Gepubliceerd: 3 februari 2009
Indiener(s): Guusje ter Horst (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn natuur en milieu openbare orde en veiligheid organisatie en beleid stoffen
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31700-VII-59.html
ID: 31700-VII-59

31 700 VII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2009

nr. 59
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 februari 2009

Conform toezegging in de brief van 29 december jongstleden1 doe ik uw Kamer, mede namens mijn ambtgenoten van Justitie en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, een evaluatie van de afgelopen jaarwisseling toekomen. In deze brief treft u, naast een algemeen beeld, een cijfermatig overzicht aan van het verloop van de afgelopen jaarwisseling. Daarnaast wordt nader ingegaan op de inzet en de resultaten van (super)snelrecht, de activiteiten in het kader van een veilige publieke taak, de (handhavings)inspanningen ten aanzien van vuurwerk en de gevolgen van vuurwerk.

1. Algemeen beeld

Informatie KLPD

Uit de door het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) verzamelde gegevens komt het algemene sfeerbeeld naar voren dat de jaarwisseling 2008–2009 rustiger is verlopen dan de jaarwisseling 2007–2008. De beschikbare cijfers illustreren dit beeld. In paragraaf 2 zijn een cijfermatig overzicht en toelichting daarop opgenomen van onder andere het aantal meldingen, het aantal incidenten en het aantal aangiftes. Het aantal aanhoudingen is gestegen. Deze stijging kan worden gezien als een positieve ontwikkeling en valt te verklaren uit het feit dat er meer berichtgevingen zijn geweest in de media over de tolerantiegrenzen en de aanpak van gemeenten, politie en openbaar ministerie en dat een zero-tolerance en lik op stuk beleid daadwerkelijk is uitgevoerd. Hoewel de cijfers weliswaar een voorzichtig positieve ontwikkeling laten zien, heb ik in een eerste reactie op het verloop van de afgelopen jaarwisseling gezegd dat het aantal incidenten nog altijd onacceptabel hoog is. Dit geldt zeker voor het geweld tegen werknemers met een publieke taak. Dit jaar is deze geweldsoort voor het eerst apart geregistreerd.

Ervaringen ambulancezorg

De ambulancezorg heeft geconstateerd dat de jaarwisseling relatief rustig is verlopen, al was het wel een drukke nacht. Er hebben zich wel agressie-incidenten voorgedaan, dit betrof met name verbale agressie. De ruime aanwezigheid van en het snelle optreden van de politie lijken preventief gewerkt te hebben.

Ervaringen brandweerzorg en rampenbestrijding

De Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (De NVBR) geeft aan dat de jaarwisseling weliswaar rustiger is verlopen dan vorig jaar, maar dat er wel op verschillende plekken onregelmatigheden waren. Een negatieve uitschieter daarbij was het gooien van molotovcocktails naar brandweervoertuigen in Nijmegen. De NVBR geeft verder aan tevreden te zijn met de doortastende aanpak en de aandacht voor agressie tegen hulpdiensten rondom de jaarwisseling.

1.2. Gepleegde inzet en activiteiten

In de brief van 5 december 20081, waarbij het rapport van de Commissie overlast jaarwisseling aan uw Kamer is aangeboden, heb ik al geschreven dat alle betrokken partijen – gemeenten, politie- en brandweerkorpsen en ambulancediensten – hard aan de slag zijn gegaan met de aanbevelingen uit het rapport van de Commissie overlast jaarwisseling. Hieronder volgt niet alleen een aantal activiteiten die voortvloeien uit genoemd rapport, maar ook andere initiatieven en acties:

• Diverse gemeenten (o.a. Rotterdam, Den Haag en Nijmegen) hebben in samenwerking met (lokale) partners door middel van flyers, nieuwsbrieven of op andere wijze hun inwoners geïnformeerd over activiteiten en «spelregels» rondom de jaarwisseling. Tevens hebben zij de hulp van hun inwoners ingeschakeld door hen bijvoorbeeld te vragen ogen en oren open te houden en onveilige situaties te melden. Jongeren die naar aanleiding van hun wangedrag tijdens de vorige jaarwisseling waren veroordeeld, zijn persoonlijk aangeschreven of thuis bezocht door de wijkagent om hen te laten weten dat ze in de gaten worden gehouden. Daarnaast hebben gemeenten gebruik gemaakt van de gebruikelijke bevoegdheden die hen ter beschikking staan, zoals samenscholing- en gebiedsverboden.

• De politie was op volle sterke aanwezig en heeft waar nodig snel en hard opgetreden. Bij de jaarwisseling is extra bijstand verleend door het KLPD (725 mensen) en KMAR (100). Er is geen bovenregionale inzet van brandweer en ambulances geweest;

• Dit jaar heeft het Openbaar Ministerie en de Raad voor de Rechtspraak in het kader van de jaarwisseling (super)snelrecht toegepast. De minister van Justitie heeft u hierover bij brieven van 10 oktober 20082 en 4 december 20083 geïnformeerd.

• Ten behoeve van de meldingsbereidheid konden gemeenten hierbij gebruik maken van de activiteiten van de Stichting M. (Meld Misdaad Anoniem) In een brief aan onder meer alle burgemeesters, korpschefs van politie, brandweer en ambulancezorg, heb ik vanuit het programma Veilige Publieke Taak het aanbod gedaan om gratis gebruik te maken van de diensten van Stichting M. voor lokale communicatieactiviteiten. Zowel op lokaal als nationaal niveau is er extra aandacht besteed aan het geweld tegen werknemers met een publieke taak: «Handen af van onze helpers». Op nationaal niveau is op 24 en 31 december 2008 een advertorial geplaatst in alle huis-aan-huisbladen, de regionale kranten en enkele bladen. Deze advertorials zijn een onderdeel van een bredere campagne met de titel «Vindt u dit normaal» vanuit het programma Veilige Publieke Taak van mijn ministerie. In deze advertorials stonden de hulpverleners die bij de jaarwisseling actief zijn centraal.

• De VROM Inlichtingen- en Opsporingsdienst heeft een tegenhoudstrategie gevoerd om te voorkomen dat illegaal vuurwerk vanuit het buitenland Nederland bereikt. Met hulp van buitenlandse opsporingsdiensten zijn vele honderden tonnen vuurwerk in het buitenland in beslag genomen.

• De hulpverleningsdiensten, vooral in de vier grote steden, waren tijdens de jaarwisseling 2007–2008 slecht bereikbaar voor mobiele 112-oproepers. Het KLPD en de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland hebben aard, omvang en oorzaken daarvan onderzocht, omdat de herhalingskans tijdens de jaarwisseling 2008–2009 en andere pieken in het aanbod van mobiele 112-oproepen groot was. Er is de loop van 2008 een groot aantal organisatorische en technische maatregelen getroffen om de bereikbaarheid van de hulpverleningsdiensten te verbeteren. Tijdens de jaarwisseling 2008–2009 is het aanbod van mobiele 112-oproepen gemeten en strikt bewaakt en waar nodig zijn aanvullende maatregelen getroffen. De getroffen maatregelen waren succesvol.

• In de voortgangsrapportage van het programma Veilige Publieke Taak1 heb ik u geïnformeerd over de pilot «Inzet van camera’s op ambulances». Inmiddels nemen vier regio’s deel aan de pilot: Den Haag, Rotterdam en de particuliere ambulancediensten UMCG Drenthe en het Verenigd Ziekenvervoer in Amsterdam. Door een vanuit het programma Veilige Publieke Taak geregisseerde inspanning van deelnemende gemeenten, ambulancezorg, politie, openbaar ministerie, Parket-Generaal en de ministeries van Volksgezondheid Welzijn en Sport en Justitie, zijn Den Haag en UMCG Drenthe al voor de jaarwisseling gestart met een pré-pilot: in elk van deze regio’s zijn twee ambulances uitgerust met camera’s om de kwaliteit en bruikbaarheid van de techniek te testen. Tijdens de jaarwisseling hebben zich geen incidenten rondom deze ambulances voorgedaan.

