31 746
Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van richtlijn nr. 2007/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen (PbEU L 184)

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID WEEKERS

Ontvangen 26 oktober 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

In onderdeel I vervalt in lid 5 van artikel 120 de zinsnede «, indien een aandeelhouder daarom heeft verzocht,».

Toelichting

Voor een goed begrip van de onderlinge verhoudingen, waaronder de verhouding tussen voor- en tegenstemmers, en de representativiteit op de aandeelhoudersvergadering is het van groot belang dat voldoende inzicht bestaat over de stemmingen die tijdens de vergadering plaatsvinden. Dit geldt temeer nu een steeds groter percentage (met name buitenlandse) aandeelhouders, voorafgaand aan de vergadering, op afstand stemt waardoor ter vergadering slechts een beperkte indruk kan worden verkregen van deze representativiteit en stemverhoudingen. Het aantal geldige stemmen, het percentage van het kapitaal dat daarmee vertegenwoordigd en het aantal voor- en tegenstemmen dient daarom bij alle aandeelhoudersvergaderingen van beursvennootschappen standaard te worden vastgesteld en niet afhankelijk te zijn van een verzoek van een van de aandeelhouders die ter vergadering aanwezig is. Aandeelhouders die (vanuit het buitenland) op afstand stemmen behoren ook de mogelijkheid te krijgen te beschikken over een gespecificeerde stemuitslag. De voorgestelde aanpassing is in overeenstemming met artikel 14, eerste lid, van de richtlijn aandeelhoudersrechten (Richtlijn nr. 2007/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen, PbEU L 184).

Weekers