Gepubliceerd: 31 mei 2011
Indiener(s): Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA)
Onderwerpen: onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32193-8.html
ID: 32193-8
Origineel: 32193-2

Nr. 8 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 1 juni 2011

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

2. In onderdeel d, onder 1, wordt «– Wet op de erkende onderwijsinstellingen, of» vervangen door:

  • Wet medezeggenschap op scholen,

  • Wet overige OCW-subsidies,

  • Wet op de erkende onderwijsinstellingen, of.

3. Onderdeel m vervalt onder verlettering van onderdeel n tot onderdeel m.

B

In artikel I, onderdeel B, worden in artikel 3, tweede lid, de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Onderdeel a wordt vervangen door:

a. het beoordelen en bevorderen van de kwaliteit van het onderwijs, daaronder begrepen de kwaliteit van het onderwijspersoneel, aan instellingen als bedoeld in de onderwijswetten met uitzondering van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, het beoordelen en bevorderen van de kwaliteit van de uitoefening van de taken van de regionale expertisecentra en de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven, en het beoordelen van de kwaliteitsvoorwaarden van de voorschoolse educatie op peuterspeelzalen en kindercentra, bedoeld in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen,.

2. Onderdeel e wordt vervangen door:

e. het beoordelen en bevorderen van de rechtmatigheid en de doeltreffendheid van de uitoefening van de taken, opgedragen aan het college van burgemeester en wethouders bij of krachtens hoofdstuk 1, afdelingen 3 en 6 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, met uitzondering van de bij of krachtens artikel 1.50b vastgestelde bepalingen omtrent de kwaliteit van voorschoolse educatie,.

C

In artikel I, onderdeel E, wordt in artikel 10, tweede lid, «de hoofdstukken 3 en 6 van de Wet kinderopvang» vervangen door: hoofdstuk 1, afdelingen 3 en 6 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

D

In artikel I wordt na onderdeel J een nieuw onderdeel ingevoegd, luidend:

Ja

In artikel 15i, eerste lid, aanhef, en het vijfde lid, wordt «artikel 15f» telkens vervangen door: artikel 15h.

E

In artikel I, onderdeel K, worden de artikelen 15g, 15h en 15i vernummerd tot respectievelijk 15l, 15m en 15n, en vervalt in artikel 15n (nieuw), vierde lid, na «een onderzoek» de komma.

F

Artikel I, onderdeel N, komt te luiden:

N

Artikel 23, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

2. Er wordt een zin toegevoegd, luidende: De benoeming geschiedt voor de tijd van ten hoogste vier jaar.

G

Artikel I, onderdeel O, komt te luiden:

O

In artikel 24, tweede lid, eerste volzin, wordt voor «drie leden» ingevoegd «ten minste» en wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Toelichting

Deze nota van wijziging wordt ingediend mede namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

De wijziging in onderdelen A, F en G houden verband met de overgang van het voormalige Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit naar het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

De wijzigingen in de onderdelen B en C betreffen technische aanpassingen in verband met de inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid (Stb. 2010, 296).

De onderdelen D en E hebben betrekking op technische aanpassingen in verband met onjuiste vernummering van artikelen.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart