31 821
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten onder meer in verband met de verbetering van het bestuur bij de instellingen voor hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (versterking besturing)

nr. 30
AMENDEMENT VAN HET LID ZIJLSTRA C.S.

Ontvangen 16 juni 2009

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel V een onderdeel ingevoegd, luidende:

V1

In artikel 2.12 vervalt «onverwijld».

Toelichting

Academische ziekenhuizen zijn werkzaam op het gebied van de patiëntenzorg en staan mede ten dienste van het wetenschappelijk geneeskundig onderwijs en onderzoek aan de universiteiten waaraan zij zijn verbonden. Zij vervullen mede topklinische en topreferentiefuncties in de gezondheidszorg. Voorts verlenen zij medewerking aan de opleiding tot medisch specialist.

Aldus wordt in artikel 1.4 WHW de hoofdtaak van een academisch ziekenhuis geformuleerd.

Voor de vervulling van de in de wet opgedragen werkzaamheden ten dienste van het wetenschappelijk geneeskundig onderwijs en onderzoek hebben de academische ziekenhuizen aanspraak op een rijksbijdrage, ook wel de rijksbijdrage werkplaatsfunctie academisch ziekenhuis genoemd (art 1.14 WHW).

Over de wijze waarop de universiteiten en de academische ziekenhuizen hun onderlinge werkzaamheden afstemmen moeten de instellingen overleg voeren. De resultaten van het overleg worden vastgelegd in het document dat genoemd wordt in art. 12.21 WHW. Dat document wordt vastgesteld door het Gemeenschappelijk Beleidsorgaan, een orgaan dat tussen universiteit en academisch ziekenhuis verplicht moet zijn ingesteld.

De rijksbijdrage die bestemd is voor het academisch ziekenhuis verloopt via de universiteit die op grond van art. 2.12 WHW de bijdrage onverwijld moet doorgeven.

Het woord «onverwijld» verhindert dat de universiteit eisen kan stellen aan de werkzaamheden van het academisch ziekenhuis ten dienste van het geneeskundig onderwijs en onderzoek.

Door het schrappen van het woord «onverwijld» in artikel 2.12 WHW wordt de ruimte aan universiteiten gegeven die eisen wel te stellen en vervolgens te controleren of de afspraken op de juiste wijze zijn verwerkt in het document bedoeld in art. 12.21 WHW.

Met het handhaven van de overige tekst van art. 2.12 WHW blijft de taak van de universiteit om de rijksbijdrage door te geven aan het academisch ziekenhuis staan, zij het dat voor de universiteit ruimte wordt gecreëerd voor de beoordeling van de afspraken.

Zijlstra

Besselink

Jan Jacob van Dijk