Kamerstuk 33841-26

Amendement van de leden Van der Staaij en Otwin van Dijk over het bieden van ondersteuning aan mantelzorgers

Dossier: Regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015)


Nr. 26 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER STAAIJ EN OTWIN VAN DIJK

Ontvangen 6 maart 2014

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel 1.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan de definitie van «maatwerkvoorziening» wordt in de aanhef, na de zinsnede «van een persoon» een zinsnede toegevoegd, luidende: en diens mantelzorgers

2. De definitie van «mantelzorg» komt als volgt te luiden:

mantelzorg:

langdurige of intensieve hulp, of een combinatie daarvan, aan een hulpbehoevende persoon ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp of het opvoeden en opgroeien van jeugdigen, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep;

II

Aan artikel 1.2.1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. ondersteuning aan een mantelzorger, als onderdeel van een voorziening aan een hulpbehoevende persoon, te verstrekken door het college van de gemeente waarvan een hulpbehoevende persoon ingezetene is, voor zover hij de mantelzorg niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk, dan wel met gebruikmaking van algemene maatregelen en algemene voorzieningen kan bieden.

III

Artikel 2.3.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het tweede lid, onderdeel b, wordt, na de zinsnede «de mogelijkheden» een zinsnede toegevoegd, luidende: van de cliënt.

2. Aan het tweede lid, onderdeel c, wordt, de zinsnede «uit zijn sociale netwerk» vervangen door: uit het sociale netwerk van de cliënt.

3. Aan het tweede lid wordt, na onderdeel c een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • ca. de behoefte aan ondersteuning van een mantelzorger van de cliënt, voor zover hij de mantelzorg niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk, dan wel met gebruikmaking van algemene maatregelen en algemene voorzieningen kan bieden;.

4. Aan het tweede lid, onderdeel d, wordt, na de zinsnede «de mogelijkheden» een zinsnede toegevoegd, luidende: van de cliënt.

5. Aan het tweede lid, onderdeel d, wordt, na de zinsnede «de mogelijkheden» een zinsnede toegevoegd, luidende: van de cliënt.

6. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. Het college verstrekt de cliënt en diens mantelzorgers een weergave van de uitkomsten van het onderzoek, tenzij de cliënt of diens mantelzorgers hebben medegedeeld dit niet te wensen.

IV

Artikel 2.3.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. van een mantelzorger van een ingezetene van de gemeente om een maatwerkvoorziening, als onderdeel van een voorziening van de ingezetene van de gemeente, ten behoeve van de mantelzorg.

2. Na het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4a. Indien de mantelzorger naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk, dan wel met gebruikmaking van algemene maatregelen en algemene voorzieningen in staat is de mantelzorg te blijven verrichten, beslist het college tot verstrekking van een maatwerkvoorziening als onderdeel van de voorziening van een ingezetene van de gemeente. De maatwerkvoorziening levert een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de mantelzorger in staat wordt gesteld de mantelzorg te blijven verrichten.

3. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt na «cliënt» een zinsnede toegevoegd: en diens mantelzorgers

2. In onderdeel b wordt na «Zorgverzekeringswet» een zinsnede toegevoegd, luidende:, waaronder begrepen eventuele ondersteuning van mantelzorgers.

V

Na artikel 6.36 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6.37

De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • z. mantelzorger: persoon die langdurige of intensieve hulp, of een combinatie daarvan verleent aan een hulpbehoevende persoon in verband met zorg waarop aanspraak bestaat op grond van deze wet, waarbij de hulp rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie, en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.

B

Aan artikel 10 wordt, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • i. ondersteuning ter ontlasting van een mantelzorger van een verzekeringsplichtige, in verband met het ontvangen van zorg of diensten als bedoeld in de onderdelen a tot en met g, voor zover een mantelzorger de hulp niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk, dan wel met gebruikmaking van algemene maatregelen en algemene voorzieningen als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 kan bieden.

Toelichting

Als gevolg van de hervorming van de langdurige zorg zal er naar verwachting een groter beroep worden gedaan op mantelzorgers. Om mantelzorgers in staat te stellen de hulp aan een hulpbehoevende persoon langer vol te houden, wordt met dit amendement uitvoering gegeven aan motie-Van der Staaij, Van ’t Wout, Otwin van Dijk, Bergkamp en Dik-Faber (33 750 XVI, nr. 44) om niet alleen maatwerk te bieden aan de cliënt, maar ook aan diens mantelzorgers. Hiermee kan de vraag naar professionele vormen van zorg en ondersteuning afnemen of worden uitgesteld.

