Gepubliceerd: 1 juli 2009
Indiener(s): Jacqueline Cramer (minister volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer) (PvdA)
Onderwerpen: cultuur en recreatie geluid natuur en milieu sport verkeer weg
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31998-3.html
ID: 31998-3

31 998
Wijziging van de Wet geluidhinder (verduidelijking 12-dagenregeling met betrekking tot internationale racecircuits)

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

Hoofdstuk 1. Algemeen

Op circuits als bedoeld in bijlage I, categorie 19.2 juncto 19.1, onder g, sub 2°, bij het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (IVB) is het geluidsregime van toepassing dat geldt voor grote industriële inrichtingen. In vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is aanvaard dat het vergunningverlenend bevoegd gezag aan grote industriële inrichtingen kan toestaan dat op maximaal 12 dagen per jaar activiteiten worden uitgevoerd die meer geluid veroorzaken dan de geluidgrenzen voor de representatieve bedrijfssituatie uit de vergunning (de zogenaamde 12-dagenregeling).

Hoewel het organiseren van motor- en autosportevenementen als zodanig logischerwijs tot de bedrijfsvoering van circuits behoort, is bij de internationale circuits van Assen en Zandvoort onduidelijkheid ontstaan over wat bij die circuits tot de uitzonderlijke bedrijfsactiviteiten moet worden gerekend1. Als gevolg hiervan wordt de toepassing van de12-dagenregeling voor grootschalige internationale motor- en autosportevenementen bemoeilijkt, omdat bij dergelijke grootschalige evenementen geen sprake zou zijn van activiteiten die niet de representatieve bedrijfssituatie weergeven.

Concreet betekent dit dat op dit moment de organisatie van enkele topsportevenementen voor de circuits in Assen en Zandvoort lastig of zelfs onmogelijk is. Hierbij moet met name gedacht worden aan grote internationale evenementen voor auto’s en motoren die uitzonderlijk veel geluid veroorzaken, bijvoorbeeld de A1 Grand Prix (autosport). Weliswaar behoren dergelijke evenementen tot de bedrijfsactiviteiten van de circuits, maar gezien hun omvang en het internationale karakter ervan en ook gezien het feit dat dergelijke evenementen hoogstens enkele malen per jaar plaatsvinden, zijn deze evenementen dusdanig uitzonderlijk van karakter dat, in lijn met de 12-dagenregeling, hier de uitzondering op het gebied van geluid van toepassing dient te zijn.

Gelet op het maatschappelijke en economische belang van dergelijke evenementen en de internationale uitstraling ervan is het kabinet van mening dat dergelijke wedstrijden in Nederland onder dezelfde condities als elders verreden moeten kunnen worden. Dit is in lijn met het kabinetsbeleid om de topsport in Nederland te bevorderen. Het kabinet is van oordeel dat het nodig is dat sport binnen Nederland goed op de kaart staat. Door het succesvol organiseren van grootschalige sportevenementen kan Nederland laten zien dat sport leeft in Nederland en een algemene waarde vormt onder de bevolking. Dit kan ook zijn impact hebben op de Nederlandse economie onder andere in termen van export en toerisme (zie ook Kamerstukken II 2007/08, 30 234, nr. 16. p. 2).

Met deze wetswijziging wordt de onduidelijkheid weggenomen die is ontstaan ten aanzien van toepassing door het bevoegd gezag van de Wet geluidhinder, en dan specifiek de genoemde 12-dagenregeling, bij de vergunningverlening aan internationale racecircuits in Nederland.

Hoewel de definitiebepaling van de internationale racecircuits logischerwijs aansluit bij de aldaar te houden grootschalige internationale wedstrijden voor auto’s en motoren, is het niet zo dat de 12-dagenregeling uitsluitend betrekking heeft op dergelijke wedstrijden (en de eventuele bijbehorende trainingsof kwalificatiedagen). De 12 dagen komen in de plaats voor de «reguliere» 12-dagenregeling uit genoemde jurisprudentie en de Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening. Andersoortige evenementen en activiteiten waarvoor de circuits mogelijk incidenteel ook gebruikt worden, kunnen daardoor eveneens onder de 12-dagenregeling vallen. Dit uiteraard voor zover de betrokken vergunning die activiteiten toelaat. Het is en blijft dan ook de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, in casu gedeputeerde staten van de provincie waarin het desbetreffende circuit is gelegen, om in het kader van de vergunningverlening ex artikel 8.1 van de Wet milieubeheer te bepalen of en in hoeverre in de voorschriften bij de vergunning voor (een aantal van) deze dagen nadere geluidseisen of andere randvoorwaarden opgenomen zullen worden. Het internationale karakter van grootschalige auto- en motorsportevenementen kan het erg lastig maken om daaraan geluidseisen te stellen. Voor andersoortige evenementen kan dat anders zijn.

Hoofdstuk 2. Effecten van het wetsvoorstel

Met dit wetsvoorstel wordt beoogd meer duidelijkheid te creëren over de toepassing van de Wet geluidhinder bij de vergunningverlening aan internationale racecircuits ingevolge de Wet milieubeheer. Afhankelijk van de wijze waarop hiermee bij de vergunningverlening wordt omgegaan, is niet uitgesloten dat op de maximaal 12 dagen die het betreft, toename van de geluidhinder zal optreden in vergelijking met de situatie waarin grootschalige activiteiten niet worden toegestaan. Het is aan het bevoegd gezag om bij de vergunningverlening rekening te houden met de specifieke lokale omstandigheden.

Hoofdstuk 3. Lasten voor de overheid, bedrijfsleven en burger

Bestuurslasten

De bestuurslasten van dit wetsvoorstel bestaan uit het eventueel verlenen van nieuwe vergunningen voor de betrokken racecircuits. Dit wetsvoorstel voegt daaraan geen nieuwe bestuurslasten toe.

Bedrijfslasten en administratieve lasten

Het wetsvoorstel brengt geen wijziging in de bestaande vergunningplicht en ook niet in de mate waarin en wijze waarop de circuits hun vergunningaanvraag moeten onderbouwen. Het voorstel leidt dus niet tot een toename van de bedrijfslasten en administratieve lasten.

Lasten voor burgers

De wetswijziging is gericht op racecircuits en brengt derhalve geen lasten voor burgers mee. Het voorstel is niet voorgelegd aan Actal aangezien er geen gevolgen zijn voor de administratieve lasten voor burgers en bedrijven.

Hoofdstuk 4. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Handhaafbaarheid

De wetswijziging heeft een relatie met de vergunningverlening ingevolge de Wet milieubeheer. Het wetsvoorstel verandert echter niets in de vergunningplicht, maar beoogt meer duidelijkheid te creëren over de toepassing van de Wet geluidhinder daarbij. Het wetsvoorstel heeft daardoor geen invloed op de handhaafbaarheid van die vergunning. Hoogstens zal van een klein positief effect sprake zijn doordat meer duidelijkheid ontstaat over het punt van toepassing van de Wet geluidhinder.

Uitvoerbaarheid

Dit wetsvoorstel verduidelijkt de reikwijdte van de Wet geluidhinder in relatie tot vergunningverlening ingevolge de Wet milieubeheer voor internationale racecircuits. Het vergemakkelijkt daarmee de toepassing en uitvoering van de vergunningplicht ingevolge de Wet milieubeheer.

Gevolgen voor de belasting van de rechterlijke macht

De toepassing van de Wet geluidhinder en toepassing en handhaving in het kader van de Wet milieubeheer kan resulteren in bestuursrechtelijke geschillen over vergunningen en handhavingsbesluiten. Deze wetswijziging brengt daarin geen verandering.

II ARTIKELSGEWIJS

Artikel I, onderdeel A

In dit artikel is de definitie van internationale racecircuits opgenomen. Omdat er in Nederland slechts twee internationale circuits voor motor- en autoraces bestaan, te weten TT-Circuit Assen en Circuit Park Zandvoort, zijn deze beide circuits expliciet genoemd in deze definitie. Aan deze circuits is in het verleden door respectievelijk de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging en de KNAC Nationale Autosport Federatie de A-status voor internationale wedstrijden toegekend, welke status is bevestigd door de toenmalige staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur in het kader van het topsportbeleid, waar een en ander ook nu nog mee overeenstemt. Bovendien voldoen beide circuits aan de eisen die de respectievelijke internationale sportbonden stellen om de voor internationale races benodigde licenties te verkrijgen.

Om niet op voorhand uit te sluiten dat op termijn ook een ander circuit een vergelijkbare internationale status verwerft, al dan niet als rechtsopvolger van één van genoemde circuits, is naast deze twee concrete circuits de mogelijkheid opgenomen om zonodig via een ministeriële regeling een ander circuit ook onder de reikwijdte van dit wetsvoorstel te brengen.

Artikel I, onderdeel B

Ingevolge artikel 1 van de Wet geluidhinder en Bijlage I, categorie 19.2 juncto 19.1, onder g, sub 2°, bij het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (IVB) is voor de internationale racecircuits het geluidsregime van toepassing dat geldt voor grote industriële inrichtingen, oftewel gezoneerde industrieterreinen (zie ook de definitie van «industrieterrein» in artikel 1 van de Wet geluidhinder).

Om die reden is deze wetswijziging ondergebracht in het bestaande artikel 1b van de Wet geluidhinder, dat reeds een uitzondering bevat voor de bepaling van de geluidsbelasting vanwege een gezoneerd industrieterrein, namelijk voor windturbines. Als windturbines op een gezoneerd industrieterrein staan of worden geplaatst, blijft het geluid daarvan buiten beschouwing bij de toetsing van de geluidsbelasting vanwege dat gezoneerde industrieterrein aan de 50 dB(A)-waarde op de zonegrens en aan de eventueel geldende ten hoogste toelaatbare waarden voor de geluidsbelasting op omliggende geluidsgevoelige bebouwing.

Ook de internationale racecircuits worden onder deze regeling gebracht, met dien verstande dat – anders dan bij de windturbines – uiteraard niet alle geluid afkomstig van de racecircuits buiten beschouwing blijft, maar uitsluitend het geluid dat wordt geproduceerd gedurende ten hoogste 12 dagen per kalenderjaar. Het geluid dat op die dagen wordt geproduceerd, hoeft niet te worden betrokken bij de bepaling van de totale geluidsbelasting van het circuit in kwestie en de toetsing daarvan aan de zonegrens en aan de geldende ten hoogste toelaatbare waarden voor de geluidsbelasting.

De zinsnede «ten hoogste» impliceert dat het hier om een bevoegdheid gaat. Het bevoegd gezag, in casu gedeputeerde staten, bepaalt bij de vergunningverlening of alle 12 dagen daadwerkelijk gebruikt mogen worden en of daarbij al dan niet de naar hun oordeel noodzakelijke geluidseisen moeten worden gesteld. Omdat de eerder aan de circuits afgegeven milieuvergunningen tot stand zijn gekomen onder de werking van het juridisch regime zoals dat gold voorafgaand aan deze wetswijziging, zal naar alle waarschijnlijkheid aanpassing van de vergunning noodzakelijk zijn om deze wetswijziging optimaal in de praktijk te kunnen toepassen.

De betreffende 12 dagen treden in plaats van de 12 dagen die ingevolge de Handreiking Industrielawaai en de jurisprudentie aan de overige industriële inrichtingen worden verleend. Het is mitsdien uitdrukkelijk niet de bedoeling om naast deze maximaal 12 dagen nog andere dagen te vergunnen waarop ontheffing kan worden verleend van de geluidsregels.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State 21 februari 2007, zaaknummer 200600350/1 (Zandvoort);

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State 4 juni 2008, zaaknummer 200705399/1 (Assen).