Kamerstuk 33841-28

Amendement van het lid Otwin van Dijk over een meet- en weetplicht voor gemeenten

Dossier: Regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015)


Nr. 28 AMENDEMENT VAN HET LID OTWIN VAN DIJK

Ontvangen 10 maart 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan artikel 2.1.2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. In het plan wordt aangegeven welke resultaten het gemeentebestuur in de door het plan bestreken periode wenst te behalen, welke criteria worden gehanteerd om te meten hoe deze resultaten zijn behaald en welke outcomecriteria worden gehanteerd ten aanzien van aanbieders.

II

Na artikel 2.5.2. wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.5.3

Het college rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad welke resultaten in het betreffende jaar zijn behaald op basis van de in het plan, bedoeld in artikel 2.1.2, zesde lid, gestelde resultaten en hierbij uitgaande van de in het plan aangegeven criteria om resultaten te meten en de ten aanzien van aanbieders gehanteerde outcomecriteria.

Toelichting

Dit amendement regelt een meet-en weetplicht voor gemeenten.

Met dit amendement wordt beoogd om in het op te stellen beleidsplan te borgen dat wordt vastgesteld welke resultaten er gewenst worden te halen, hoe resultaten gemeten worden en welke outcomecriteria gehanteerd zullen worden ten aanzien van aanbieders. Met de term outcomecriteria wordt hierbij gedoeld op een systematische wijze van gebruik van gegevens om de resultaten van een activiteit of instelling in termen van doelrealisatie inzichtelijk te maken. De aanbieders moeten verantwoorde hulp verlenen, waaronder wordt verstaan hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de cliënt. Om deze verantwoorde hulp te kunnen verlenen, is het van belang dat gemeenten met aanbieders van maatschappelijke ondersteuning afspraken maken over het hanteren van outcomecriteria. Op deze manier wordt er gestuurd op effectiviteit en kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning naast prijs.

Ook wordt geborgd dat het college, naast de publicatie van cliëntervaringen op grond van artikel 2.5.1, rapporteert aan de gemeenteraad over de mate waarin vooraf gewenste resultaten daadwerkelijk behaald zijn.

O. van Dijk