Definitie mantelzorg

Dit amendement verbetert in de eerste plaats de definitie van mantelzorg.

De toevoeging «langdurige of intensieve hulp, of een combinatie daarvan» verheldert dat het bij mantelzorg niet slechts om gebruikelijke hulp gaat, maar om langdurige en/of intensieve hulp die de gebruikelijke hulp overstijgt.

Met de voorgestelde toevoeging dat het ook gaat om hulp ten behoeve van jeugdhulp, wordt verhelderd dat de gemeente integraal verantwoordelijk is voor ondersteuning van mantelzorgers op alle gebieden waar de gemeente een wettelijke taak heeft.

Ondersteuning mantelzorgers op maat in het gemeentelijk domein

Met de voorgestelde wijzigingen in de artikelen 1.1.1 en 1.2.1 wordt een expliciete rechtsbasis gecreëerd om mantelzorgers zoveel als nodig en op basis van maatwerk te ondersteunen (MvT, p. 40). Met de gewijzigde definitie van «maatwerkvoorziening» wordt duidelijk dat een eventuele maatwerkvoorziening aan mantelzorgers onderdeel uitmaakt van de voorziening aan een hulpbehoevende persoon.

Ook verbetert het amendement de positie van de mantelzorger in het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2. Het college krijgt niet slechts de opdracht om de mogelijkheden van de mantelzorger, maar ook de grenzen aan de belastbaarheid en de ondersteuningsbehoeften van de mantelzorger in kaart te brengen.

Als uit onderzoek blijkt dat een mantelzorger behoefte heeft aan ondersteuning bij het verlenen van de mantelzorg, kunnen de cliënt en de mantelzorger op basis van artikel 2.3.5 bij het college van de gemeente waarvan een hulpbehoevende persoon ingezetene is een verzoek indienen voor een passende bijdrage. Door in het algemeen te spreken over «een voorziening aan een hulpbehoevende persoon» wordt duidelijk dat het hier ook kan gaan om ondersteuning van mantelzorgers die iemand helpen in het kader van andere wetten binnen het sociale domein van de gemeente.

Ondersteuning mantelzorgers op maat door verzekeraars

De indieners vinden het van groot belang dat ook mantelzorgers met zware zorgtaken die vallen onder de verantwoordelijkheid van verzekeraars, zoals verpleging, verzorging of geestelijke gezondheidszorg, in aanmerking komen voor noodzakelijke ondersteuning. Daarom maakt dit amendement zorgverzekeraars verantwoordelijk voor de ondersteuning van mantelzorgers in het kader van de Zorgverzekeringswet. De indieners kiezen er niet voor om gemeenten hiervoor ook verantwoordelijk te maken, omdat de ondersteuning meestal niet los gezien kan worden van de zorginhoudelijke behoefte van de zorgvrager.

De indieners gaan ervan uit dat de regering, zoals is beschreven in de Memorie van Toelichting, de ondersteuning van mantelzorg die op basis van de Wlz plaatsvindt regelt in het aangekondigde wetsvoorstel.

De inhoud van de ondersteuning

Conform de gedachte van de Wmo 2015 wordt met de gehanteerde formuleringen duidelijk gemaakt dat gemeenten en verzekeraars redelijkerwijs mogen uitgaan van wat de mantelzorger en diens sociale netwerk zelf kunnen organiseren, al dan niet met gebruikmaking van algemene maatregelen en voorzieningen, om overbelasting te voorkomen. Voor het organiseren van de eventuele ondersteuning op maat krijgen gemeenten en verzekeraars veel beleidsvrijheid.

Er zijn ook mantelzorgers die een hulpbehoevende persoon ondersteunen die gelijktijdig gebruik maken van ondersteuning vanuit de gemeente en zorg vanuit de Zorgverzekeringswet. In dat geval is het belangrijk dat gemeenten en verzekeraars de eventuele maatwerkvoorziening afstemmen. Dit wordt geregeld door de voorgestelde wijzigingen in artikel 2.3.5, vijfde lid.

Van der Staaij Otwin van Dijk