Kamerstuk 31930-80

Gewijzigd amendement van het lid Sap ter vervanging van nr. 51 over het vervallen van de bepaling dat bloedverwanten in de rechte lijn niet elkaars partner kunnen zijn, alsmede dat wordt geregeld dat bij bepaalde personen voor de kwalificatie als partner niet de voorwaarde wordt gesteld dat een wederzijdse zorgverplichting is aangegaan bij een ten overstaan van een notaris verleden akte

Dossier: Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur in de Successiewet 1956, alsmede introductie van een regeling voor afgezonderd particulier vermogen in de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Successiewet 1956)

Gepubliceerd: 2 november 2009
Indiener(s): Jolande Sap (GL)
Onderwerpen: belasting economie financiƫn ondernemen
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31930-80.html
ID: 31930-80
Origineel: 31930-51
Wijzigingen: 31930-84

31 930
Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur in de Successiewet 1956, alsmede introductie van een regeling voor afgezonderd particulier vermogen in de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Successiewet 1956)

nr. 80
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SAP TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 51

Ontvangen 2 november 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In het in artikel I, onderdeel B, opgenomen artikel 1a wordt, onder vernummering van het zesde lid tot zevende lid, een lid ingevoegd, luidende:

6. Voor de toepassing van de erfbelasting geldt de in het vierde lid, onderdeel d, gestelde voorwaarde niet voor bloedverwanten in de eerste graad, ingeval een van deze bloedverwanten een uitkering als bedoeld in artikel 19a van de Wet maatschappelijke ondersteuning heeft genoten in verband met in het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van overlijden van de andere bloedverwant aan die bloedverwant verleende zorg.

II

Na artikel VIII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIIIA

1. De accijns op rooktabak wordt met ingang van 1 maart 2010 zodanig verhoogd dat de totale accijns voor de meest gevraagde prijsklasse rooktabak € 0,58 per kilogram hoger zal liggen dan het accijnsbedrag voor deze prijsklasse op 28 februari 2010.

2. Bij ministeriële regeling worden met ingang van 1 maart 2010 de tarieven van de accijns, bedoeld in artikel 35, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de accijns aangepast. De aanpassing geschiedt zodanig dat voor rooktabak van de meest gevraagde prijsklasse het specifieke gedeelte van de accijns 50% bedraagt van de som van de totale accijns en de omzetbelasting. Daarbij dient het bedrag van de totale accijns gelijk te blijven aan het bedrag van de totale accijns dat na de verhoging van de accijns verschuldigd zou zijn zonder de aanpassing. De aanpassing van het bedrag dat in artikel 35, eerste lid, onderdeel c, is opgenomen als de ten minste te betalen accijns voor 1 kilogram rooktabak, geschiedt zodanig dat deze accijns na de aanpassing van de tarieven het totale bedrag van de accijns voor 1 kilogram rooktabak van de meest gevraagde prijsklasse bedraagt. Bij de aanpassing vindt afronding plaats van het procentuele gedeelte van de accijns op honderdsten van een percent.

Toelichting

De voorgestelde wijziging in onderdeel I bewerkstelligt dat de in het wetsvoorstel opgenomen bepaling dat bloedverwanten in de rechte lijn niet elkaars partner kunnen zijn, niet van toepassing is voor bloedverwanten in de eerste graad, indien de bloedverwant-erflater in het jaar voorafgaand aan diens overlijden de andere bloedverwant heeft aangewezen als een begunstigde voor een zogenoemd mantelzorgcompliment (een uitkering voor mantelzorg als bedoeld in artikel 19a van de Wet maatschappelijke ondersteuning) en die andere bloedverwant die uitkering ook heeft genoten. De budgettaire derving van deze maatregel bedraagt € 5 miljoen.

De in dit amendement opgenomen maatregel wordt gedekt door een verhoging van de accijns op rooktabak. Uit de in dit amendement neergelegde regeling vloeit de verhoging voort van de accijnstarieven voor rooktabak met ingang van 1 maart 2010. De aanpassing van de tarieven zoals neergelegd in artikel 35 van de Wet op de accijns vindt plaats bij ministeriële regeling. De accijns voor een pakje rooktabak van de meest gevraagde prijsklasse van 47,5 gram wordt met 2,74 eurocent verhoogd.

De accijnsverhoging treedt in werking met ingang van 1 maart 2010, mede in verband met de maatregelen ter voorkoming van de voorraadvorming. Zo blijft een periode van twee maanden bestaan tussen de publicatiedatum van de nieuwe accijnstarieven en de daadwerkelijke ingangsdatum van deze tarieven. Dit betekent dat in 2010 een lagere opbrengst wordt behaald dan structureel in 2011 en latere jaren. De budgettaire opbrengst van deze maatregelen gezamenlijk wordt daarom geraamd op een eenmalige opbrengst van € 5,5 miljoen in 2010 en een structurele opbrengst van € 6,6 miljoen vanaf 2011.

Sap