Kamerstuk 32007-14

Gewijzigd amendement van het lid Dezentjé Hamming-Bluemink c.s. ter vervanging van nr. 12 over toetsing vooraf op deugdelijkheid

Dossier: Voorstel van wet van het lid Biskop houdende wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht inzake de aanscherping van het toezicht bij nieuw bekostigde scholen


Nr. 14 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID DEZENTJÉ HAMMING-BLUEMINK C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 12

Ontvangen 22 april 2010

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

De considerans komt te luiden:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs te wijzigen teneinde het toezicht op voor bekostiging in aanmerking te brengen nieuwe scholen aan te scherpen;.

II

Artikel I worden vervangen door:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS

De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 75, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel c wordt een komma geplaatst na «gegeven» en vervalt «en».

2. Aan het slot van onderdeel d wordt de punt vervangen door «en».

3. Toegevoegd wordt een onderdeel, luidende:

  • e. een beschrijving van de wijze waarop zal worden voldaan aan het schoolplan, bedoeld in artikel 12, de bekwaamheid van degenen die onderwijs geven, bedoeld in artikel 3, en de voorschriften omtrent onderwijstijd, bedoeld in artikel 8.

B

Artikel 79, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel e wordt «, of» vervangen door een puntkomma.

2. Aan het slot van onderdeel f wordt de punt vervangen door «, of».

3. Toegevoegd wordt een onderdeel, luidende:

  • g. onvoldoende is aangetoond dat zal worden voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 75, eerste lid, onderdeel e.

ARTIKEL IA. WIJZIGING VAN DE WET OP DE EXPERTISECENTRA

De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 81, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel d wordt een komma geplaatst na «bekostiging» en vervalt «en».

2. Aan het slot van onderdeel e wordt de punt vervangen door «en».

3. Toegevoegd wordt een onderdeel, luidende:

  • f. een beschrijving van de wijze waarop zal worden voldaan aan het schoolplan, bedoeld in artikel 21, de bekwaamheid van degenen die onderwijs geven, bedoeld in artikel 3, en de voorschriften omtrent onderwijstijd, bedoeld in artikel 11.

B

In artikel 84, vierde lid, wordt de punt aan het slot van onderdeel d vervangen door een puntkomma en wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. onvoldoende is aangetoond dat zal worden voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 81, tweede lid, onderdeel f.

ARTIKEL IB. WIJZIGING VAN DE WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 65 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Onze Minister brengt niet voor bekostiging in aanmerking de school of scholengemeenschap die onvoldoende heeft aangetoond dat zal worden voldaan aan de vereisten met betrekking tot het schoolplan, bedoeld in artikel 24, de bekwaamheid van degenen die onderwijs geven, bedoeld in artikel 33, en de voor de verschillende vormen van voortgezet onderwijs geldende voorschriften omtrent onderwijstijd.

B

In artikel 72, zevende lid, wordt «65, vijfde lid» vervangen door: 65, vijfde en zesde lid.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de deugdelijkheid van een nieuwe school moet worden getoetst, alvorens deze kan worden gesticht. Een instelling zal ten genoegen van de minister moeten aantonen dat wordt voldaan aan die deugdelijkheidseisen. Indien niet wordt voldaan aan de deugdelijkheidseisen, kan de instelling niet op het plan van scholen worden geplaatst. Dit om te voorkomen dat belastinggeld wordt uitgegeven aan een instelling waarvan men van tevoren al sterk overtuigd is dat de onderwijskwaliteit onder de maat zal zijn.

Indien dit amendement wordt aangenomen komt het opschrift te luiden:

Voorstel van wet van het lid Jan Jacob van Dijk houdende wijziging van enige onderwijswetten in verband met het aanscherpen van het toezicht op voor bekostiging in aanmerking te brengen nieuwe scholen.

Dezentjé Hamming-Bluemink

Van der Ham

Jasper van Dijk

Kraneveldt-van der Veen