Gepubliceerd: 2 oktober 2008
Indiener(s): Rikus Jager (CDA)
Onderwerpen: bestuur natuur en milieu water waterschappen
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31515-6.html
ID: 31515-6

31 515
Wijziging van de Waterschapswet, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Wet modernisering waterschapsbestel, tot aanbrenging van verbeteringen van wetstechnische en inhoudelijk ondergeschikte aard

nr. 6
VERSLAG

Vastgesteld 3 oktober 2008

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

1. Algemeen

De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van de voorgestelde wijzigingen in dit wetsvoorstel, die onder andere verband houden met de Wet modernisering waterschapsbestel, welke bepalingen betrekking hebben op de wijziging van het belastingstelsel van de waterschappen.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de voorgestelde wijziging van de Waterschapswet, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Wet modernisering waterschapsbestel, tot aanbrenging van verbeteringen van wetstechnische en inhoudelijk ondergeschikte aard.

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorstel tot Wetswijziging Waterwet. Over het algemeen lijkt de wetswijziging zich volgens de leden van de SP-fractie te richten op kleine en formele aanpassingen maar op een aantal punten is er toch nog meer helderheid gewenst. Tot hun grote spijt worden er ook in deze wetswijziging geen belangrijke voorstellen gedaan om de waterschappen democratischer van aard te maken. De staatssecretaris heeft eerder in de Eerste Kamer een toezegging gedaan om het waterschapsbestel na de waterschapsverkiezingen te evalueren. Deze tweede reparatiewet kan daardoor wellicht spoedig worden gevolgd door een ingrijpende verandering in het waterschapsbestel wat de eerdere herstelwerkzaamheden wellicht overbodig maakt. Een opnieuw tegenvallende opkomst van de waterschapsverkiezingen versterkt volgens de leden van de SP-fractie namelijk de roep om verregaande vernieuwing. Het onderbrengen van de functies van de huidige waterschappen bij de provincies en eventueel bij Rijkswaterstaat kan de functionaliteit en effectiviteit versterken en kan tegelijkertijd veel geld besparen. De leden van de SP-fractie verzoeken de regering dan ook om inzichtelijk te maken hoeveel geld het zou schelen om de verkiezingen af te schaffen. Hoeveel bedragen daarnaast de kosten van algemeen en dagelijks bestuur van de gezamenlijke waterschappen?

2. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

De leden van de PvdA-fractie constateren dat de waterschapslasten worden toegedeeld aan verschillende categorieën. Berekeningen van waterschappen laten zien dat collectieve voorzieningen (zoals infrastructuur) worden toegerekend aan een categorie, waardoor de lasten niet evenredig verdeeld worden. De lasten van collectieve voorziening zouden collectief gedragen moeten worden.

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering om een overzicht per waterschap te geven van de feitelijke uitwerking. Is de regering het eens met het resultaat zoals dat nu in de praktijk blijkt? Is het resultaat overeenkomstig de bedoeling van de wetgever? Overweegt de regering de wet aan te passen als blijkt dat de praktijk afwijkt? Op welke termijn zou zo’n wijziging in de Kamer behandeld kunnen worden indien daartoe wordt besloten?

De leden van de SP-fractie constateren dat er in de praktijk sprake lijkt van een onevenredige verdeling van de waterschapslasten, hetgeen er toe leidt dat ingezetenen en huiseigenaren in enkele waterschappen volgend jaar fors meer gaan betalen aan waterschapsbelasting, om zo flinke tariefdalingen ten gunste van boeren en tuinders te realiseren. De leden van de SP-fractie vragen de regering om aan te geven in hoeverre deze constatering juist is en zo ja, daarbij aan te geven of die forse stijging van de belastingen voor ingezetenen en huiseigenaren te verklaren is door de heffingensystematiek zoals die in het voorliggende wetsvoorstel is vastgelegd. En zo neen, wat dan de verklaring voor deze lastenstijging is.

Acht de regering dergelijke lastenverschuivingen binnen de waterschappen wenselijk en zo neen, wat gaat de regering er aan doen om dergelijke lastenverschuivingen terug te draaien? De leden van de SP-fractie vragen de regering om een overzicht te verstrekken van de tariefswijzigingen voor 2009 bij alle waterschappen.

