medewerker vervolgens voor een andere houder gaat werken, zal hij, wanneer de bestaande VOG niet meer voldoende actueel is, een nieuwe VOG moeten aanvragen en overleggen aan die houder. Overigens is hiervoor voor stagiairs en uitzendkrachten in de huidige wet een uitzondering gemaakt. Vanwege het feit dat zij in de praktijk regelmatig wisselen van houder, kunnen zij bij wisseling van houder gebruik maken van de bestaande VOG.

Een groot voordeel van de invoering van het voorgestelde personenregister is dat het niet meer nodig zal zijn om bij wisseling van houder een nieuwe VOG aan te vragen. De medewerker heeft alleen nog een actuele VOG nodig bij de inschrijving in het personenregister en daarna niet meer. Na de inschrijving gaat de continue screening van start. De medewerker is op dat moment gescreend op zijn verleden en wordt gescreend op mogelijke nieuwe strafbare feiten.

Voor de volledigheid herhaal ik dat de medewerker voor zijn inschrijving in het personenregister een actuele onderwijs VOG zal kunnen gebruiken waarmee hij zowel in het onderwijs als in de kinderopvang kan werken.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher