Gepubliceerd: 10 april 2015
Indiener(s): Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen: bestuur de nederlandse antillen en aruba energie natuur en milieu water
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34089-7.html
ID: 34089-7
Origineel: 34089-2

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 10 april 2015

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de komma aan het slot van het tweede lid, onderdeel b, door een punt vervalt onderdeel c.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het derde lid, onderdeel b, door een komma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. het gebruik van materialen en chemicaliën en de wijze van toepassing, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c.

B

Artikel 3.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt «vergunning» vervangen door «aanwijzing».

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de procedure voor het geven van een aanwijzing, de criteria en de inhoud van de aanwijzing en de voorschriften en beperkingen.

C

Artikel 3.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel f, wordt «tien aaneengesloten kalenderdagen» vervangen door: zeven aaneengesloten kalenderdagen.

2. In het vijfde lid, wordt onder verlettering van de onderdelen c tot en met f tot d tot en met g een onderdeel ingevoegd, luidende:

c. het gebruik van materialen en chemicaliën en de wijze van toepassing, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b,.

D

Artikel 3.13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt onder vervanging van de puntkomma door een punt aan het slot een volzin toegevoegd, luidende: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat niet alle eisen op deze productie-installaties van toepassing zijn;

2. In het eerste lid, onderdeel b, komt de slotzin te luiden: Artikel 2.3, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

3. Het tweede lid komt te luiden:

2. De eigenaar van een op het drinkwaternet aangesloten installatie, niet zijnde een woninginstallatie, waarmee aan anderen drinkwater ter beschikking wordt gesteld, draagt er zorg voor dat die installatie geen nadelige gevolgen heeft voor de kwaliteit van het drinkwater en dat de gebruikte materialen en chemicaliën en de wijze van toepassing daarvan geen gevaar voor de volksgezondheid en het milieu veroorzaken. Artikel 2.3, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

E

Artikel 3.14, achtste lid, komt te luiden:

8. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de procedure en de elementen en de wijze van berekening van de tarieven, bedoeld in dit artikel.

F

Artikel 6.13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de procedure voor het verlenen van een ontheffing en de inhoud van de ontheffing.

G

In artikel 7.3 wordt «waarvan de opgetelde amperages van alle fasen groter of gelijk is aan 108 A» vervangen door: met een capaciteit van meer dan 14 kVA.

Toelichting

Deze nota van wijziging strekt tot aanpassing van het voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de productie en de distributie van elektriciteit en drinkwater op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Deze nota van wijziging gaat mede uit van mijn ambtgenote van Infrastructuur en Milieu. De nota van wijziging leidt op een aantal punten tot vereenvoudiging en technische aanpassing van het wetsvoorstel.

De belangrijkste wijzigingen houden in:

  • Er zijn geen verplichte regels meer opgenomen over het gebruik en de wijze van toepassing van materialen en chemicaliën. Hier lijkt vooralsnog geen directe noodzaak voor vanuit het oogpunt van volksgezondheid. De verplichting wordt daarom facultatief.

  • Harmonisatie van procedurele regels ten aanzien van vergunningen, aanwijzingen en ontheffingen (rechtszekerheid; transparantie);

  • De mogelijkheid tot een vereenvoudigd regime voor de kwaliteit van het drinkwater bij installaties als bedoeld in art. 3.13, eerste lid (eigen producent);

  • De verduidelijking en nuancering van de verplichtingen voor de beheerder van een collectief leidingnet (installatie als bedoeld in art. 3.13, tweede lid). Zijn verantwoordelijkheid wordt beperkt tot hetgeen in zijn macht ligt, te weten dat zijn leidingnet geen nadelige gevolgen heeft voor de kwaliteit van het drinkwater aan het tappunt.

Onderdeel A (wijziging artikel 2.3)

Artikel 2.3, eerste lid, onder c, bevat een zorgplicht ten aanzien van het gebruik van materialen en chemicaliën en de wijze van toepassing. Deze mogen geen gevaar voor de volksgezondheid en het milieu veroorzaken. De wijziging leidt ertoe dat niet langer een verplichting geldt om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels te stellen met betrekking tot die zorgplicht (de bij de productie gebruikte materialen en chemicaliën en de wijze van toepassing). Hiervoor lijkt vanuit het oogpunt van volksgezondheid vooralsnog geen directe noodzaak. De verplichting wordt daarom facultatief. Daartoe vervalt onderdeel c in het eerste lid (onderdeel 1) en wordt een nieuw onderdeel c in het derde lid ingevoegd met de facultatieve grondslag (onderdeel 2).

Onderdeel B (wijziging artikel 3.2)

Onderdeel B omvat twee wijzigingen van artikel 3.2. De eerste wijziging leidt tot vervanging van het in dat lid gebruikte woord «vergunning» door: aanwijzing. De tweede wijziging voegt een vijfde lid in. Op grond van dat lid kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld over het verlenen, wijzigen of intrekken van een aanwijzing voor een distributeur. Ook voor de ontheffingverlening ex artikel 6.13 wordt voorzien in een dergelijke grondslag (zie onderdeel F).

Onderdeel C (wijziging artikel 3.5)

Gebleken is dat aan de in artikel 3.5, eerste lid, onder f, van het wetsvoorstel opgenomen verplichting voor de distributeur om een voorraad drinkwater van tenminste tien aaneengesloten kalenderdagen voor zijn verzorgingsgebied aan te houden niet geheel kan worden voldaan in verband met de bestaande opslagcapaciteit op de BES. Een minimum van zeven dagen wordt haalbaar en ook wenselijk geacht. Dit geeft nog voldoende respijt bij substantiële verstoringen.

In het vijfde lid van artikel 3.5 ontbrak een grondslag tot het kunnen stellen van nadere regels over het gebruik van materialen en chemicaliën en de wijze van toepassing, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, van dat artikel. De wijziging voorziet hierin, zodat voor een distributeur hetzelfde regime als voor een producent gaat gelden (artikel 2.3). Het gaat ook hier om een bevoegdheid, waarvan alleen gebruik zal worden gemaakt indien vereist in het belang van de volksgezondheid. Hier lijkt vooralsnog geen aanleiding voor. Daartoe wordt een nieuw onderdeel c ingevoegd, onder verlettering van de onderdelen c tot en met f (oud) tot d tot en met g (nieuw).

Onderdeel D (wijziging artikel 3.13)

De wijziging onder 1 leidt tot de mogelijkheid om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen dat niet alle kwaliteitseisen van artikel 2.3, tweede lid, onder a en b, onverkort van toepassing zijn op installaties als bedoeld in artikel 3.13, eerste lid. Voor een eigenaar van een kleine watervoorziening als bedoeld in het eerste lid is het wenselijk dat bijvoorbeeld niet het meetprogramma onverkort van toepassing is.

De wijziging onder 2 leidt tot een facultatieve bevoegdheid tot het stellen van regels met betrekking tot materialen en chemicaliën en de toepassing daarvan. Daarmee ontstaat eenzelfde regime voor producenten en distributeurs. Vooralsnog wordt van de bevoegdheid geen gebruik gemaakt omdat daar vanuit het oogpunt van volksgezondheid niet direct redenen voor aanwezig zijn.

De wijziging onder 3 leidt tot aanpassing van artikel 3.13, tweede lid, van het wetsvoorstel. In de huidige redactie zijn de kwaliteitseisen van het eerste lid en daarmee samenhangende overige eisen voor de producent of distributeur, zoals kwaliteitsborging en meetverplichtingen, onverkort van toepassing op de eigenaar van een leidingnet, dat is aangesloten op het distributienet voor drinkwater en waarmee drinkwater aan anderen ter beschikking wordt gesteld (collectief leidingnet). Dit gaat verder dan bedoeld, omdat deze eigenaar niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor de kwaliteit van het drinkwater, voor zover dat buiten zijn macht ligt. De distributeur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het drinkwater op het leveringspunt. De eigenaar van het leidingnet is er vervolgens voor verantwoordelijk dat zijn leidingnet geen nadelige gevolgen heeft voor de kwaliteit van het drinkwater aan het tappunt en dat de gebruikte materialen en (eventueel) chemicaliën geen gevaar voor de volksgezondheid en het milieu veroorzaken. Eventueel krachtens artikel 2.3, derde lid, gestelde eisen ten aanzien van materialen en chemicaliën zijn van overeenkomstige toepassing.

Onderdeel E (wijziging artikel 3.14)

Dit onderdeel brengt de delegatiegrondslag van artikel 3.14 in overeenstemming met die van artikel 2.5. In de ministeriële regeling worden eveneens nadere regels gesteld over de inhoud van de methode tot regulering.

Onderdeel F (wijziging artikel 6.13)

Deze wijziging is van technische aard en sluit aan bij de wijziging ingevolge onderdeel B (artikel 3.2).

Onderdeel G (wijziging artikel 7.3)

In Europees Nederland volstaat het gewoonlijk om van kleinere aansluitingen de capaciteit uit te drukken in de stroomsterkte, het maximale aantal Ampères. Het spanningsniveau is immers 220 V. In Caribisch Nederland worden echter de kleinere aansluitingen op verschillende spanningsniveaus aangesloten, ook wel uitgedrukt als het aantal fasen. Hierom is het nodig de capaciteit van een aansluiting uit te drukken in het product van stroomsterkte (uitgedrukt in Ampères) en spanningsniveau (uitgedrukt in Volt). Dit resulteert in een beschrijving van de capaciteitsgrens in (kilo)Voltampères.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp