Ontvangen 18 januari 2011
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel II, onderdeel G komt te luiden:
G
In artikel 75 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. In het tweede lid vervalt aan het slot van onderdeel e het woord «of», wordt onderdeel f vernummerd tot onderdeel h, en worden twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:
f. sprake is van voor bekostiging in aanmerking brengen van een samenwerkingsschool met inachtneming van artikel 28g,
g. sprake is van stichting van scholen die overeenkomen met de scholen waaruit een opgeheven samenwerkingsschool is ontstaan, of.
2. In het derde lid wordt de zinsnede «uitbreiding als bedoeld in het tweede lid, onder f» vervangen door: uitbreiding als bedoeld in het tweede lid, onder h.
3. Aan het derde lid worden twee volzinnen toegevoegd, luidende: Indien sprake is van een situatie als bedoeld in het tweede lid, onder f, willigt Onze minister het verzoek slechts in indien de school bij toepassing van artikel 83, eerste en derde lid, op grond van het eerste lid van dat artikel in een door provinciale staten of Onze minister vast te stellen plan van nieuwe scholen zou worden opgenomen, met dien verstande dat daarbij de leerlingaantallen als bedoeld in artikel 147 en artikel 148 worden toegepast. Indien sprake is van een situatie als bedoeld in het tweede lid, onder g, willigt Onze minister het verzoek slechts in indien de school bij toepassing van artikel 83, eerste, tweede en derde lid, op grond van het eerste dan wel het tweede lid van dat artikel in een door provinciale staten of Onze minister vast te stellen plan van nieuwe scholen zou worden opgenomen.
Met deze nota van wijziging wordt een kleine technische omissie in het wetsvoorstel hersteld. Volgens de memorie van toelichting wordt artikel 75 van de WEC aangepast omdat ook onder de WEC het ontstaan van samenwerkingsscholen mogelijk moet zijn. In het wetsvoorstel zelf is echter verzuimd om deze toetsing (aan de opheffingsnormen) te regelen. Daartoe moet een nieuwe volzin aan artikel 75, derde lid, WEC worden toegevoegd.
Ook is in de memorie aangegeven dat in het wetsvoorstel een voorziening is opgenomen voor het geval een samenwerkingsschool weer wordt opgeheven waardoor de oorspronkelijke scholen weer als afzonderlijke scholen zouden kunnen blijven bestaan (dat is nodig omdat de planprocedure bevroren is). Omdat de oorspronkelijke scholen echter zijn verdwenen, zal in die situatie een of meer nieuwe scholen moeten worden opgericht. Ook voor de situatie, waarin sprake is van stichting van een of meer scholen die overeenkomen met de scholen waaruit een opgeheven samenwerkingsschool is ontstaan (en waarbij dus wordt getoetst aan de stichtingsnormen), is een volzin toegevoegd aan artikel 75, derde lid, WEC en is de tekst van de wijziging van artikel 75, tweede lid, aangepast.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart