Kamerstuk 31700-A-79

de trajectnota/MER N61 Kanaalkruising Sluiskil.

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2009

Gepubliceerd: 10 februari 2009
Indiener(s): Camiel Eurlings (minister verkeer en waterstaat) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn verkeer weg
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31700-A-79.html
ID: 31700-A-79

31 700 A
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2009

nr. 79
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 februari 2009

Overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 9 en 11, eerste lid van de Tracéwet informeer ik u hierbij mede namens mijn ambtsgenoot van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) over het standpunt inzake de trajectnota/MER N61 Kanaalkruising Sluiskil.

In mijn brief van 5 november 2008 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 700 A, nr. 10) heb ik u geïnformeerd over onder meer het project Kanaalkruising Sluiskil, de wegverbinding tussen Oost en West Zeeuwsch-Vlaanderen. Bij dit project is er steeds een zeer nauwe samenwerking geweest tussen de provincie Zeeland en het Rijk. Zo heeft de provincie Zeeland de verantwoordelijkheid op zich genomen om te komen tot een financieringsplan, terwijl ook alle studies en onderzoeken door de provincie werden uitgevoerd. Het financieringsplan is nu rond. In oktober heb ik met de provincie finale afspraken gemaakt ten aanzien van de rijksbijdrage. De provincie Zeeland zal de kanaalkruising gaan aanleggen en zal deze verbinding ook gaan beheren en onderhouden. Aangezien deze weg een overwegend regionale functie heeft en geen onderdeel is van het Trans-Europees Netwerk, acht ik dit verantwoord. De provincie werkt samen met de gemeente Terneuzen aan een bestemmingsplanprocedure.

Een en ander heeft aanleiding gegeven tot een heroverweging van de rol van de rijksoverheid in dit project. Deze heroverweging heeft geleid tot de afspraak met de provincie Zeeland dat de verdere voorbereiding en aanleg van deze nieuwe verbinding volledig bij de provincie zullen komen te liggen. Het brengen van het project in één hand zal ook de voortgang van de verdere besluitvorming en procedures bevorderen.

Het voorgaande heeft als consequentie dat het standpunt, zoals dat volgens art. 9 van de tracéwet bepaald dient te worden, inhoudt dat ik de aanleg van de Kanaalkruising Sluiskil niet verder in overweging neem.

De provincie Zeeland zal door middel van een bestemmingsplanprocedure de ruimtelijke inpassing van de Kanaalkruising Sluiskil overnemen, daarbij gebruik makend van de eerder gepubliceerde milieu-effectrapportage. Degenen die gebruik hebben gemaakt van de inspraakmogelijkheid op de milieu-effectrapportage zullen hierover worden bericht.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings