Kamerstuk 32211-51

Amendement van de leden Van der Staaij en Agema ter vervanging van nr. 11 over het niet-uitputtend specificeren van de weigeringsgrond voor de verlening van een vergunning van een exploitant of beheerder van een seksinrichting vanwege slecht levensgedrag

Dossier: Regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche)


Nr. 51 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER STAAIJ EN AGEMA TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 111

Ontvangen 17 maart 2011

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel 14, eerste lid, komt onderdeel c als volgt te luiden:

  • c. de exploitant of de beheerder is veroordeeld voor een gewelds- of zedendelict of voor mensenhandel, of in enig ander opzicht van slecht levensgedrag is;

Toelichting

Dit amendement betreft een niet-uitputtende specificering van de weigeringsgrond voor de verlening van een vergunning van een exploitant of beheerder van een seksinrichting vanwege slecht levensgedrag. Hiermee wordt buiten twijfel gesteld dat nooit een vergunning voor een seksbedrijf kan worden gegeven na een strafrechtelijke veroordeling voor een gewelds- of zedendelict of het delict van mensenhandel.

Indien een exploitant of beheerder voor een dergelijk delict wordt veroordeeld nadat er een vergunning is afgegeven, volgt uit artikel 17, onderdeel e, automatisch dat de vergunning wordt ingetrokken.

Van der Staaij

Agema