Onderdeel D

In artikel I, onderdeel D wordt een uitzondering gemaakt voor de categorie rechthebbenden op natuurterreinen. De leden van de SP fractie vragen zich af waarom er specifiek is gekozen voor deze uitzondering.

Onderdeel L

De leden van de SP-fractie zetten vraagtekens bij de nieuwe bevoegdheid die aan waterschappen wordt gegeven om nadere regels in hun verordening op te stellen met betrekking tot de zuiveringsheffing. Hierdoor ontstaan er verschillen in regels met betrekking tot de zuiveringsheffing tussen de verschillende waterschappen. De leden van de SP-fractie vragen zich dan ook af of de regering dit wenselijk acht.

Onderdeel M

De leden van de VVD-fractie constateren dat de voorgestelde Wet verontreiniging oppervlaktewateren waterschapsbesturen de bevoegdheid geeft nadere regels te stellen met betrekking tot de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing. Daarmee biedt de regering de waterschappen de mogelijkheid om van elkaar te verschillen qua regelgeving. De leden van de VVD-fractie vragen zich af of dit zal leiden tot verzwaring van de administratieve lasten voor bedrijven die in verschillende waterschappen zijn gevestigd. Ook vragen ze zich af in hoeverre de regering het wenselijk acht dat de waterschappen daadwerkelijk verschillen in regelgeving.

Artikel II

Onderdeel C

De leden van de VVD-fractie lezen in de memorie van toelichting dat in eerste instantie het tarief voor de rijksheffing verlaagd werd van € 31,76 naar € 25,00 per vervuilingseenheid, maar dat deze wijziging een verhoging van het tarief voorstelt. Het nieuwe tarief zal dan nu € 35,50 worden. De regering geeft als redenen voor deze tariefsverhoging de verwachte inkomstenderving van het Rijk (à € 6 mln) en de verwachting dat het aantal geloosde vervuilingseenheden met ca 10% afneemt aangezien de maatstaf voor zuurstofbindende stoffen is gewijzigd. Ook is er sprake van een kleine inflatiecorrectie.

Dit is een lastenverzwaring voor het lozen van al gezuiverd water door bedrijven en waterschappen.

De leden van de VVD-fractie vragen zich af welke maatregelen uit de opbrengst van de verontreinigingsheffing worden betaald. In hoeverre zijn deze maatregelen gericht op het bestrijden van de gevolgen van het lozen van reeds gezuiverd water? En welk onderdeel van de verhoging betreft inflatiecorrectie?

In Artikel II, onderdeel C worden de tarieven van de rijksheffing aangepast. De leden van de SP-fractie verzoeken de regering om door middel van rekenvoorbeelden te onderbouwen wat voor de bestaande en voorgestelde situatie de effecten zijn voor de inkomsten van de waterschappen alsmede voor de lasten van de burgers. Tevens wordt volgens de leden van de SP fractie bij de kostencorrectie niet gestreefd naar een systeemoptimalisatie op basis van de huidige kostendekking. De dreiging van lastenverzwaring voor de burger ligt hierdoor nadrukkelijk op de loer.

De voorzitter van de commissie,

Jager

De adjunct-griffier van de commissie,

Deckers


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Halsema (GL), Van der Staaij (SGP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Mastwijk (CDA), Jager (CDA), voorzitter, Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Roefs (PvdA), Jansen (SP), Cramer (CU), Roemer (SP), Koppejan (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Ten Broeke (VVD), ondervoorzitter, Ouwehand (PvdD), Polderman (SP), Tang (PvdA), De Rouwe (CDA) en Vacature (VVD).

Plv. leden: Vendrik (GL), Van der Vlies (SGP), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Hessels (CDA), Atsma (CDA), Van Bommel (SP), Koşer Kaya (D66), Sterk (CDA), Aptroot (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Jacobi (PvdA), Besselink (PvdA), Vacature (SP), Anker (CU), Van Leeuwen (SP), Knops (CDA), Depla (PvdA), Agema (PVV), Verdonk (Verdonk), Thieme (PvdD), Lempens (SP), Waalkens (PvdA), Van Heugten (CDA) en Neppérus (VVD).