Kamerstuk 31700-XVIII-6

Voortgangsrapportage Nederlandse imam-en islamopleidingen

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van de begroting Wonen, Wijken en Integratie (XVIII) voor het jaar 2009

Gepubliceerd: 10 oktober 2008
Indiener(s): Ella Vogelaar (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen: begroting cultuur cultuur en recreatie financiƫn hoger onderwijs onderwijs en wetenschap
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31700-XVIII-6.html
ID: 31700-XVIII-6

31 700 XVIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van de begroting Wonen, Wijken en Integratie (XVIII) voor het jaar 2009

nr. 6
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2008

Hierbij zend ik uw Kamer, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), een voortgangsrapportage over de drie met tijdelijke ontwikkelsubsidies tot stand gekomen Nederlandse imam- en islamopleidingen aan twee bestaande, bekostigde universiteiten en aan een bestaande, bekostigde hogeschool. Met deze brief kom ik tevens tegemoet aan het verzoek om uw Kamer te informeren over de vraag of de islamitische koepelorganisaties, het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) en de Contactgroep Islam (CGI) deelname van hun achterban aan de Nederlandse imamopleiding stimuleren.1

Voortgang van de Nederlandse imam- en islamopleidingen

Naar aanleiding van de moties Sterk2 en Bos3 en conform de trajecten geschetst in de brief van de toenmalige minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 10 december 20044 aan uw Kamer, zijn aan de Vrije Universiteit (VU), de Universiteit Leiden en de Hogeschool INHOLLAND tijdelijke ontwikkelsubsidies verstrekt om Nederlandse imam- en islamopleidingen op te zetten. Aan deze opleidingen worden islamitisch geestelijk verzorgers en islamitisch theologen opgeleid. De Nederlandse imamen islamopleidingen vormen een basis waarmee afgestudeerden binnen de islamitische geloofsgemeenschappen kunnen doorleren voor het ambt van imam. Dit is vergelijkbaar met andere theologische opleidingen, die evenmin rechtstreeks opleiden tot het ambt van religieus voorganger.

Centrum voor Islamitische Theologie (VU).

In september 2005 heeft de VU een Centrum voor Islamitische Theologie ingericht, waar studenten een bachelorstudie Islamitische Theologie en een éénjarig masterprogramma Islamitische Geestelijke Verzorging kunnen volgen (met voor de meeste studenten voorafgaand een éénjarige pre-master). Het ministerie van OCW stelt de VU voor de periode van 2005–2011 jaarlijks een ontwikkelsubsidie ter beschikking van 250 000 euro (in totaal 1,5 miljoen euro) voor de totstandkoming en verdere ontwikkeling van de opleiding. Daarnaast gelden voor deze opleidingen dezelfde reguliere bekostiging van studenten en het recht op studiefinanciering als gelden voor andere (theologische) opleidingen.

Per augustus 2008 volgen acht studenten het masterprogramma (zes mannen en twee vrouwen). Vrijwel alle studenten volgen het programma in deeltijd. Het merendeel van deze studenten bekleedt reeds een functie in de geestelijke verzorging, voornamelijk in het gevangeniswezen. Samen met de voorbereidende éénjarige premaster, die op dit moment gevolgd wordt door tien studenten (acht mannen en twee vrouwen), duurt de opleiding in deeltijd vier jaar. Het masterprogramma kent een stageperiode in de zorg. De eerste student die in 2005 begonnen is, is onlangs afgestudeerd en werkt bij de krijgsmacht. Drie andere studenten werken momenteel aan hun masterscriptie en zullen naar verwachting binnenkort afstuderen.

Naast de in het kader van de Nederlandse imam- en islamopleidingen tijdelijk gesubsidieerde mastervariant Islamitische Geestelijke Verzorging, kent de VU vanaf september 2008 nog twee andere éénjarige mastervarianten op het gebied van de islam: de master Islamitische Jeugdzorg en de master Islamitische Geestelijke Vorming (met stages in de jeugdzorg of onderwijs). Momenteel ontwikkelt de VU tevens een driejarige master Islamitische Theologie die voorziet in een ambtsopleiding tot imam aan moskeeën en instellingen. Enkele moskeeorganisaties hebben al toegezegd te zullen meewerken aan de stages; met het CMO en andere moskeeorganisaties is overleg gaande. Daarnaast werkt de VU aan de ontwikkeling van een tweejarige onderzoeksmaster. De VU kent naast de verschillende masteropleidingen ook een bacheloropleiding Religie en Levensbeschouwing, die voorbereidt op de verschillende islamitische mastervarianten. Het totale studentenaantal aan de bacheloropleiding en de drie verschillende mastervarianten van de VU is 48 (24 mannen en 24 vrouwen).

Bachelor- en masteropleiding Islamitische Theologie (Universiteit Leiden).

In september 2006 is de Universiteit Leiden gestart met een bachelor- en masteropleiding Islamitische Theologie. Het ministerie van OCW stelt de Universiteit Leiden voor de periode 2006–2011 jaarlijks een ontwikkelsubsidie ter beschikking van 472 000 euro (in totaal 2,35 miljoen euro) voor de totstandkoming en verdere ontwikkeling van deze opleiding. Daarnaast gelden voor deze opleidingen dezelfde reguliere bekostiging van studenten en het recht op studiefinanciering als gelden voor andere (theologische) opleidingen.

De bachelor is een brede theologische opleiding waarin alle islamitische stromingen aan bod komen. De éénjarige Engelstalige master Islamic Theology richt zich vooral op de moderne islam in Europa. Op dit moment volgen 34 studenten de driejarige bacheloropleiding Islamitische Theologie (13 mannen en 21 vrouwen). Deze opleiding is in september het derde jaar ingegaan en de verwachting is dat vanaf 2009 de eerste studenten kunnen doorstromen naar het masterprogramma. Voor de master staan momenteel zes studenten ingeschreven. Dit brengt het totaal aantal studenten voor de bachelor- en masteropleiding op 40. De verwachting is dat de eerste studenten in het studiejaar 2008–2009 zullen afstuderen.

De Universiteit Leiden is over een ambtsopleiding voor imams in gesprek met een aantal islamitische koepelorganisaties. De samenwerking tussen de universiteit en de islamitische koepelorganisaties zal conform het duplex ordo systeem zijn. Dit betekent dat studenten bij de Universiteit Leiden de volledige bachelor- en masteropleiding doorlopen en daarnaast een éénjarige eigen ambtsopleiding volgen bij een islamitische koepelorganisatie. Dit systeem kent de Universiteit Leiden ook voor de Remonstranten.

Beroepsopleiding Imam/Islamitisch Geestelijk Werker (Hogeschool INHOLLAND)

In september 2006 is de Hogeschool INHOLLAND te Amsterdam/Diemen van start gegaan met de vierjarige bacheloropleiding Imam/Islamitisch Geestelijk Werker. De opleiding heeft drie uitstroomprofielen: Imam, Islamitisch Geestelijk Werker en Islamitisch Pedagogisch Werker. Voor de totstandkoming van de opleiding heeft de Hogeschool INHOLLAND in 2005 een ontwikkelsubsidie gekregen van het ministerie van Justitie en het ministerie van OCW van 400 000 euro. In 2006 heeft de Hogeschool INHOLLAND van het ministerie van OCW een subsidie ontvangen van 400 000 euro voor de verdere ontwikkeling van de hoofdfase, de minors, de stages en de afstudeerfase. In 2007 is door het ministerie van OCW aan de Hogeschool INHOLLAND voor de jaren 2007–2010 nogmaals een ontwikkelsubsidie van 400 000 euro toegekend voor de ontwikkeling van het derde en vierde jaar van de opleiding en voor het tot stand brengen van een tweede vestiging van de opleiding in Den Haag. Naast deze ontwikkelsubsidies, van in totaal 1,2 miljoen euro, gelden voor de opleiding dezelfde reguliere bekostiging van studenten en het recht op studiefinanciering als gelden voor andere (theologische) opleidingen. Inmiddels beschikt de opleiding over een positieve NVAO-accreditatie1, waardoor de opleiding Imam/Islamitisch Geestelijk Werker een erkende, geaccrediteerde opleiding is.

