Kamerstuk 33841-140

Gewijzigd amendement van de leden Siderius en Van Gerven ter vervanging van nr. 32 dat regelt dat zorgvragers geen eigen bijdrage hoeven te betalen voor zorg en voorzieningen op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Dossier: Regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015)


Nr. 140 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN SIDERIUS EN VAN GERVEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 32

Ontvangen 23 april 2014

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel 1.1.1 vervalt: – CAK: het CAK, genoemd in artikel 48, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;.

II

Artikel 2.1.4 komt te luiden:

Artikel 2.1.4

  • 1. Bij verordening kan worden bepaald dat een huiseigenaar een bijdrage in de kosten is verschuldigd voor een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget van een cliënt, indien de maatwerkvoorziening of het persoonsgebonden budget is verstrekt ten behoeve van een woningaanpassing van de woning van de huiseigenaar en deze woningaanpassing leidt tot een waardevermeerdering van die woning.

  • 2. In de verordening kan worden bepaald dat:

    • a. voor personen, behorende tot daarbij omschreven groepen, een daarbij aangegeven korting op de bijdrage van toepassing is;

    • b. de bijdrage afhankelijk is van het inkomen en vermogen van de huiseigenaar en zijn echtgenoot;

    • c. indien de woningaanpassing wordt uitgevoerd ten behoeve van een huurder, de huiseigenaar de door hem verschuldigde bijdrage aan de huurder kan doorberekenen in de huurprijs.

  • 3. Het totaal van de bijdragen alsmede de doorberekening, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, gaat de kostprijs niet te boven. In de verordening wordt bepaald op welke wijze de kostprijs wordt berekend.

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de bijdragen, waaronder regels over:

    • a. de wijze waarop de waardevermeerdering van de woning, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld;

    • b. de wijze waarop het inkomen en vermogen bij de vaststelling worden betrokken;

    • c. de termijn waarbinnen de verschuldigde bijdrage moet zijn voldaan;

    • d. de wijze van invordering;

    • e. de wijze van doorberekening door de huiseigenaar aan de huurder ten behoeve van wie de woningaanpassing is uitgevoerd; en

    • f. de uitzonderingsgronden voor het verschuldigd zijn van een bijdrage.

  • 5. Indien meer dan één persoon een bijdrage is verschuldigd, is ieder der bijdrageplichtigen de bijdrage verschuldigd, met dien verstande dat indien de een heeft betaald, de ander is bevrijd.

III

Artikel 2.1.5 vervalt.

IV

In artikel 4.1.1, eerste lid, vervallen «4.2.3,» en «2.1.5,».

V

Artikel 4.1.2 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid vervalt onderdeel b.

2. In het tweede lid vervalt onderdeel b.

VI

Artikel 4.1.3 vervalt.

VII

Artikel 4.2.1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, onderdeel a, vervalt «, 4.2.3».

2. In het tweede lid vervalt onderdeel b.

VIII

Artikel 4.2.2 wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a vervalt «2.1.4, 2.1.5,».

2. Onderdeel b vervalt.

IX

Artikel 4.2.3 vervalt.

X

Artikel 4.2.4 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid vervalt.

2. In het tweede en derde lid vervalt «2.1.4, 2.1.5,»

XI

In artikel 4.2.9 vervalt «het CAK, een andere instantie als bedoeld in artikel 2.1.4, zevende lid,».

XII

In artikel 4.3.2, eerste lid, komt «het CAK en een andere instantie als bedoeld in artikel 2.1.4, zevende lid,» te vervallen.

XIII

Artikel 4.3.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt «het CAK en een andere instantie als bedoeld in artikel 2.1.4, zevende lid, de Sociale verzekeringsbank,» te vervallen.

2. In het derde lid komt «het CAK en een andere instantie als bedoeld in artikel 2.1.4, zevende lid, de Sociale verzekeringsbank,» te vervallen.

XIV

In artikel 4.3.4, eerste lid, komt «het CAK en een andere instantie als bedoeld in artikel 2.1.4, zevende lid, de Sociale verzekeringsbank,» te vervallen.

XV

Artikel 6.23 komt te luiden:

Artikel 6.23

In artikel 49, onderdeel b, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten komt «de vaststelling en inning van de eigen bijdragen, bedoeld in artikel 16 van de Wet maatschappelijke ondersteuning alsmede» te vervallen.

XVI

Artikel 6.28 komt als volgt te luiden:

Artikel 6.28

Aan artikel 2 van de Wet marktordening gezondheidszorg wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Deze wet niet is van toepassing op:

    • a. aanbieders als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

    • b. derden van wie een cliënt, aan wie een persoongebonden budget in de zin van die wet is verstrekt, de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren betrekt.

XVII

In artikel 7.3, zesde lid, komt de tweede volzin te luiden: Artikel 2.3.8 is van overeenkomstige toepassing.

XVIII

In artikel 7.7, eerste lid, vervalt «2.1.5,».

Toelichting

Siderius Van Gerven