Nr. 15 AMENDEMENT VAN HET LID KARABULUT

Ontvangen 12 april 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel A, artikel zes, tweede lid, onderdeel b, komt als volgt te luiden:

  • b. Er wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. dienstbetrekking: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking.

II

Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede onderdeel vervalt.

2. In het derde onderdeel vervalt de zinsnede « en behoren tot de doelgroep loondispensatie».

III

Artikel I, onderdeel F, vervalt.

IV

Artikel I, onderdeel L, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «worden twee artikelen» vervangen door: wordt een artikel.

  • 2. Het artikel 78# overgangsrecht loondispensatie vervalt.

V

Artikel IV, onderdeel D, artikel 3a, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt de zinsnede «en het feit, dat die persoon tot de doelgroep loondispensatie behoort of een andere structurele functionele beperkingen heeft» vervangen door: en het feit dat die persoon een structurele functionele beperking heeft.

2. In onderdeel c vervalt de zinsnede « of die behoort tot de doelgroep loondispensatie in de zin van de Wet werken naar vermogen».

VI

In artikel VI, onderdeel C, tweede onderdeel, vervalt de zinsnede « die behoort tot de doelgroep loondispensatie, bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdeel e, van die wet dan wel».

VII

Artikel VIII, onderdeel H, eerste onderdeel, onder b, vervalt «,10b tot en met 10e».

Toelichting

Dit amendement schrapt het instrument loondispensatie uit de wet Werken naar Vermogen. Werken onder het minimumloon is onverstandig, onwenselijk en discriminerend. Het instrument breekt het perspectief op een betere onafhankelijke toekomst voor mensen met een beperking tot op de grond toe af. De indiener is van mening dat voor mensen die naar vermogen werken, het wettelijk minimumloon het uitgangspunt hoort te zijn als beloning van de door hen verrichte arbeid. Het minimumloon is niet voor niets als bodem voor de CAO-lonen geïntroduceerd. Die bodem moet niet weggeslagen worden door werken onder het minimumloon te legaliseren middels introductie van het instrument loondispensatie zonder garantie op aanvulling tot het wettelijk minimumloon. Ook mensen met een arbeidsbeperking die naar vermogen werken moeten economisch zelfstandig kunnen worden en een gelijkwaardige positie op de arbeidsmarkt krijgen als mensen zonder beperking. Werken onder het minimumloon middels loondispensatie vormt daarvoor een grote belemmering. Het loon is ontoereikend om van rond te kunnen komen, mensen kunnen geen of weinig pensioen opbouwen en moeten hun hand blijven ophouden bij de sociale dienst. Mensen met een arbeidsbeperking kunnen niet volwaardig participeren, ook al doen zij hun stinkende best. De Nederlandse overheid moet mensen met een beperking op deze wijze niet willen discrimineren. Werken onder het minimumloon resulteert in meer werkende armen en een groter beslag op andere overheidsuitgaven terwijl het officiële kabinetsbeleid dit juist wil terugdringen. Bovendien blijkt dat werkgevers en werknemers zeer kritisch zijn over het instrument loondispensatie. De experimenten met werken onder het minimumloon hebben vooral bedroevende resultaten opgeleverd zonder noemenswaardige duurzame arbeidscontracten. Tot slot zorgt loondispensatie voor verdringing en nog meer concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Het zet de CAO’s onder druk en ondermijnt verworven rechten, zoals het wettelijk minimumloon.

Karabulut