Om draagvlak voor de opleiding te creëren binnen de verschillende islamitische gemeenschappen werkt de Hogeschool INHOLLAND samen met Milli Görüs Noord Nederland (MGNN), de Nederlandse Islamitische Federatie (NIF), de Unie van Marokkaanse Moslimorganisaties in Nederland (UMMON), de World Islamic Mission (WIM) en de Stichting Islamitisch Centrum Nederland (SICN).

Dit studiejaar (2008/2009) zijn 10 studenten aan het derde jaar van de opleiding begonnen en 15 studenten aan het tweede jaar. Het aantal inschrijvingen voor het studiejaar 2008/2009 (34) overtreft tot nu toe het aantal inschrijvingen van de voorgaande jaren. Het totale studentenaantal aan het begin van dit studiejaar komt daarmee op 59. In het derde en vierde jaar vormen stages een verplicht onderdeel van de opleiding. De studenten moeten stage lopen bij een grote moskeeorganisatie en daarnaast een stage volgen in een werkveld van hun keuze (bij bijvoorbeeld een moskee, bij justitiële inrichtingen, in ziekenhuizen of in de jeugdzorg). Over deze stages worden momenteel afspraken gemaakt met de organisaties en instellingen. Tevens voert de Hogeschool INHOLLAND gesprekken met Marokkaanse, Turkse en Indiase universiteiten om studenten de mogelijkheid te geven een semester in het buitenland te studeren. In 2010 zal naar verwachting de eerste lichting studenten afstuderen.

Met de VU is de Hogeschool INHOLLAND onlangs overeengekomen dat studenten tijdens de opleiding aan de Hogeschool INHOLLAND een apart programma kunnen volgen, waarmee zij direct kunnen doorstromen naar de master Islamitische Geestelijke Verzorging aan de VU. Nog niet bekend is hoeveel studenten van deze optie gebruik zullen maken. De opleiding Imam/Islamitisch Geestelijk Werker wordt met ingang van 10 november 2008 ook in Den Haag aangeboden. Op die datum start de tweede helft van het eerste semester. Gedurende de periode van 1 september tot 10 november volgen de studenten onderwijs aan de vestiging in Amsterdam.

Doel van het ontwikkelen van de opleidingen

Het doel van het ontwikkelen van de Nederlandse imam- en islamopleidingen is het creëren van een hoog opgeleid, ruim aanbod van islamitisch kader. Hiertoe is samenwerking gezocht met de verschillende islamitische koepelorganisaties. Om draagvlak te creëren is bij de totstandkoming van de beroepsopleiding aan de Hogeschool INHOLLAND gestreefd naar participatie en ondersteuning door deze islamitische koepelorganisaties binnen de opleiding en het te ontwikkelen curriculum. Dit is ook als voorwaarde gesteld voor de verstrekking van de ontwikkelsubsidie aan de Hogeschool INHOLLAND. De scheiding van kerk en staat inachtnemend, heeft de overheid zich vanzelfsprekend niet bemoeid met de inhoud van de opleidingen; daar gaan religieuze gemeenschappen zelf over. Aan de VU en de Universiteit Leiden zijn geen voorwaarden tot samenwerking met islamitische organisaties gesteld. Samenwerking met deze organisaties is vanuit het ministerie van OCW wel gestimuleerd.

Een neveneffect van de verstrekking van de tijdelijke ontwikkelsubsidies is dat momenteel verdere ontwikkelingen in gang gezet worden op het gebied van Nederlandse imam- en islamopleidingen. Zoals blijkt uit het bovenstaande overzicht werken de VU en de Universiteit Leiden, net als de Hogeschool INHOLLAND, inmiddels samen met diverse islamitische organisaties en worden, losstaand van de met tijdelijke ontwikkelsubsidies ondersteunde opleidingen, nieuwe mastertrajecten (VU) en een ambtsopleiding (Universiteit Leiden) ontwikkeld.

De VU en het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) zijn momenteel in onderhandeling over een mogelijke samenwerking bij de master Islamitische Theologie. Tevens zijn de vijf bij de opleiding aan de Hogeschool INHOLLAND betrokken islamitische koepelorganisaties aangesloten bij het CMO. Het CMO ondersteunt en erkent om die reden de drie Nederlandse imam- en islamopleidingen en wijst jongeren die in de leer zijn bij imams of lid zijn van de aangesloten koepelorganisaties op de mogelijkheid om de opleidingen aan de Hogeschool INHOLLAND, de VU of de Universiteit Leiden te volgen. Gepoogd wordt om ook de Contactgroep Islam (CGI), die momenteel nog niet actief betrokken is bij een door de overheid erkende opleiding, te betrekken bij de opleiding aan de Hogeschool INHOLLAND. Daarnaast zoekt de Hogeschool INHOLLAND naar mogelijkheden om het aantal bij de opleiding betrokken islamitische organisaties uit te breiden.

Verwachtingen

Met de totstandkoming van de opleidingen vervult Nederland binnen de Europese context een voortrekkersrol. Binnen enkele jaren na de oprichting van de drie met tijdelijke ontwikkelsubsidies tot stand gekomen Nederlandse imam- en islamopleidingen aan twee bestaande, bekostigde universiteiten en een bestaande, bekostigde hogeschool, zijn de studentenaantallen inmiddels vergelijkbaar met de studentenaantallen aan de verschillende opleidingen tot Christelijk Pastoraal Werker. Afgestudeerden aan de drie Nederlandse imam- en islamopleidingen kunnen aan de slag als islamitisch geestelijk bedienaar of als geestelijk verzorger bij bijvoorbeeld de Dienst Justitiële Inrichtingen, ziekenhuizen en de krijgsmacht, als maatschappelijk werker, als docent of als beleidsmedewerker. Omdat het aan afgestudeerden zelf is om te bepalen waar zij willen gaan werken, valt niet te voorspellen hoeveel van hen werk zullen vinden als imam in Nederlandse moskeeën. Daarnaast is het aan moskeebesturen zelf om te bepalen wie zij als imam benoembaar achten en aanstellen in hun moskee.

Na 2011 stopt de jaarlijkse ontwikkelsubsidie aan de universiteiten; ook de ontwikkelsubsidie voor Hogeschool INHOLLAND was eenmalig voor de ontwikkeling van de nieuwe opleiding Imam/Islamitisch Geestelijk Werker. De verwachting is dat de drie met tijdelijke ontwikkelsubsidies ondersteunde Nederlandse imam- en islamopleidingen daarna toe kunnen met dezelfde reguliere bekostiging per student van het ministerie van OCW als gelden voor andere (theologische) opleidingen.

De minister van OCW en ik zullen de huidige opleidingen en de verdere ontwikkelingen de komende jaren met veel belangstelling blijven volgen.

De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

C. P. Vogelaar


XNoot
1

Toezegging gedaan door de toenmalige minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie tijdens het Algemeen Overleg van 13 juni 2006.

XNoot
2

Kamerstukken II 2003/2004, 29 200 VI, nr. 155.

XNoot
3

Kamerstukken II 2004/2005, 29 854, nr. 10.

XNoot
4

Kamerstukken II 2004/2005, 29 800 VI, nr. 91.

XNoot
1

Nederlands-Vlaamse Accereditatieorganisatie.