Kamerstuk 21501-20-728

Verslag van een algemeen overleg

Europese Raad


Nr. 728 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 31 januari 2013

De vaste commissie voor Europese Zaken, de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, de vaste commissie voor Financiën en de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken hebben op 19 december 2012 overleg gevoerd met minister Rutte van Algemene Zaken over:

  • de brief van de minister van Buitenlandse Zaken van 18 december 2012 houdende het verslag van de Europese Raad van 13 en 14 december 2012 (21 501-20, nr. 727).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Knops

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Eijsink

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Nieuwenhuizen-Wijbenga

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Berndsen-Jansen

De griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken, Van Keulen

Voorzitter: Leegte

Griffier: Van Keulen

Aanwezig zijn negen leden der Kamer, te weten: Van Bommel, Van Dijck, Koolmees, Leegte, Madlener, Omtzigt, Servaes, Slob en Verheijen,

en minister Rutte van Algemene Zaken, die vergezeld is van enkele ambtenaren van zijn ministerie.

Aanvang 10.00 uur

De voorzitter: Ik open het algemeen overleg met een woord van welkom aan de minister-president en de collega's. Wij hebben een spreektijd van vier minuten en één interruptie afgesproken. Daarmee is een ieder ruim bedeeld. Vorige week hebben wij een plenair debat ter voorbereiding van de top gehouden. Wij bespreken nu de uitkomsten. De minister van Buitenlandse Zaken hebben wij weliswaar uitgenodigd, maar hij is helaas verhinderd. Wij doen het met de minister-president, die echt om twaalf uur weg moet. Wij moeten ons dus strak aan de tijd houden. Er is deze week nog ruimte op de plenaire agenda voor een VAO.

De heer Van Bommel (SP): Voorzitter, u zegt dat de minister van Buitenlandse Zaken er niet is, maar om welke reden is dat? Is hij in het buitenland of is er een andere ernstige reden? Wij hebben vandaag nog een ander overleg met hem gepland en het zou heel vervelend zijn als dat niet door zou kunnen gaan.

De voorzitter: De minister van Buitenlandse Zaken heeft een afspraak met de koningin. Vanmiddag is de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken en dan zal hij er zeker zijn.

De heer Van Bommel (SP): Daar hebben wij natuurlijk begrip voor. De koningin gaat voor alles.

De heer Verheijen (VVD): Voorzitter. De eerste top in twee jaar in betrekkelijke rust. Het woord «betrekkelijk» is belangrijk in Europa. Je merkt dat wij op enig moment de rust in Europa weer terugvinden. Niet dat de crisis is opgelost, maar de structuur lijkt wel enigszins teruggekeerd. Wij zijn op de goede weg.

Ik sta eerst kort stil bij de Tweede Kamerprocedure rondom de Eurotoppen. Bij de volgende procedurevergadering wil ik bepleiten om tot een standaardformule te komen om om te gaan met dergelijke toppen. Misschien moet het Reglement van Orde daarvoor nog eens goed worden bekeken. De huidige werkwijze vind ik ietwat rommelig en onbevredigend.

De voorzitter: Het punt wordt toegevoegd aan de procedurevergadering van aanstaande donderdag.

De heer Verheijen (VVD): De methode-Van Rompuy helpt volgens mij niet voor het draagvlak in nationale parlementen en onder de bevolking. Van Rompuy komt voortdurend met algemene, moeilijk te begrijpen teksten. In de conclusies van deze top staan er ook weer een paar. Er worden grote woorden gebruikt en het taalgebruik is versluierend. Op die manier weten wij steeds niet precies wat er is afgesproken. Het is in ons belang, in het belang van de EU en in het belang van het draagvlak dat wij over dit soort onderwerpen heldere taal spreken, zodat wij helder weten wat er is afgesproken, zonder al te veel bijzinnen. Ik roep de premier op om zich daarvoor in Europa in te zetten. Het moet niet gaan om vijftien voorstellen waarvan er drie door glippen. Nee, wij moeten gewoon helder met elkaar afspreken wat wij wel en wat wij niet gaan doen. Dat zal misschien af en toe wat gezichtsverlies voor deze of gene opleveren, maar het is wel inzichtelijk.

Deze Eurotop kent een aantal zegeningen: geen eurobegroting, geen eurobonds, geen definitieve besluiten over landencontracten, maar wel belangrijke stappen op weg naar verbetering van de interne markt. Toch zijn er ook zorgen. In de eerste plaats de bankenunie. Het is goed dat er een stap is gezet. Het is goed dat er expliciet is gesproken over het single rule book en de uniformering van de regelgeving. Dat is voor ons echt de eerste prioriteit voordat wij vervolgstappen zetten. Wij hebben wel zorgen over het proces. Ik vraag de minister-president, maar vooral de minister van Financiën om ons op basis van de motie die vorige week is aangenomen en op basis van de genomen besluiten een heldere routekaart met meetbare indicatoren te overleggen. Wanneer is voor ons een volgende stap aan de orde? Wanneer kun je van de ene naar de andere stap gaan? In het verslag staan een aantal data die voor ons absoluut niet leidend zijn. Voor ons is de kwaliteit leidend. Wij zijn als de dood dat wij een bankenunie ingerommeld worden. Wij willen een bankenunie, wij zien dat zo'n unie noodzakelijk is voor de euro, maar wij willen dat de zorgvuldigheid daarbij vooropstaat. Op dit moment hebben wij daarvoor onvoldoende tools in handen. Daarbij past de zorg over het aantal banken dat erbij betrokken is, namelijk slechts 200. Hoe worden die andere 4000 banken gemonitord en bij de hand gehouden?

De contracten zijn vooruitgeschoven. Voor ons blijft belangrijk dat ze niet voor alle landen gaan gelden en dat er zeker geen extra middelen aan het solidariteitsmechanisme, zoals het in conclusie 12d heet, worden toegevoegd. Ik ben heel benieuwd van de premier te horen hoe de regeringsleiders hebben gereageerd op zijn vierminutenbetoog. Hoe was de reactie op het betoog over de interventieladder met uiteindelijk de mogelijkheid van het ontnemen van stemrecht en de exitmogelijkheid uit de euro, waar wij sterk voorstander van zijn?

De heer Koolmees (D66): Voorzitter. In mijn inbreng wil ik terugblikken op de resultaten van de Europese top en kijk ik vooruit naar de top in maart, die weer belangrijk zal zijn. Ik wil het over drie van de vier building blocks van Van Rompuy hebben: de bankenunie, de lidstaatcontracten en de democratische legitimiteit. Bij elk blokje heb ik dezelfde vragen. Wat gaat er nu concreet gebeuren en wat is de visie van het kabinet?

De minister-president heeft het akkoord over de bankenunie verwelkomd. Ook ik ben blij met de stappen die zijn gezet, maar het is wel de vraag of het ambitieus genoeg is. Waarom is er niet voor gekozen om alle banken onder direct ECB-toezicht te plaatsen, zoals verwoord in de motie-Pechtold van vorige week? Heeft de ECB bij de kleine banken dezelfde bevoegdheden om in grijpen als bij de grote banken? Hoe is gewaarborgd dat de ECB over de informatie beschikt om te kunnen ingrijpen?

Wat is er concreet afgesproken over de governance van het bankentoezicht en hoe is de verhouding tussen de raad van toezichthouders en het onafhankelijke ECB-bestuur? Waarom komt er geen gezamenlijk depositogarantiestelsel? Er wordt gesproken over uniformering van het depositogarantiestelsel, maar niet over een gezamenlijk depositogarantiestelsel. Kan de minister-president daarop ingaan?

Ik kom op de economische unie. Het meest concrete voorstel dat nu op tafel ligt, gaat over de zogenaamde lidstaatcontracten. Ook hierbij stel ik de vraag wat er nu precies is afgesproken. In de conclusies lees ik vier punten waarover Van Rompuy in maart met een voorstel gaat komen: de coördinatie van nationale hervormingen, de sociale dimensie van de EMU, de lidstaatcontracten en het solidariteitsmechanisme dat de landen die hervormingen moeten doorvoeren kan ondersteunen. Waar moeten wij bij deze vier punten precies aan denken? Kan de minister-president een toelichting geven? De belangrijkste vraag voor mijn fractie is: wat bieden deze contracten bovenop het reeds afgesproken Europese semester? Er zijn een heleboel afspraken gemaakt over de macro-economischeonevenwichtighedenprocedure, waar ik een groot voorstander van ben, maar wat is dan de meerwaarde van dit soort contracten?

