Nr. 19 MOTIE VAN HET LID VAN VELDHOVEN C.S.

Voorgesteld 26 januari 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat Nederland conform de EU-richtlijn ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen een doelstelling heeft om per 2020 10% van zijn energie in het vervoer te behalen uit hernieuwbare bronnen;

overwegende, dat zowel de commissie Duurzaamheidsvraagstukken als het Planbureau voor de Leefomgeving vraagtekens heeft geplaatst bij de duurzaamheid van veel van de eerstegeneratiebiobrandstoffen;

van mening, dat het van groot belang is om alternatieven voor eerstegeneratiebiobrandstoffen te stimuleren zoals elektrisch rijden, groen gas, en biobrandstoffen op basis van reststromen;

verzoekt de regering voor de zomer in overleg met de commissie-Corbey te komen met een indeling van beschikbare technologieën in eerste, tweede en verdere generaties biobrandstoffen en een oordeel te geven over de duurzaamheid daarvan, om duidelijkheid te scheppen voor de markt over het onderscheid daartussen;

verzoekt de regering tevens in haar beleid ernaar te streven om de verplichting voor hernieuwbare energie in het vervoer in 2020 volledig te voorzien uit alternatieven voor niet-duurzame biobrandstoffen van de eerste generatie en ervoor te zorgen dat in dat jaar minimaal 75% van de verplichting uit dergelijke alternatieven wordt ingevuld;

verzoekt de regering tevens in de jaren tussen nu en 2020 specifiek te benoemen welk aandeel van de energie in het vervoer uit alternatieven voor de eerstegeneratiebiobrandstoffen zij nastreeft en de Kamer te informeren over het aandeel dat deze alternatieven in die jaren vertegenwoordigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Veldhoven

Van den Berge

Samsom