• Door intensieve berichtgeving over de aanpak van gemeenten, politie en openbaar ministerie en duidelijkheid over het zero-tolerance- en lik op stuk beleid en de tolerantiegrenzen in bepaalde buurten is er in de media veel aandacht voor de jaarwisseling geweest.

• Bovengenoemde (lokale) activiteiten, de landelijke campagnes en de media-aandacht hebben elkaar versterkt en hebben duidelijk de boodschap overgebracht dat overlast en geweld niet getolereerd worden.

2. Cijfermatig beeld

Informatie KLPD

Dit jaar is voor het eerst door middel van een landelijk uniform format informatie verzameld door het KLPD, waardoor de geïnventariseerde gegevens te beschouwen zijn als een nulmeting. Waar mogelijk is een vergelijking gemaakt met de jaarwisseling 2007–2008. Een vergelijking met gegevens uit het onderzoek dat de Politieacademie vorig jaar heeft uitgevoerd2 is niet mogelijk. De cijfers uit dat onderzoek zijn op een ander tijdstip en op een andere wijze tot stand gekomen dan de informatie van het KLPD van dit jaar. Met betrekking tot de in deze brief genoemde cijfers worden de volgende kanttekeningen geplaatst:

– de cijfers zijn gebaseerd op de gegevens die door alle politieregio»s zijn aangeleverd aan het KLPD (tijdsperiode 31-12-2008 00:00 uur tot 02-01-2009 08:00 uur). Sommige gebeurtenissen worden pas na die datum gemeld bij de politie en zijn dus niet zichtbaar in deze cijfers;

– zoals aangegeven is er dit jaar voor het eerst door middel van een landelijk uniform format informatie verzameld en zijn onderstaande gegevens te beschouwen als een nulmeting;

– uit de gegevens van de KLPD is niet af te leiden in welke mate de jaarwisseling tot meer meldingen, incidenten en aanhoudingen heeft geleid in vergelijk met een ander evenement of bijvoorbeeld een weekend. In het eerder genoemde onderzoek van de Politieacademie is het aantal meldingen tijdens de jaarwisseling 2007–2008 wel vergeleken met een gemiddelde dag in 2007. Die vergelijking laat zien dat er toen sprake was van 3,6 maal zoveel meldingen op oudejaarsdag en 3,4 maal zoveel meldingen op nieuwjaarsdag ten opzicht van een gemiddelde dag in 2007.

Onderzoek

Ook dit jaar doet de Politieacademie weer onderzoek naar het verloop van de afgelopen jaarwisseling. In haar studie zal zij net als vorig jaar aandacht besteden aan de aard en omvang van de jaarwisselingproblematiek, dadergroepen en het verwerven van inzicht in werkwijzen die een veilig en ordelijk verloop van de jaarwisseling bevorderen. Dit jaar zal de Politieacademie ten aanzien van dit laatste punt een verdiepingsslag maken, waarbij de bestuurlijke aanbevelingen van de Commissie overlast jaarwisseling worden behandeld en gemeenten en hun relevante partners worden betrokken. Hiermee biedt deze studie ook een nader inzicht in de omvang en aard van de gepleegde inzet en activiteiten van gemeenten en operationele partners. De studie biedt daarmee ook de mogelijkheid voor gemeenten en operationele partners om van elkaars aanpak te leren ten behoeve van de voorbereiding van de volgende jaarwisseling. Het rapport van de Politieacademie over de afgelopen jaarwisseling wordt begin mei verwacht.

2.1 Meldingen, incidenten, aanhoudingen

Tabel 1: Aantal jaarwisseling gerelateerde zaken

 2008/2009 2007/2008
Meldingen22 32522 433
Aantal incidenten5 412*
Aangiften2 6313 613
Aanhoudingen1 137878

* geen (betrouwbare) gegevens beschikbaar

Bron: Gegevens verstrekt door KLPD op basis van gegevens alle regionale politiekorpsen – peildatum 7 januari 2009.

Er is een afname van het aantal meldingen en aangiften, maar een toename van het aantal aanhoudingen. Hierin wordt het gevoerde lik op stuk beleid zichtbaar. De meeste aanhoudingen zijn verricht in Haaglanden (171), Utrecht (158) Hollands Midden (127), Rotterdam-Rijnmond (86) en Amsterdam-Amstelland (64). Informatie over het aantal aangebrachte zaken bij het OM en de afhandeling middels (super) snelrecht is opgenomen bij punt 3 van deze brief.

Tabel 2: Aantal jaarwisseling gerelateerde incidenten in heel Nederland

Jaarwisseling gerelateerde Incidenten2008/2009
Openlijke geweldpleging en samenscholing264
Vernieling2 591
Mishandeling447
Zware mishandeling/dood door schuld73
Brandstichting2 037*
  
Totaal aantal incidenten5 412

* Van het totale aantal brandstichtingen was er 157 keer sprake van brand van een gebouw (152) of voertuig (5) van diensten met een publieke taak.

Bron: Gegevens verstrekt door KLPD op basis van gegevens alle regionale politiekorpsen – peildatum 7 januari 2009.

Zoals hiervoor vermeld is een verantwoorde vergelijking met de jaarwisseling 2007/2008 niet mogelijk. De huidige gegevens vormen de nulmeting. Volgend jaar zullen dezelfde gegevens worden gevraagd, zodat een verantwoorde vergelijking mogelijk is

2.2. Veilige publieke taak

Tabel 3: Aantal incidenten van geweld tegen werknemers met een publieke taak

 2008/2009
Aantal incidenten229
Aantal aanhoudingen246

Bron: Gegevens verstrekt door KLPD op basis van gegevens alle regionale politiekorpsen – peildatum 7 januari 2009.

Zoals in de inleiding aangegeven is het voor het eerst dat deze geweldsoort de afgelopen jaarwisseling apart door de politie is geregistreerd. Bij deze geweldsoort is, zoals vooraf breed is aangekondigd, niets getolereerd. Deze zero-tolerance benadering blijkt ook uit de door de politie geregistreerde zaken. Meer dan één derde van incidenten (85) zijn lichtere incidentsoorten zoals belediging. Hiervoor zijn 72 mensen aangehouden. Onacceptabel zijn de 23 (10% van het totaal) zwaardere incidenten vallend onder de categorie (poging) zware mishandeling/dood door schuld. In totaal zijn hiervoor 38 personen aangehouden.

In de regio’s Rotterdam Rijnmond (49), Friesland (27) en Hollands-Midden (23) werden de meeste incidenten van geweld tegen werknemers met een publieke taak gemeld.

Elke vorm van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak is ongeacht de omvang onacceptabel. Dit jaar is voor het eerst een beter beeld ontstaan van de geregistreerde omvang. Het aantal van 229 incidenten is ondanks het feit dat het voor een substantieel deel uit lichtere incidenten bestaat, volstrekt onacceptabel. Dit geldt zeker voor de zwaardere incidenten, waaronder het gooien van zwaar vuurwerk en een molotovcocktail. Toch is er een positieve stap gezet gelet op de ervaringen van de Ambulancezorg Nederland, de NVBR en de regionale politiekorpsen. Positief is ook het feit dat uit de cijfers kan worden afgeleid dat de extra inzet van met name politie heeft geleid tot een zichtbaar zero-tolerance beleid en lik-op-stukbeleid. Deze jaarwisseling maakt echter ook zichtbaar dat de inspanningen op het terrein van de Veilige Publieke Taak de komende tijd onverminderd door moeten gaan.

3. Toepassing (super)snelrecht

Om daders van overlast en geweld tijdens de jaarwisseling snel voor de rechter te kunnen brengen zijn – zoals door de minister van Justitie aangekondigd in zijn brief van 10 oktober 20081 – in de vier grote steden supersnelrechtzittingen georganiseerd2. De supersnelrechtzittingen vonden plaats op 2 en 5 januari jl. In de overige arrondissementen is gewoon snelrecht toegepast (berechting binnen de termijn voor inbewaringstelling).

3.1 Aantal aangebrachte zaken

Uit cijfers van het Openbaar Ministerie (OM) blijkt dat in totaal 638 jaarwisselinggerelateerde feiten door de politie zijn aangebracht bij het OM3. Het betreft 166 gevallen van geweld tegen personen, 174 gevallen van geweld tegen goederen, 71 gevallen van geweld tegen personen bij de uitvoering van hun publieke taak en 227 overige delicten, waaronder voornamelijk vuurwerk- en overlastgerelateerde feiten.

3.2 Terechtzittingen

In 33 gevallen is de zaak op een supersnelrechtzitting behandeld. Van 57 verdachten is de zaak voorgekomen op een gewone snelrechtzitting. Daarnaast zijn 37 zaken als snelrechtzaak behandeld op een reguliere zitting, dus binnen de bewaringstermijn, zodat het totale aantal via het snelrecht afgedane zaken op 94 uitkomt. Voor lichtere vergrijpen zijn transacties aangeboden en is een aantal verdachten in het kader van «Aanhouden en Uitreiken» met een dagvaarding heengezonden. In 71 gevallen zijn deze zaken in januari afgedaan op een zgn. themapolitierechterzitting (AU-themazitting).

Geweld tegen personen met een publieke functie

In totaal zijn er 41 personen in verzekering gesteld naar aanleiding van geweld tegen personen met een publieke functie. Daarbij is niet altijd sprake van fysiek geweld, maar kan (tevens) sprake zijn van het negeren van bevelen, verzet tegen aanhouding en het (daarbij) beledigen en/of bedreigen van politiefunctionarissen. Daarnaast is 20 keer tot inbewaringstelling overgegaan.

Van de ernstigere zaken zijn er 12 door middel van supersnelrecht in de vier grote arrondissementen afgedaan. Daarnaast zijn er 25 via het snelrecht afgedaan (24 op een snelrechtzitting, één op een reguliere zitting binnen de snelrechttermijn).

Van de 12 supersnelrechtzaken betreft het zeven zaken met daadwerkelijk geweld (dus niet alleen bedreigen). In één zaak heeft de rechter de verdachte vrijgesproken. In de andere gevallen heeft de rechter een straf opgelegd, waarvan in vijf gevallen een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf. In de andere gevallen is (conform de eis van de officier van justitie) een werkstraf opgelegd.

3.3. Bredere analyse (super)snelrechtvoorzieningen

De minister van Justitie zal in april een aparte evaluatie met daarin een bredere analyse van de (super)snelrechtvoorzieningen in het kader van de jaarwisseling aan uw Kamer zenden. De uitkomsten van deze evaluatie zullen worden betrokken bij de verdere toepassing van supersnelrecht en snelrecht en de voorbereidingen op de komende jaarwisseling.

4. Vuurwerk

4.1. Handhaving kwaliteit consumentenvuurwerk

In het afgelopen jaar zijn door de VROM-Inspectie ongeveer 160 vuurwerkpartijen gecontroleerd en werd ca. 30% van het geteste vuurwerk afgekeurd. Dit is ongeveer gelijk met vorig jaar. Totaal is er circa 40 ton ondeugdelijk vuurwerk in beslag genomen. Dit resultaat noodzaakt om ook het komende jaar scherp op de kwaliteit van het aangeboden vuurwerk te blijven letten.

4.2. Opsporing illegaal vuurwerk

Zoals aangekondigd, is bij de aanpak van illegaal vuurwerk vooral gestreefd om te voorkomen dat illegaal vuurwerk Europa en Nederland binnenkomt. Dit in nauwe samenwerking tussen de Belgische, Duitse en Nederlandse opsporingsdiensten.

Het resultaat van deze aanpak is dat in 2008 zeven keer meer illegaal vuurwerk, in totaal 560 ton, in beslag is genomen dan in 2007.

Omdat het onmogelijk is alle illegale vuurwerkstromen tegen te houden, zijn politie en andere handhavings- en opsporingsdiensten rond de laatste jaarwisseling ook sterk actief geweest in het opsporen van illegaal vuurwerk bij particulieren. Daarbij is onder meer gebruik gemaakt van de meldingen uit «meld misdaad anoniem». Ook deze aanpak is succesvol gebleken.

De strategie en inzet tegen illegaal vuurwerk heeft gewerkt.

4.3. Vuurwerkcampagne

Evenals in 2007 is in december 2008 door de Stichting Consument en Veiligheid een vuurwerkcampagne gevoerd, gericht op de bewustwording van de gevaren van illegaal vuurwerk. Daarbij is dit keer vooral de verkrijgbaarheid van dit vuurwerk in België aan de kaak gesteld. Omdat de primaire doelgroep van de campagne jongeren tussen 10 en 25 jaar betreft, heeft de campagne plaatsgevonden via het meest geëigende communicatiekanaal voor deze doelgroep: het internet. Met behulp van zogenaamde virale filmpjes (korte filmpjes die als een soort virus naar iedereen worden doorgestuurd) is de boodschap onder de doelgroep verspreid.

De filmpjes zijn een groot succes gebleken. De doelstelling van het aantal keren dat de filmpjes werden bekeken, lag tussen 150 000 en 500 000 keer. Uiteindelijk zijn de filmpjes ruim 730 000 keer bekeken, met gemiddeld een hoge waardering. Op grond van het lage percentage slachtoffers in de doelgroep van de campagne (zie 4.4), concludeert Consument en Veiligheid dat de campagne effectief is geweest.

Door Consument en Veiligheid is ook, in nauwe samenwerking met Senter Novem, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Stichting Nederland Schoon, de vuurwerkbranche en het ministerie van VROM campagne gevoerd voor het opruimen van vuurwerkresten.

4.4. Letselcijfers

De stichting Consument en Veiligheid rapporteert ieder jaar over het aantal letselgevallen dat rond de jaarwisseling als gevolg van vuurwerk in ziekenhuizen moet worden behandeld.1 Dit jaar kon Consument en Veiligheid gelukkig een daling van het aantal letselgevallen bekend maken: 790 personen zijn met letsel in ziekenhuizen behandeld, tegen 1100 gevallen bij de jaarwisseling van 2007/2008. Wel is het aantal ziekenhuisopnamen (14 procent) hoger dan de afgelopen jaren. Een uitgebreider overzicht treft u in de bijlage aan.1 Uiteraard is elk letselgeval er één teveel, maar gelukkig heeft de stijging van de afgelopen jaren zich niet doorgezet. Wel blijft het zaak om ook het komende jaar aandacht te geven aan de bewustwording van de gevaren van vuurwerk.

In de media is sprake geweest van een dode als gevolg van vuurwerk. Nadere informatie van de politie heeft echter geleerd dat sprake is geweest van het experimenteren met diverse chemicaliën. Hoewel de dode is gevallen rond de jaarwisseling, kan dit overlijden niet worden geweten aan vuurwerk.

4.5. Luchtverontreiniging

In de eerste uren van 2009 is in grote delen van Nederland smog door fijnstof (PM10) gemeten. Dit als gevolg van het afsteken van vuurwerk. Vooral in steden was de fijnstofconcentraties na middernacht sterk verhoogd. Het hoogst was die in Nijmegen. Daar werd 277 microgram fijnstof per kubieke meter gemeten.

Deze hoogst gemeten fijnstofconcentratie is duidelijk lager dan vorig jaar. Toen lag op hetzelfde tijdstip de hoogste concentratie boven de 400 microgram per kubieke meter. In Nederland is er sprake van matige smog als het daggemiddelde concentratie fijnstof hoger ligt dan 50 microgram per kubieke meter. Van ernstige smog wordt gesproken bij 200 microgram per kubieke meter of hoger. Die luchtvervuiling door vuurwerk is van tijdelijke aard; over het hele jaar genomen veroorzaakt vuurwerk 0,4% procent van de totale uitstoot aan fijnstof.

4.6. Afsteekverbod vuurwerk

Naar aanleiding van de opnieuw opgekomen discussie over het verbieden van het afsteken van vuurwerk, heeft het kabinet uitgesproken geen plannen te hebben om een dergelijk verbod alsnog af te kondigen. Het kabinet is van mening dat het afsteken van consumentenvuurwerk bij de traditie van de viering van de jaarwisseling hoort en als zodanig behouden moet blijven. Maatregelen om overlast van vuurwerk te beperken moeten vooral worden bezien in de brede aanpak van de ongeregeldheden tijdens de jaarwisseling, zoals hiervoor reeds uiteen is gezet.

5. Vervolg

De afgelopen jaarwisseling is gelukkig iets rustiger verlopen dan die van 2007/2008, maar het aantal meldingen en incidenten is nog steeds onacceptabel groot. Dat betekent dat ook volgend jaar onverminderd aandacht moet worden besteed aan de jaarwisseling. Zoals de Commissie overlast jaarwisseling heeft aanbevolen dient de jaarwisseling als een grootschalig, risicovol evenement te worden beschouwd. De gemeenten, politiekorpsen, brandweerkorpsen en andere relevante organisaties zullen (wederom) vroegtijdig moeten starten met de voorbereiding. Ik zal dit onder de aandacht brengen van de gemeenten en politiekorpsen. Met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zal ik overleggen over mogelijk aanvullende acties, zoals het organiseren van een bijeenkomst met betrokken partijen. Er zal ook extra aandacht zijn voor het verhalen van schade op de daders van een geweldsincident tegen hulpverleners, vernieling, brandstichting of een ander strafbaar feit gerelateerd aan vandalisme. Begin november zal ik de politiekorpsen, brandweerkorpsen en andere organisaties met werknemers met een publieke taak vragen om op dezelfde wijze als bij de afgelopen jaarwisseling aan het KLPD gegevens te verstrekken over de jaarwisseling. Daarnaast zal ik met mijn ambtgenoten van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Justitie bezien welke campagnes zullen worden gehouden.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst


XNoot
1

Kamerstuk II 2008/2009, 31 700 VII, nr. 57.

XNoot
1

Kamerstukken II, 2008/09, 31 700 VII, nr. 47.

XNoot
2

Kamerstukken II, 2008/09, 31 700 VI, nr. 9.

XNoot
3

Kamerstukken II, 2008/09, 31 700 VI, nr. 83.

XNoot
1

Kamerstuk II, vergaderjaar 2008–2009, 28 684, nr. 191.

XNoot
2

«Nederlands grootste evenement», Een jaar na Hoezo Rustig, het verloop van de jaarwisseling 2007–2008, 2008, Apeldoorn.

XNoot
1

Kamerstukken II, vergaderjaar 2008–2009, 31 700 VI, nr. 9.

XNoot
2

Het betrof feitelijk de arrondissementen Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam en de daaronder vallende politieregio’s.

XNoot
3

Stand van zaken op 22 januari 2009.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.