Heel belangrijk voor mijn fractie is de democratische legitimiteit. Ik citeer uit de brief van het kabinet: «De minister-president heeft gewezen op het belang van een adequate democratische legitimatie in het kader van het versterken van de EMU. Daarbij heeft hij benadrukt dat goed moet worden gekeken naar mogelijkheden om de rol van nationale parlementen te versterken.» Hij heeft het punt dus in heel algemene termen opgebracht. Waar denkt de minister-president concreet aan? Er is een brief toegezegd naar aanleiding van een motie-Servaes. Hoe kan een grote rol zijn weggelegd voor de nationale parlementen? Er worden niet alleen conclusies getrokken over de rol van de nationale parlementen, maar ook over die van het Europees Parlement. De conclusie luidt namelijk dat verregaande integratie van beleid moet samengaan met een grotere betrokkenheid van het Europees Parlement. Wat zijn daar de gedachten over? Hoe moet dat concreet vorm krijgen? Wat is de inbreng van Nederland daarin?

De heer Van Bommel (SP): Voorzitter. Het is moeilijk om de uitkomst van deze Europese Raad te duiden. Was het nou een succes of een mislukking? Ik hoor graag wat de minister-president ervan vindt. Ogenschijnlijk is er niet veel besloten, maar ik denk daar anders over. Wij moeten vaststellen dat de methode-Van Rompuy werkt. Die methode behelst dat je eerst een heel ambitieuze agenda, tijdpad en van alles en nog wat presenteert en dat je er vervolgens een paar krenten uithaalt en die binnensleept. Vervolgens krijg je groen licht om de rest van je programma uit te werken. Daarmee wordt het onduidelijk wat en wanneer er precies over zaken besloten wordt. Ik vind dat een bijzonder onbevredigende werkwijze en ik zou wensen dat de minister-president erop aandringt dat er een duidelijke agenda komt, dat er duidelijke besluiten zijn, opdat nationale parlementen hun controlerende taak duidelijk kunnen uitoefenen.

Het belangrijkste feit van deze top – ik meen dat ook in de conclusies te lezen – is dat voorzitter Van Rompuy gewoon mag doorgaan met het uitwerken van zijn agenda met vergaande plannen en stappen op weg naar een politieke unie. Dat bevalt mijn fractie helemaal niks. Wij zouden graag zien dat stapsgewijs wordt aangegeven welke besluiten wanneer worden genomen. In het verslag zou ik meer duidelijkheid willen over de positie van Nederland en die van andere landen. Hoe is de discussie over die verplichte contracten verlopen? Hoe is gediscussieerd over dat solidariteitsmechanisme? Los van inhoudelijke vragen die hierover te stellen zijn, denk ik dat gesteld kan worden dat groen licht is gegeven voor de verplichte contracten voor alle lidstaten in de eurozone. De minister-president ging op pad met de mededeling dat hij ze eigenlijk niet wilde, maar dat hij het punt tegen iets wilde inruilen. De vraag is wat hij ervoor teruggekregen heeft. Het lijkt echt zo te zijn dat die verplichte contracten voor de lidstaten, die gebaseerd zullen zijn op de aanbevelingen uit het Europese semester, dus ook op het europluspact en de Agenda 2020, een vergaande mogelijkheid vormen om in te grijpen in de nationale economieën.

Wat gaat dat solidariteitsmechanisme precies behelzen? De minister-president heeft vooraf steeds aangegeven met zo'n instrument te kunnen instemmen zolang het maar niks kost, zolang het maar geen extra geld of een grotere Nederlandse nettobijdrage zou inhouden. Moeten wij dit mechanisme opvatten als een eerste stap op weg naar een eurozonebegroting? Dat lijkt mij wel aan de orde. Wanneer wij er een apart instrument voor reserveren, dan zal dat uiteindelijk een eigen leven gaan leiden.

Er wordt een sociale dimensie aangekondigd zonder dat daar ook maar enige invulling aan wordt gegeven. Het klinkt natuurlijk altijd goed als je zegt dat je een sociale dimensie wilt toevoegen. Er is massawerkloosheid in Europa. Er is een hoge jeugdwerkloosheid in Europa. Er zijn allerlei problemen op sociaal vlak. Wat gaat die agenda inhouden? Hoe wordt die agenda uitgewerkt en wie gaat het bekostigen? Het verslag bevat niets over de positie van andere landen op deze punten.

Van Rompuy zal samen met Barroso consultaties aangaan. Hoe zal dat proces verlopen? Krijgen wij tussentijds te horen wat de positie van andere landen is, zodat wij de Nederlandse visie daarop kunnen afstemmen?

Tot slot het bankentoezicht. Wij waren tegen het voorstel voor een bankenunie, maar net als bij de invoering van de euro dreigt nu een halfbakken invoering. Hoe kun je toezicht voor de ruim 100 grootste banken overeenkomen zonder dat je weet of je overeenstemming kunt bereiken over het opvangen van eventuele verliezen bij gebrekkig toezicht? Hoe kun je stellen dat de ECB ook kan ingrijpen bij nationale toezichthouders die het grootste deel van de banken moeten controleren? Dreigt in de praktijk geen onduidelijkheid te ontstaan over de vraag wie de echte verantwoordelijkheid draagt? Klopt het dat dit leidt tot grote verschillen tussen eurolanden wat betreft het percentage banken dat door de ECB wordt gecontroleerd? Zo ja, zal dit niet leiden tot verschil in behandeling en zelfs toezichtconcurrentie? Wat is er afgesproken over de stemverhouding in de Europese Bankenautoriteit (EBA)? Versterkt dit de positie van het Verenigd Koninkrijk?

De heer Slob (ChristenUnie): Voorzitter. Een aantal collega's heeft al gevraagd om duidelijkheid. Wat is er precies besloten en wat wordt er straks besloten? De heer Verheijen vroeg volgens mij zelfs om een soort nationale routekaart, opdat wij een beetje weten wat er allemaal gaat gebeuren. Ik moet zeggen dat ik daar zelf ook behoefte aan heb. Het is niet mijn favoriete muziek, maar ik moet in deze tijd wel eens denken aan Mieke Telkamp: waarheen leidt de weg die wij moeten gaan? Als het om Europa gaat, is dat echt ontzettend mistig. Ik snap die mist voor een gedeelte wel. Het heeft te maken met de grote verschillen. Ik heb er begrip voor dat het lastig is om tot eenduidige conclusies en agenda's te komen, maar ik krijg van tijd tot tijd ook de indruk dat die mist heel bewust wordt gecreëerd om heel sneaky toch een bepaalde agenda te kunnen afwikkelen. Als dat laatste het geval is, is dat natuurlijk echt heel kwalijk. Dan is het ook voor ons als parlementariërs lastig om onze controlerende taken goed te kunnen uitoefenen.

Wij zijn op zich blij dat er de afgelopen weken niet besloten is om over te gaan tot een aparte begroting voor de eurozone. De Kamer was daar redelijk eenduidig in. De vraag is wel hoe het nu verdergaat met de bankenunie. Er zijn afspraken gemaakt over bankentoezicht, maar er is heel veel onduidelijkheid rond volgende stappen. De twijfels bij mijn fractie over de route zijn bekend. Wij willen weten wat er gaat gebeuren.

Het is ons evenmin goed duidelijk welke afspraken zijn gemaakt over de bilaterale contracten. Het lijkt wat vooruitgeschoven naar juni 2013, maar ik heb de indruk dat inmiddels een groen sein gepasseerd is. Ik wil weten wat dat precies inhoudt. Waar heeft de minister-president zich aan verbonden? Wat krijgen wij over een paar maanden terug?

Er duikt opeens een soort stimuleringsfonds op: het solidariteitsmechanisme. Wat is dat precies en waar wordt dat uit betaald? In de pers heb ik gelezen dat de premier vindt dat het uit bestaande budgetten moet komen. Er zal dan moeten worden geschoven. De vraag is welke mechanismes dan weer gaan optreden. Het zijn vaak budgetten waar veel meer landen bij betrokken zijn dan alleen de eurozonelanden.

Er komt een studie naar de sociale dimensie van de EMU, inclusief een sociale dialoog. Wat is dat voor taalgebruik? Zijn dat bezweringsteksten in de richting van bepaalde lidstaten om grote vakbewegingen weer even in het hok te krijgen? Graag duidelijkheid.

Ik ben benieuwd naar de besprekingen rond de exitcondities. Er is een motie van de ChristenUnie aangenomen op grond waarvan criteria moeten worden opgesteld. Zijn daarvoor de eerste stappen gezet? Komt men in beweging? Wij hebben de premier uitgedaagd om dit nationaal op te pakken.

