Kamerstuk 33182-32

Gewijzigd amendement van het lid Van Weyenberg ter vervanging van nr. 31 over het schrappen van een onderdeel van het voorgestelde artikel 105, derde lid, Pensioenwet dat minderheden in hun rechten beknot

Dossier: Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met versterking van het bestuur bij pensioenfondsen en enige andere wijzigingen (Wet versterking bestuur pensioenfondsen)

Gepubliceerd: 17 mei 2013
Indiener(s): Steven van Weyenberg (D66)
Onderwerpen: ouderen sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33182-32.html
ID: 33182-32
Origineel: 33182-31

14,0 %
86,0 %

PvdA

PVV

D66

SP

SGP

50PLUS

CU

VVD

CDA

GL

PvdD


Nr. 32 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN WEYENBERG TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 31

Ontvangen 17 mei 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel D, vervalt in artikel 105, derde lid: krachtens een bestuursbesluit, waarbij ten minste één vierde van de bestuurders zich daarvoor heeft uitgesproken,.

II

In artikel II, onderdeel C, vervalt in artikel 110b, derde lid: krachtens een bestuursbesluit, waarbij ten minste één vierde van de bestuurders zich daarvoor heeft uitgesproken,.

Toelichting

In artikel I, onderdeel D, respectievelijk artikel II, onderdeel C, van het voorliggende wetsvoorstel worden in artikel 105, derde lid, respectievelijk artikel 110b, derde lid, bestuursleden van minderheden in hun rechten beknot. Besturen zijn doorgaans klein. Verschillende groepen hebben vaak maar één zetel in het bestuur. Zo'n minderheid kan de groep pensioengerechtigden zijn, maar bijvoorbeeld ook jongere of oudere werknemers, of vrouwen. Het mag niet zo zijn dat een dergelijke meerderheid een minderheid beknot in diens mogelijkheden. Dat is per definitie onevenwichtig. Iedere minderheid moet zich kunnen laten bijstaan door een deskundige. Uiteraard binnen redelijke grenzen. Daarom schrapt dit amendement de beperking dat «krachtens een bestuursbesluit, waarbij ten minste één vierde van de bestuurders zich daarvoor heeft uitgesproken».

Van Weyenberg