Is er gesproken over het voorzitterschap van de eurogroep? In de pers heb ik daar wel iets over gelezen. De naam van onze kersverse minister van Financiën, de heer Dijsselbloem, gaat rond. Ik snap dat de minister-president daar straks niet te veel over wil zeggen, maar ik moet eerlijk zeggen dat wij grote twijfels hebben of Nederland dat moet gaan doen. Allereerst is de minister nog echt kersvers. Hij is goed begonnen aan zijn ongelofelijk zware taak, maar dit kan wel eens zo'n grote belasting voor hem persoonlijk worden, dat het te veel van het goede is. Los daarvan zijn wij bang dat Nederland als voorzitter min of meer spokesman wordt van Duitsland en Frankrijk en dat daarmee onze eigen positie in de eurogroep minder sterk wordt. Kortom, denk nog even heel erg goed na voordat dit soort posities worden ingenomen, hoe eervol ze ook zijn.

De heer Servaes (PvdA): Voorzitter. Ik dank de minister die ons deze brief heeft doen toekomen. In het debat van vorige week zei ik al dat deze top vooral zou gaan over het nemen van besluiten over de bankenunie. Gelukkig is dat inderdaad gebeurd, zij het dat de echte besluiten misschien door de ministers van Financiën werden genomen, waardoor de regeringsleiders er slechts een mooie strik om hoefden te doen. Goed nieuws dus, maar het verslag roept nog wel de nodige vragen op.

Een aantal collega's heeft al gesproken over de kleine banken. In de brief staat dat de ECB de mogelijkheid heeft om in te grijpen of om toezicht op te leggen. Hoe werkt dat precies? Wanneer kan de ECB dat doen? Welke garantie hebben wij dat als de ECB zich bijvoorbeeld over kleinere banken in Duitsland wil buigen, hij er dit keer wél in slaagt om het verzet van de Duitse regering te breken?

Dan de bail-in van de private sector. De premier schrijft dat hij zich ingezet heeft om het voor elkaar te krijgen dat private investeerders steeds de eerste klap opvangen. Is hij daarin geslaagd? Hoe zal hij daar de komende tijd in slagen?

Er staat een wat cryptisch zinnetje in het verslag over het resolutiemechanisme. Dat moet door de financiële sector zelf gevuld worden, maar er komt ook een publieke achtervang, «waarbij eventuele publieke steun via heffingen op de financiële sector wordt teruggevorderd». Is dit de uitwerking van de financiëletransactiebelasting? En past dat in de voorwaarden die in het regeerakkoord verwoord zijn?

De kapitaaleisenrichtlijn zou voor het eind van dit jaar doorgevoerd moeten zijn. Dat lijkt niet te gebeuren. Wat zijn daar de consequenties van?

Ik kom op het Van Rompuyrapport. Er zijn feitelijk geen resultaten geboekt en dus ook geen strepen in het zand gezet over zaken die sommige mensen wilden tegenhouden. Ook wij vinden het belangrijk dat het proces dat wij de komende tijd ingaan, voor de nationale parlementen zo transparant mogelijk is. Concrete voorstellen moeten door de Commissie worden opgesteld, zodat wij ze hier kunnen bespreken. Wij moeten niet weer een paar dagen van tevoren een rapport te zien krijgen waarop wij dan nauwelijks kunnen reageren. Graag een reactie van de premier. Welke garantie hebben wij dat, als wij een halfjaar extra tijd hebben, er straks iets beters ligt? Wat gaat er de komende zes maanden veranderen?

Wat bij mij tot een positieve reactie leidt, is dat de sociale dimensie van de eurocrisis nu ook echt erkend wordt. Ik heb daar vorige week in het debat voor gepleit. Wij kunnen geen economische unie hebben als wij niet ook kijken naar de sociale aspecten die bepaalde maatregelen met zich meebrengen. Dat is nu expliciet opgenomen in het huiswerklijstje van Van Rompuy. Dat doet ons deugd, maar de vraag is wel hoe wij dit gaan uitwerken. Is de premier bereid om vanmiddag, wanneer hij met de sociale partners van Nederland om de tafel zit, dit punt aan de agenda toe te voegen? De werkgevers hebben in de campagne uitgebreid aangegeven dat zij Europa heel belangrijk vinden. De vakbond heeft de Kamer vorige week bij brief laten weten welke aspecten hij belangrijk vindt. Het lijkt mij een goed idee om Europa expliciet bij dat betoog te betrekken.

De heer Tony van Dijck (PVV): De heer Servaes vraagt aandacht voor de sociale dimensie. Dat doet mij denken aan al die miljarden die wij naar Griekenland gooien en die niet terechtkomen bij de Griekse burger, maar bij de banken, bij de ambtenaren en hun salarissen. Wat vindt de heer Servaes ervan dat een hedgefonds 500 miljoen winst maakt op de steun die wij aan Griekenland geven? 500 miljoen van ons belastinggeld ten behoeve van Griekenland is rechtstreeks gegaan naar Wall Street, naar de een of andere hedgefondsmanager. Is dat de bedoeling van de heer Servaes? Steun aan Griekenland is steun aan Wall Street?

De heer Servaes (PvdA): Een duidelijke vraag met een duidelijk antwoord. Nee, natuurlijk is dat niet de bedoeling. Ik heb vorige week duidelijk gemaakt dat die sociale dimensie voor mij belangrijk is. Hervormingen die in landen worden doorgevoerd, moeten niet alleen gaan om bezuinigen. Er moet juist gekeken worden naar manieren om banen te creëren, om de enorme jeugdwerkloosheid aan te pakken. In de methode die nu ontwikkeld is rond de macro-economische onevenwichtigheden, wordt niet alleen naar zaken als de handelsbalans gekeken, maar juist ook naar die sociale dimensie. Het gaat niet over extra geld. Als wij een methode in Europa afspreken, moet dat niet alleen een neoliberale methode worden, maar moet juist ook naar de sociale dimensie worden gekeken. Juist mijn partij heeft erop gehamerd dat er belasting geheven wordt bij de Griekse elite die zijn geld wegsluist naar het buitenland. Wij staan aan dezelfde kant, mijnheer Van Dijck.

De heer Tony van Dijck (PVV): De heer Servaes is nieuw in de Kamer, maar al vanaf 2008 gooien wij miljarden naar Spanje, Ierland, Portugal en Griekenland, en dat geld komt niet bij de bevolking terecht. Er wordt niet geïnvesteerd in werkgelegenheid. Ik kan de heer Servaes uit de droom helpen: al die miljarden komen ten goede van de banken. Vorige week hebben wij 40 miljard overgemaakt naar Spanje voor de banken. Al dat geld naar Ierland, 67,5 miljard, was voor de banken.

De voorzitter: Wat is uw vraag?

De heer Tony van Dijck (PVV): Of de heer Servaes van de PvdA zich realiseert dat wij honderden miljarden euro's naar de banken gooien? Zogenaamd helpen wij die landen, maar eigenlijk helpen wij Wall Street en de financiële sector.

De heer Servaes (PvdA): Nogmaals, wij praten langs elkaar heen. Het gaat om twee verschillende zaken. Ik ga graag een andere keer het debat aan over Griekenland of over de bankensteun, maar het gaat mij nu om het economisch bestuur waarover wij in Europa afspraken maken. Dat moet niet alleen toezien op zaken die op het liberale vlak liggen, maar juist ook op de sociale elementen.

De heer Omtzigt (CDA): Voorzitter. Ik dank mijn collega's, want dankzij hun vragen kan ik mijn betoog binnen de vier minuten houden. Ik zie met veel belangstelling het voorstel van de VVD-fractie tegemoet voor het transparanter maken van het proces. Ik zou bijna Onze Taal opbellen om te bekijken of deze vereniging hulp kan bieden in Brussel bij het begrijpelijk uitleggen van wat er precies besloten wordt. De stukken zijn niet buitengewoon leesbaar. Ik vraag de regering om dit niet af te doen als iets van een wat vermoeide parlementariër. Deze newspeak belemmert echt het zicht op wat er precies besloten wordt. Wil je een bankenunie? Zet er dan bankenunie in. Er wordt nu te vaak omheen gepraat. Daarom wordt door zovele collega's gevraagd naar de precieze betekenis van passages.

Iets dergelijks gebeurt rondom de vraag of de heer Dijsselbloem nu wel of geen kandidaat is voor het voorzitterschap van de eurogroep. Hoe werkt die procedure? Volgens mij worden wij hier weer op precies dezelfde wijze verrast. Er is geen procedure, er is geen kandidaat, dan is er ineens een voorzitter en dan moeten wij begrijpen hoe het gebeurd is. Het zou best eervol kunnen zijn. Buiten de microfoon zegt de minister-president dat het een succesje geweest zou zijn. Dat vind ik interessant. Ik stel voor dat hij te rade gaat bij de Egyptisch-koptische kerk, waar de paus per loterij gekozen wordt. Dat kan natuurlijk ook bij de eurogroep. Allemaal in een mandje en daar gaan we!

Van Rompuy mag een voorstel gaan uitwerken voor de lidstaatcontracten. Wat wordt er uitgezocht? Wordt het een voorstel binnen de interventieladder of wordt het een contract voor elke lidstaat? Dat laatste zien wij op geen enkele wijze zitten. Welke visie heeft de premier hierop? Volgens het verslag heeft de minister-president gezegd dat Nederland de contracten die op basis van wederzijdse overeenstemming worden gesloten, ziet als een potentieel instrument om een positieve prikkel te doen uitgaan naar landen ... Bladibla. Deze zinsnede stelt ons niet gerust. Bij vrijwillige contracten is er geen prikkel en bij verplichte contracten wordt soevereiniteit overgedragen. Kan de regering garanderen dat contracten alleen aan de orde komen in de interventieladder? Graag een heldere toezegging.

Ik kom op het ESM. De rechtstreekse kapitalisatie van banken, waar de premier ooit zo tegen was, lijkt in 2013 rond te komen, zo lezen wij in de conclusie. Erkent de premier dit? Voor directe herkapitalisatie als instrument moet de raad van gouverneurs van het ESM – dat zijn de ministers van Financiën – unaniem besluiten om de statuten te wijzigen. Er zijn zelfs mensen zoals de heer Voermans, die van mening zijn dat het ESM-verdrag niet eens voorziet in de mogelijkheid van directe herkapitalisatie. Maar minimaal moet er een unaniem besluit worden genomen. Wanneer zal de vergadering plaatsvinden? Kan de minister-president heel precies schetsen aan welke voorwaarden voldaan moet zijn voor het kabinet de minister van Financiën, die dus in die raad zit, instemt met die stap? Zijn de balansen dan opgeschoond? Is er een stresstest? Is er een resolutiemechanisme? Is er een depositogarantiestelsel? Of springt hij zomaar in het diepe?

Is er nog gesproken over de salarissen van de Brusselse ambtenaren? Nu er geen akkoord is, lijkt het erop dat de solidariteitsheffing vervalt en de nettosalarissen van de ambtenaren per 1 januari fors omhooggaan. Daar was niemand in deze Kamer, inclusief de premier, het mee eens. Wordt ervoor gezorgd dat het inderdaad niet gaat gebeuren, dat de Griekse, Spaanse, Nederlandse en Britse ambtenaren op de nullijn gezet worden of gekort, en de Brusselse ambtenaren, die toch al niet helemaal behoeftig waren, een loonsverhoging krijgen?

De heer Madlener (PVV): Voorzitter. De stukken zijn inderdaad onvoldoende leesbaar, maar ik ben bang dat dit een tactiek is van Brussel. Men wil ons langzaam ergens inrommelen. De baas van mijnheer Rutte, mijnheer Samsom, heeft gisteravond wél heldere taal gesproken. Hij heeft gezegd: wij gaan bevoegdheden overdragen aan Brussel, sterker nog, dat doen wij al. Mijn vraag aan de heer Rutte is: heeft mijnheer Samsom dat met u overlegd? Wat vindt de VVD-fractie daarvan?

De lidstaatcontracten baren ons natuurlijk grote zorgen. Het woord zegt het al: het gaat om een bindende afspraak. En zo'n afspraak raakt onze soevereiniteit. Wat houden die lidstaatcontracten straks in? Is een volgend kabinet gebonden aan zo'n contract? Het leek alleen te gelden voor landen die zich niet aan de afspraken houden, maar de kans dat Nederland zich met zo'n kabinet Rutte II niet aan de afspraken houdt, is natuurlijk levensgroot. Wij vinden dat verkiezingen altijd geheel vrij moeten geschieden en dat een nieuw kabinet geheel vrij is. Het moet aan een nieuw kabinet zijn om geheel vrij beleidskeuzes te maken. Die soevereiniteit willen wij houden. Kan de minister-president garanderen dat op geen enkele wijze een nieuw kabinet ooit gehouden zal zijn aan dit soort contracten? Anders zouden verkiezingen de prullenbak in kunnen.

De heer Tony van Dijck (PVV): Voorzitter. Hij wordt genoemd. In de wandelgangen van Brussel wordt minister Dijsselbloem genoemd als nieuwe voorzitter van de eurogroep. Je kunt met hem goed zaken doen, heet het. De new kid is pas zes weken minister en dat maakt hem lekker groen en kneedbaar. De PvdA, die sinds het uitbreken van de crisis toch al elke cheque tekent, mag best wel eens beloond worden.

Wij moeten uit de euro en niet er dieper in. Het eurofiele kabinet zit al bij Brussel op schoot, maar als deze minister aanschuift als voorzitter van de eurogroep, dan kunnen wij net zo goed de hele Trêveszaal naar Brussel verhuizen. Gaat de premier voorkomen dat onze minister van Financiën voorzitter wordt?

De champagne kon dit weekend open: de banken komen onder toezicht en krijgen daarmee toegang tot een grote pot met geld: het ESM. 500 miljard glimmende euro's liggen te wachten op de zieke en failliete banken. Onze premier pleit constant voor een gezamenlijk resolutie- en depositogarantiefonds. Waarom doet hij dat? Is dat in het belang van de Nederlandse banken? Volgens de PVV is de kans dat een Nederlandse bank gebruikmaakt van zo'n fonds veel kleiner dan dat een Zuid-Europese bank dat doet. Uiteindelijk draaien gezonde banken op voor ongezonde banken. Uiteindelijk betalen de Nederlandse burgers de rekening. Kan de minister dat uitleggen?

Griekenland krijgt weer een cheque, deze keer van 44 miljard. Gisteren las ik weer dat Griekenland nog steeds te weinig belasting int. Het zou 2 miljard belasting ophalen, maar de helft is nog niet binnen. De euroleiders blijven maar roepen dat het goed gaat en dat het einde van de crisis nabij is, maar niets is minder waar. Wij zien Spanje, Ierland, Portugal, Cyprus, Italië. Wij zien allemaal landen die diep in de problemen en de schulden zitten, maar deze regeringsleiders blijven maar roepen dat het goed gaat. Hoe lang denkt de premier dat nog vol te houden, totdat de hele pot leeg is en Nederland failliet?

Minister Rutte: Voorzitter. Ik dank de leden voor de vragen. De opmerkingen over de taal zijn mij uiteraard uit het hart gegrepen, wat niet wegneemt dat mij dit een buitengewoon lastige strijd lijkt. In een Europa met 27 lidstaten is het nu eenmaal onvermijdelijk dat ook in de taal enige ambiguïteit, zo mogelijk constructieve ambiguïteit zit. Ik zie daar eerlijk gezegd weinig verbetering, al doe ik mijn best om teksten waar mogelijk aan te passen. De leden zouden eens moeten zien wat er aan concepten voorligt. Dat is trouwens het geval.

Wat is er op deze top bereikt? De heer Verheijen pleitte voor duidelijke taal en duidelijkheid over de besluitvorming. Anderen, onder wie de heer Van Bommel, vroegen naar de uitwerking van de plannen van Van Rompuy. Er is deze top wel degelijk iets gebeurd. Er lagen drie voorstellen voor. Ten eerste een voorstel voor die lidstaatcontracten. Daarover hebben wij een aantal afspraken gemaakt, waarop ik zo terugkom. Ten tweede was er het idee van een fiscal capacity, een aparte begroting voor de eurozone. Ten derde lag het Duitse voorstel voor om die contracten te voorzien van stimuleringsgeld. In haar persconferentie na afloop sprak de Duitse premier over 10 miljard à 20 miljard voor de volle zevenjaarsperiode.

In de conclusies die na de vierminutenspeeches op donderdagavond voorlagen stond onder 12d verkapt alsnog het hele idee van een schokabsorberingsfonds, dat in feite een vertaling was van die fiscal capacity. Samen met andere landen ben ik erin geslaagd om dit eruit te krijgen. Het hele idee van een schokabsorberingsfonds en een aparte begroting voor de eurozone verdween daarmee achter de einder. Er komt geen begroting voor de eurozone en er komt geen schokabsorberingsfonds. Van Rompuy komt niet met nadere voorstellen daarvoor. Dit is geschrapt.

Wat overblijft, zijn die twee andere elementen. Bij de lidstaatcontracten heeft een verdere inperking plaatsgehad. Er is gezegd dat het met wederzijdse goedkeuring moet. Nederland kan nooit gedwongen worden een contract op te stellen waar iets in staat dat wij niet willen. Ik heb hier al gezegd dat ook het parlement er vervolgens goedkeuring aan moet geven. Daarnaast moet er rekening worden gehouden met een gedifferentieerde aanpak. Daar hoort bij dat wij nooit akkoord zullen gaan met een voorstel waarin staat dat Nederland negatieve gevolgen kan ervaren van het niet naleven van de afspraken zolang wij gewoon voldoen aan onze verplichtingen in het kader van de macro-economischeonevenwichtighedenprocedure. De heer Koolmees vroeg wat dit toevoegt aan het bestaande Europese semester. Ik stel mij die vraag ook al enige maanden. Zolang het die wijn in een nieuwe verpakking is – dat is het feitelijk – vind ik het best. Het is een weerslag van een aantal afspraken die gemaakt zijn in het kader van de macro-economischeonevenwichtighedenprocedure. Voor mij is het volgende cruciaal. 1. Als er al geld tegenover staat, als er al stimuleringsgeld tegenover staat, dan moet dat komen uit het bestaande Europese meerjarige financieel kader, bijvoorbeeld via een herleiding van structuurgeld. 2. De lidstaatcontracten worden gedifferentieerd. 3. Er moet altijd wederzijdse goedkeuring zijn.

De heer Slob (ChristenUnie): Zijn er de afgelopen week principebesluiten genomen waarvan de uitwerking in juni op tafel komt te liggen? Of is er een richting gewezen van wat het besluit moet worden, waarover in juni pas echt definitief wordt besloten, en zijn wij nu nog nergens aan gebonden? Gelden die contracten alleen voor landen die steun krijgen of wordt het breder getrokken?

Minister Rutte: Er is noch ten aanzien van de contracten, noch ten aanzien van het stimuleringsgeld een besluit genomen. Er is zelfs geen principebesluit genomen. Er is alleen gezegd dat wij de feasibility, de mogelijkheid verder willen onderzoeken. Het is dus nog vager. De mogelijkheid, de denkbaarheid van de optie wordt nader onderzocht. Het gaat niet meer om een begroting voor de eurozone. Die is weg. Het gaat niet meer om het schokabsorberingsfonds. Dat verschrikkelijke idee is ook weg. Een land dat plotseling met sterk stijgende WW-lasten te maken zou krijgen, zou dan bij Europa kunnen aankloppen. Resteren de eerdergenoemde ideeën, waarover dus geen besluit, zelfs geen richtinggevend besluit is genomen. Van Rompuy bekijkt de feasibility, de opties die er liggen. Nederland kan ermee leven als alle lidstaten gevraagd wordt zo'n contract op te stellen, mits er geen negatieve gevolgen uit kunnen voortkomen voor landen die zich keurig houden aan de afspraken in het kader van de macro-economischeonevenwichtighedenprocedure en mits het altijd met wederzijds goedkeuren is. Nederland kan gewoon zeggen: er liggen nu voorstellen die wij niet tekenen. Nogmaals, er is niks besloten, maar in die feasibility gaat het langs die lijnen. Het is een oorspronkelijk Duits voorstel om naast alle negatieve dingen – landen houden aan de normen van tekort en schuld – iets positiefs te verzinnen. Dat was het idee van die lidstaatcontracten. Met benchmarking kun je bekijken hoe landen als Brazilië, China en India het op een aantal terreinen doen. Dat kan helpen om Europa, dat verantwoordelijk is voor 25% van de wereldomzet, waar 7% van de wereldbevolking woont en waar 50% van de sociale lasten plaatsvindt, beter te laten functioneren. Dat is de gedachte erachter.

De heer Madlener (PVV): Het is natuurlijk aan de regering om afspraken te maken, vooral met de fracties in de Tweede Kamer. Premier Rutte kan afspraken maken. Het is aan hem om beleidsmaatregelen te nemen. Stel dat het zo doorgaat als het nu gaat en de Nederlandse economie verder in het slop raakt. Dan kan het toch nooit zo zijn dat een volgend kabinet gebonden is aan maatregelen uit zo'n lidstaatcontract? Heeft premier Rutte dat meegegeven aan Van Rompuy? Het huidige kabinet kan een afspraak maken, maar een volgend kabinet kan daar niet aan gebonden zijn.

Minister Rutte: Nee. Het is totale onzin die de heer Madlener naar voren brengt. Dat zou betekenen dat alle wetgeving die wij in Nederland maken, vervalt bij verkiezingen. Dat zou betekenen dat alle begrotingen vervallen bij verkiezingen. Dat zou betekenen dat elke structurele hervorming in de arbeidsmarkt, in de gezondheidszorg of waar dan ook stopt bij verkiezingen. Zo werkt het dus niet.

De heer Madlener (PVV): Dat heet beleidsvrijheid ...

De voorzitter: Het woord is aan de minister-president. Daarna kunt u een vervolgvraag stellen.

Minister Rutte: In de vorige coalitie achtte ook de PVV zich gebonden aan Europese afspraken over tekort en schuld in het kader van de stabiliteit van de euro. Je hebt je aan die dingen te houden. Die gedachte van de heer Madlener maak ik dus niet tot de mijne. Dat neemt niet weg dat de afspraken in het kader van zo'n contract wederzijds moeten worden goedgekeurd, dat er parlementaire goedkeuring voor moet zijn en dat er geen straf op staat als je je er niet aan houdt. Er staat straf op als je je niet houdt aan de afspraken uit het Stabiliteits- en Groeipact. Dat hebben wij in de Fiscal Compact geregeld. Wij hebben het nu over een positief instrument om landen te stimuleren om maximaal in te zetten op de noodzakelijke hervormingen. Als zij dat doen, is de gedachte van Duitsland dat er een potje geld is, een soort herleiding van structuur- en cohesiefondsgeld. Dat is in lijn met onze moderniseringsvoorstellen in het kader van de MFK-discussie. Het moet meer worden ingezet om hervormingen te stimuleren.

De heer Madlener (PVV): Het gaat hier wel om beleid. Verkiezingen gaan erom hoe wij ons aan verdragen gaan houden, hoe wij doelen gaan bereiken. Het doel kan bijvoorbeeld een 3%-norm zijn. Wij wilden dat niet, maar de premier wel. Maar goed, die afspraak is gemaakt. Het kan niet zo zijn dat een nieuw kabinet na verkiezingen qua beleid gehouden is aan die contracten. Kan mijnheer Rutte dat dan op zijn minst garanderen?

Minister Rutte: U maakt die contracten nu heel groot. Stel dat de PVV de absolute meerderheid zou halen en zich niet aan het afgesloten contract zou houden. Dan staat daar geen straf op. Wij zouden dan hoogstens geen geld uit het potje krijgen. Het contract wordt met wederzijds goedvinden gesloten. U kunt besluiten dat dat wederzijds goedvinden is vervallen, maar ik pleit daar niet voor.

De heer Van Bommel (SP): Nu ontstaat een absurdistisch beeld van wat er in Brussel gebeurd is. De minister-president zegt dat er niets besloten is. Voor zover er al iets besproken is, zegt hij dat hij ook niet snapt wat het toevoegt aan het bestaande instrumentarium. Wat heeft hij dan in Brussel op het punt van de lidstaatcontracten zitten doen? Ook uit het verslag krijg ik de indruk dat de voorzitter in ieder geval groen licht heeft gekregen om verder te gaan op het pad van die lidstaatcontracten en daarin iets uit te werken. Als de minister-president staande blijft houden dat het niets toevoegt aan het bestaande instrumentarium, dan moeten wij de voorzitter die last ontnemen. Het is toch te zot voor woorden dat hij een halfjaar gaat nemen om iets uit te werken wat niets toevoegt?

Minister Rutte: Ik was altijd al van mening dat de lidstaatcontracten heel erg lijken op wat wij al doen in het kader van het Europese semester. Ik zie wel degelijk dat er voordelen aan kunnen zitten als je landen via benchmarks stimuleert om nog gerichter afspraken te maken over hun hervormingen. Dat kan een meerwaarde hebben boven de macro-economischeonevenwichtighedenprocedure. Wij moeten afwachten of dat zo is. Nederland heeft dit voorstel niet gedaan. Wij willen met alle plezier die contracten ondersteunen, mits het langs de geschetste lijnen gebeurt. Dan zien wij er ook meerwaarde in. De vormgeving is heel belangrijk, omdat wij ons afvragen hoe de contracten zich verhouden tot de bestaande macro-economischeonevenwichtighedenprocedure. Daarom staat in de conclusies keurig dat er wordt gekeken naar de feasibility en de modaliteiten van de contracten, dat de president in algemene zin zal kijken naar «possible measures and a time bound road-map». Alles staat keurig in het verslag van de top. De leden kunnen dat allemaal lezen.

De heer Van Bommel (SP): Ik heb het gespeld; het is fantastische lectuur. Ik las een enorme ambitie. Je gaat niet een circus met lidstaatcontracten optuigen met allemaal overleg met nationale parlementen die het allemaal ook nog eens moeten goedkeuren. Over al die randvoorwaarden moet heel lang gesproken worden. Is het bezigheidstherapie voor Brussel en de lidstaten? Of gaat het meer behelzen dan de minister-president nu doet voorkomen? De minister-president mag raden welke optie ik het meest waarschijnlijk acht. Ik zal het verklappen: de laatste. Natuurlijk is dit bedoeld als instrument om in de crisis lidstaten meer dwingend een bepaalde richting op te sturen met hun economieën. Anders heeft het volstrekt geen zin. Dan heeft het helemaal geen betekenis en dan moeten wij er absoluut mee ophouden.

Minister Rutte: De eerste optie is het niet en de tweede ook niet. De eerste is het niet omdat dat niets zou toevoegen. Wij hebben gezocht naar een vormgeving waarmee er wel degelijk meerwaarde ontstaat. Het zal echt moeten blijken. Wij zullen de voorstellen van Van Rompuy moeten afwachten. Wij zullen als kabinet ook met de Kamer moeten bespreken of ze ons aanspreken. Een aantal landen zegt dat er geen negatieve consequenties en hooguit positieve consequenties aan die contracten vastzitten. Je krijgt geen straf als je je er niet aan houdt. Die strafmaatregelen zijn al verankerd in de correctieve arm van de macro-economischeonevenwichtighedenprocedure, in de procedure die zit verpakt in het Stabiliteits- en Groeipact. De lidstaatcontracten vormen een reorganisatie van het bestaande structuur- en cohesiegeld om het meer in te zetten op het bevorderen van hervormingen in plaats van op het maar doorgaan met de oude manier. De Kamer weet dat er 180 miljard structuur- en cohesiegeld naar de eurozone gaat, waarvan 110 miljard naar landen die in de problemen zitten. Als wij erin zouden slagen langs dit soort lijnen 10 miljard of 20 miljard zinvoller te besteden, vind ik dat winst. Kamer en kabinet hadden de grote zorg dat wij een begroting voor de eurozone zouden krijgen of een schokabsorberingsfonds waarbij Nederland ineens moet gaan meebetalen aan plots stijgende werkloosheidsuitgaven in Zuid-Europa. Die ideeën zijn van tafel; dat is essentieel. Wat er nu ligt, is een mogelijke verdere aanscherping van de macro-economischeonevenwichtighedenprocedure. Als dat werkt, is dat mooi. Wij zullen met elkaar bekijken waar Van Rompuy mee komt. Vervolgens gaan wij er met elkaar over praten.

De heer Verheijen (VVD): Ik geloof ook niet dat het niets voorstelt, maar ik wil wel bekijken hoe wij ervoor kunnen zorgen dat landen die zich niet aan de afspraken houden, gemakkelijker gedisciplineerd kunnen worden.

Ik heb steeds een link gelegd met het Europese semester. Ik denk dat contracten voortkomen uit de resultaten van het Europese semester. Ik ben het met de heer Madlener eens dat je geen contract afsluit voor tien jaar en wat mij betreft ook niet voor acht of voor vijf jaar. Ik ben er eigenlijk steeds van uitgegaan dat een contract kan voortvloeien uit de jaarlijks terugkerende European semesterdiscussie. Je trekt daar conclusies en landen die aan de verkeerde kant van de streep staan, zouden zo'n contract moeten ondertekenen. Dit zijn wat mij betreft echter jaarcontracten. Ik hoor graag van de premier of dit een optie zou kunnen zijn.

Tweede punt is het solidariteitsmechanisme. Ik begrijp nu hoe de premier het uitlegt. Wat ons betreft moet dit binnen het MFK passen. Het is dan echter wel een punt van zorg dat binnen dat MFK weer een verschuiving plaatsvindt naar zwakke gebieden, terwijl wij het MFK juist willen inzetten voor sterke gebieden waar ook innovatie plaatsvindt. Het is dus een punt van zorg dat het MFK niet sterker, maar juist zwakker wordt doordat het is gericht op de zwakke broeders c.q. op mensen die niet hervormen.

De voorzitter: Voor de kijkers thuis: MFK is het meerjarig financieel kader. Ik vraag de minister-president om de gevraagde visie een beetje kort weer te geven, vooral ook omdat hij in een tijdsklem zit.

Minister Rutte: Ik ben het niet met de heer Verheijen eens over het MFK. De Kamer en het kabinet hebben nu juist afgesproken dat Nederland niet inzet op het naar zich toetrekken van al te veel cohesie- en structuurfondsgeld. Wij willen het MFK juist veranderen. Er blijft natuurlijk wel een cohesie- en structuurfondspot over. Die richt zich wat ons betreft meer op gebieden die moeten worden ontwikkeld. Daarom zijn wij ook tegen de gedachte van een soort tussencategorie van landen die in het meerjarig financieel kader dreigen te komen; dat zijn de landen die in een transitiefase verkeren. Precies met het oog op die gedachte hebben wij gezegd: dit zou je eigenlijk niet moeten doen. Dit neemt niet weg dat op dit moment, zo zijn de feiten, van de 180 miljard die naar de eurozone gaat in het kader van cohesie- en structuurgeld, sowieso al 110 miljard gaat naar landen die ernstige problemen hebben. Ik zou wensen dat iedere kans wordt aangegrepen om de cohesie- en structuurfondsen te herstructureren en ze meer klemmend te maken voor hervormingen die je wilt afdwingen in plaats van een soort automatisme dat geld dat er nog is, naar allerlei landen kan gaan mits er maar cofinanciering is.

Ik kan mij heel goed voorstellen dat in principe contracten worden gesloten voor een jaar. Sommige hervormingen kun je echter niet in een jaar vormgeven; dat was ook mijn discussie met de heer Madlener. Als een land afspreekt om de arbeidsmarkt in een bepaalde richting te gaan hervormen, geldt voor de contractduur misschien een jaar, maar de uitwerking duurt automatisch langer. Dan is het straks aan premier Madlener om te zeggen: Rutte heeft het afgesproken, maar ik ben nu premier en ik schrap die afspraak.

De heer Koolmees (D66): Ik ben een beetje in verwarring over de lidstaatcontracten. Ik vroeg hoe die zich verhouden tot het Europese semester. De minister-president zei zonet: het stelt niets voor, het voegt niets toe aan wat we al hebben afgesproken. Vervolgens zei hij: wij gaan ons best doen om het wel iets te laten voorstellen, bijvoorbeeld door geld dat wij nu ook al uitgeven aan cohesiefondsen, effectiever in te zetten om hervormingen te financieren. Daarna zei de minister-president echter in reactie op de heer Van Bommel: de lidstaatcontracten kunnen ook een vorm zijn om de macro-economischeonevenwichtighedenprocedure aan te scherpen. Wat is het nu? Is het een aanscherping van de macro-economischeonevenwichtighedenprocedure of stelt niets voor? Het betoog van de minister-president heeft mij een beetje in verwarring gebracht.

Minister Rutte: Het laatste wat ik wil, is de kersttijd ingaan met een verwarde heer Koolmees. Ik zal daarom volstrekte duidelijkheid verschaffen ook al is nog veel onbekend. In die zin is enige ambiguïteit in deze kerstperiode voor ons allen niet uit te sluiten. Ik volgde de heer Koolmees in zijn betoog dat het oorspronkelijke idee van de contracten ook bij mij de vraag opriep wat het zou toevoegen aan de bestaande procedures voor het Europese semester. Nederland heeft toen laten weten dat het een aantal overwegingen heeft: het wil geen begroting voor de eurozone en ook geen schokabsorberingsfonds. Die zijn inmiddels weg, dat is dus gelukt. Om dingen weg te krijgen, moet je natuurlijk wel op sommige andere punten die minder erg zijn, een beetje mee bewegen. Wij hebben dus vervolgens gezegd: kunnen wij op dit punt een constructieve opstelling kiezen om te voorkomen dat het inderdaad niets meer is dan de bestaande procedure? Dat is precies de zorg die de heer Koolmees heeft geuit en die ik deelde.

Hoe dit uiteindelijk wordt vormgegeven, zal blijken als de heer Van Rompuy met zijn voorstellen komt. Het kabinet zal zich daarover een oordeel vormen en de Kamer kan dat ook doen. Er is echt helemaal niets besloten, maar hij komt nu met voorstellen. Ik heb in de discussie ingebracht, en ik kreeg de indruk dat dit ook resoneerde in de vergadering, dat je, als je het doet, niet naar een soort gemiddelde moet toegaan, maar dat je benchmarkt tegen de besten. Dan worden landen echt uitgedaagd om omhoog te gaan en hun hervormingen ook zodanig in te zetten. Het cohesie- en structuurfondsgeld wordt dan in beperkte mate gerekanaliseerd waardoor het in een richting gaat die Nederland wenselijk acht. Daar maak je dan positief gebruik van. Op die manier wil Nederland hier wel met een positieve blik naar kijken. De zorg van de heer Koolmees dat het niet meer is dan wij al hadden, zou geen goede uitkomst zijn. Daarom proberen wij er iets meer ambitie onder te leggen. Het is echter van belang dat er geen straf op staat. De strafkant zit op het SGP en de macro-economischeonevenwichtighedenprocedure. Bijna alle leden van de Raad hebben uitgesproken dat als dit doorgaat, dit vooral ook is bedoeld als een positief instrument bovenop het bestaande instrument dat al straffen bevat.

De heer Koolmees (D66): Ik ben nog steeds een beetje in verwarring. Ik begrijp dat de minister-president een voorstel wil doen om mee te bewegen met andere landen in Europa. Het doel is dan wel degelijk een aanscherping van de macro-economischeonevenwichtighedenprocedure, want anders zou het niets toevoegen en niets bijdragen aan de oplossing van de crisis. Ik neem aan dat de minister-president deze mening deelt. De inzet van het kabinet is dus blijkbaar dat met een goede vormgeving van de lidstaatcontracten, de macro-economischeonevenwichtighedenprocedure meer body kan krijgen. Dat zou ik toejuichen, want ik pleit hier al jaren voor. Daarnaast moet worden voorkomen dat dit soort crises kunnen ontstaan. Het moet dan echter wel body hebben en het mogen geen leuke contracten zijn waaraan je je niet hoeft te houden.

Minister Rutte: In de macro-economischeonevenwichtighedenprocedure is de strafkant opgenomen. Ik merkte dat niemand die er iets over heeft gezegd, dat waren landen met allerlei verschillende inclinaties in die discussie, wilde dat er nog een instrument wordt toegevoegd dat ook een strafkant bevat. Dat is niet de bedoeling van de lidstaatcontracten. Daarin wordt niet bepaald: u hebt zich niet aan het contract gehouden en nu moet u een boete betalen. Die boete zit al in de correctieve arm van de macro-economischeonevenwichtighedenprocedure. De Duitsers hebben ervoor gepleit, het te gebruiken als een klein potje stimuleringsgeld. Mevrouw Merkel, de Duitse kanselier, heeft altijd de gedachte geopperd dat er naast de harde instrumenten die de afgelopen tijd zijn geïntroduceerd, ook iets moet zijn dat landen extra stimuleert om behalve de pensioenen en uitkeringen te verlagen en mensen te ontslaan, wat in Zuid Europa is gebeurd, ook de andere kant van de economie op orde te krijgen door hervormingen. Zo is het ooit ontstaan en ik heb daar op zichzelf sympathie voor, als je het ook op die manier vormgeeft. Maar mijn zorg was inderdaad ook: als je niet oppast, is het niets meer dan wij al hadden. Het moet dus iets meer zijn en in die zin kan ik de formulering van de heer Koolmees volgen. Het kan heel goed de vorm krijgen van een aanscherping van die procedure, maar wij moeten afwachten waarmee Van Rompuy komt.

De heer Servaes (PvdA): Ik vind het een slechte gedachte om af te wachten waar de heer Van Rompuy mee komt. Ik heb de regering eerder opgeroepen om zelf met ideeën te komen. In de conclusies staat nu ook dat de contracten om een gedifferentieerde aanpak vragen. Je kunt je zo drie fasen voorstellen: landen die het goed doen, landen die in de preventieve fase verkeren en landen die in de correctieve fase verkeren. Wil de minister-president voor die drie fasen aangeven hoe zo'n contract eruit zou moeten zien, of die contracten afdwingbaar zijn en welke incentives er zijn?

Dat brengt mij op het tweede punt. De premier zegt dat de bestaande middelen uit het MFK kunnen worden gebruikt als stimulans. Ik zie daar toch een probleem, alleen al in de tijd. Was niet de gedachte dat wij al begin volgend jaar een akkoord proberen te sluiten over de meerjarenbegroting? Dit zou eigenlijk al vorige maand gebeuren, maar dit is nu verschoven naar begin volgend jaar. Hoe zal dit verlopen? We sluiten een akkoord over een meerjarenbegroting, maar pas maanden later, in juni, zullen wij spreken over manieren om deze contracten te voorzien van een financiële incentive. Volgens mij gaat dit niet samen.

Minister Rutte: Wat betreft het tweede punt, in de concepten voor het meerjarig financieel kader is hierover een zinnetje opgenomen. We moeten natuurlijk afwachten of dat erin blijft. Nederland is er zeer voor dat de besteding van het geld van de cohesie- en structuurfondsen ook gelinkt is aan het wegnemen van inbalansen. Dus dat maakt het mogelijk om een stuk ervan eventueel om te buigen in deze richting. Daar komt bij dat de discussie over het meerjarig financieel kader vooral betrekking heeft op de plafonds en dat daarna nog heel veel wetgeving moet worden gemaakt voor de manier waarop die fondsen besteed worden. Ook dan heeft Nederland een moment om invloed uit te oefenen.

Ik kan mij vinden in de wat de heer Servaes zegt over het eerste punt. Ik weet niet of het precies die drie zijn, maar zo willen wij de discussie beïnvloeden. Er zijn landen die helemaal geen probleem hebben, er zijn landen die preventief met allerlei dingen bezig zijn en er zijn landen die structureel te weinig aan hervormingen doen. Daarmee heb je een soort mini-escalatieladder op dit specifieke onderdeel naarmate die contracten dwingender worden. Ik verwacht dat er geen voorstellen komen met een strafkant. Dat zit immers al vervat in de correctieve arm van de macro-economischeonevenwichtighedenprocedure.

De voorzitter: Ik kijk even naar de klok. Ik vraag de leden om iets puntiger te zijn in hun vragen en de minister-president om iets puntiger te zijn in zijn antwoorden.

Minister Rutte: Terecht is opgemerkt dat de Ecofin al tot een conclusie over het bankentoezicht is gekomen die ook de Nederlandse regering zeer bevalt. Nederland heeft zich er sterk voor ingezet dat de effectiviteit van het toezicht en het moment waarop de Europese Centrale Bank zal besluiten om dat toezicht ook werkelijk in te zetten, een belangrijke besluitvormingsmoment is. Ik verwacht dat het eerder 2014 is voordat alles functioneert dan 2013. Wij hebben in de Europese Raad gekeken naar de contouren van de volgende stap en die moeten nu worden uitgewerkt. Als je een bankentoezicht hebt, wat betekent dat dan voor zaken als een resolutiemechanisme en een DGS-stelsel et cetera. Voor Nederland zijn een paar dingen essentieel zoals de vraag welke problemen er nog zijn bij de banken en de legacy issues. Verder de bail-in van de rekeninghouders en andere crediteuren die bij banken betrokken zijn. Dit betekent dat niet alleen wordt gekeken naar de Staat c.q. het stelsel als geheel, maar ook binnen het bancaire stelsel zelf en naar de mensen die daar direct bij betrokken zijn. Ten derde, waar voor het bankentoezicht al belangrijke stappen worden gezet in de sfeer van het single rule book, moeten die verder worden uitgebreid. Daarbij komen aspecten aan de orde als: kan een bank straks nog wel staatsobligaties van het eigen land kopen en in welke mate kan dat? Je wilt immers een scheiding tussen banken en overheden, dan moet je ook afspraken maken over hoe ver dat gaat.

Op al die punten beviel de discussie mij. Die is voor een deel ook expliciet in de conclusies terug te vinden, bijvoorbeeld in de opmerkingen over het single rule book en de legacy assets. Mijn tevredenheid geldt ook de reacties van de president van de Europese Centrale Bank die laten zien dat het denken van Nederland en de Europese Centrale Bank zeer convergeert.

Ik kom nu bij de specifieke vragen die hierover zijn gesteld. In de eerste plaats de vraag naar het Europees depositogarantiestelsel. Besloten is te komen tot de harmonisatie van de nationale depositogarantiestelsels. Dit is de eerste stap op weg naar een Europees depositogarantiestelsel, want zonder geharmoniseerde nationale regels voor het DGS is een Europees DGS onmogelijk. Dit is dus typisch een opbouw in stappen.

Verder is gevraagd naar het toezicht. De Europese Centrale Bank heeft uiteindelijk ook gezegd dat het buitengewoon ingewikkeld wordt om 6000 banken in één keer onder het toezicht te brengen. Daarom is een afspraak gemaakt over direct toezicht en het zogenaamde indirecte toezicht. De 200 banken die onder direct toezicht staan, bezitten 65% van alle activa van de banken in Europa. Dus ongeveer twee derde van de totale activa is in bezit van die kleine groep banken. Daarbij is afgesproken dat de ECB gebruik zal maken van nationale toezichthouders. Bij direct toezicht neemt de ECB toezichtbesluiten en helpen nationale toezichthouders bij de voorbereiding. Bij het indirect toezicht nemen de nationale toezichthouders de toezichtbesluiten; zij staan onder toezicht van de ECB. Er is dus een soort systeemtoezicht op de nationale toezichthouders.

Dit is voor Nederland heel belangrijk. Het is bekend dat wij met Frankrijk optrokken. Wij vroegen om zo snel mogelijk alle banken onder toezicht te brengen. De Duitsers, dat bleek ook uit de media, vroegen of dat nu wel nodig was voor bijvoorbeeld de Sparkasse. Daarom is voor Nederland belangrijk dat de Europese Centrale Bank het recht heeft om andere banken dan die 200 onder direct toezicht te stellen. Dat is ook expliciet afgesproken. Overigens staan naast die 200 banken, ook de banken die directe bankensteun krijgen van het ESM vanaf het begin onder toezicht van de Europese Centrale Bank.

De heer Verheijen (VVD): Volgens mij zijn wij het hier redelijk breed, op een aantal partijen na, eens over de richting van de bankenunie. Ons ongemak zit nog een beetje in de meetbare momenten, dat wil zeggen: wanneer ga je over naar de volgende stap?

Minister Rutte: Ik kan toezeggen dat er nog een verslag komt van de Europese top en de Ecofin. Voor zover dat al kan, wordt in dat verslag ingegaan op een stappenplan. In ieder geval wordt aangegeven wat wij daarvan vinden, want een en ander is natuurlijk nog onderdeel van Europese besluitvorming. Dat verslag komt deze week.

Ik ben nog het antwoord schuldig op een aantal andere meer detailvragen, onder meer over het prudentieel toezicht. De Capital Requirements Directive, dat is nummer vier, is niet aangenomen voor het einde van het jaar. De vraag is wat daarvan de consequentie is. Dit onderdeel zal worden aangenomen voor de start van het toezicht. Ik heb daarover gesproken met de heer Draghi. Ik wilde bereiken dat in het verslag expliciet wordt vermeld dat CRD4 een absolute randvoorwaarde is voor toezicht. De heer Draghi antwoordde dat hij ook geen toezicht kan houden als hij dat ding niet heeft. Zonder CRD4 mag hij toezicht houden, maar waarop en hoe dan? Met andere woorden, dit moet zo snel mogelijk worden aangenomen al wordt de Europese planning dat dit voor het einde van het jaar zou gebeuren, niet gehaald.

De heer Koolmees heeft gevraagd naar de scheiding tussen de raad van toezichthouders en het bestuur van de ECB. De raad van toezichthouders besluit. Het bestuur van de ECB neemt dat besluit automatisch over, dat is het plan, tenzij het expliciet bezwaar maakt binnen een beperkte termijn. Dan moet de raad van toezichthouders een nieuw besluit nemen; dat is de zogenaamde silent procedure. De voorzitter en de vicevoorzitter van de raad van toezichthouders worden benoemd door de Ecofin-Raad. Ook dit is erop gericht het onderscheid tussen het toezicht en het monetair werk van de ECB te versterken. De leden van de raad van toezichthouders mogen geen monetaire taken hebben.

Tot slot was er nog de lastige kwestie van de stemprocedure in de European Banking Authority. Landen als het VK zeiden: dadelijk is iedereen lid van de eurozone en dan kunnen wij worden overstemd. Er is een voorlopige oplossing gevonden die voor het VK draaglijk is en die acceptabel is voor de leden van de eurozone, namelijk dat er voordat een besluit wordt aangenomen, een simpele meerderheid moet zijn bij zowel de lidstaten die vallen onder het ECB-toezicht als bij de niet-participerende lidstaten. Ik heb hierover gesproken met de heer Cameron tijdens zijn bezoek. Toen hing nog een andere suggestie in de lucht, maar uiteindelijk is tot deze oplossing besloten die zowel voor de Britten als voor de Zweden maar ook voor de leden van de eurozone acceptabel is. Dat was nodig omdat werd gevreesd dat de eurozone anders via de EBA besluiten zou kunnen nemen die ook vergaande gevolgen hebben voor de City. Op deze manier kan worden voorkomen dat dit gebeurt zonder dat het VK daarmee instemt.

De heer Servaes (PvdA): Er zijn nog twee vragen blijven liggen. In de eerste plaats over de bail-in debt. Verwacht de premier dat dit element er in komt, dat wil zeggen dat de private sector steeds de eerste klap moet opvangen? In de tweede plaats over het zinnetje dat een heffing wordt ingesteld die toch verdacht veel lijkt op een financial transaction tax.

Minister Rutte: Dit laatste is niet de financial transaction tax, want voor Nederland geldt dat wij die niet willen besteden aan zaken buiten Nederland, dat hij zo veel mogelijk moet anticumuleren met de bestaande bankenbelasting en dat hij geen effecten mag hebben op ons pensioenstelsel. Bovendien doen lang niet alle landen mee aan de FTT. Tot nu toe hebben elf of twaalf landen zich aangemeld voor die versterkte samenwerking.

De bail-in staat er niet expliciet in. Als je dat soort termen expliciet opneemt, heeft dat effecten op de markt. Als je kijkt naar de tekst onder hoofdstuk 11, hoe ambigu ook, dan wordt er wel degelijk gehint op de bail-in. Voor Nederland is dit in ieder geval absolute randvoorwaarde voor een akkoord over de uitwerking van de voorstellen voor resolutiemechanismes.

De heer Omtzigt (CDA): Ik heb gevraagd wanneer het ESM zodanig wordt veranderd dat directe herkapitalisatie mogelijk wordt en vooral welke precieze stappen Nederland noodzakelijk acht voordat het hiermee überhaupt zal instemmen.

Minister Rutte: Dit staat in conclusie 10. Er moet eerst sprake zijn van effectief toezicht. Ik heb al gezegd dat je dan eerder praat over 2014 dan over 2013. Wij verwachten dat rechtstreekse herkapitalisatie niet eerder kan plaatsvinden dan in 2014. Daarnaast zal de ESM-board een unaniem besluit moeten nemen zoals de heer Omtzigt heeft geschetst. Uit conclusie 10 blijkt dat de ESM-board daar pas aan kan beginnen als het operationele framework beschikbaar is, inclusief de discussie over de legacy assets, en er bovendien sprake is van effectief toezicht als zodanig. Ik heb al eerder gezegd dat het effectieve toezicht pas mogelijk is als de ECB vaststelt dat het zo ver is. Dit wordt niet verwacht voor maart 2014.

De heer Omtzigt (CDA): Dat begrijp ik, maar wil de minister-president in een brief aan de Kamer duidelijk beschrijven welke voorwaarden er zijn gesteld? Het moet echt nog een slag preciezer dan in de conclusies staat. Wil hij de Kamer ruim tevoren informeren als er een voorstel ligt om akkoord te gaan met deze wijziging, want dit is een majeure stap? Daarvoor bestond niet ten onrechte koudwatervrees. Ik wil dat tijdpad precies geschetst zien.

Minister Rutte: Ik kreeg destijds in het debat de indruk dat de fractievoorzitter van het CDA hier enthousiast over was. Ik begrijp niettemin dat de heer Omtzigt precies wil weten hoe dit zal vorm krijgen. Ik zal het antwoord meteen geven, dat scheelt weer een brief. Het Europees toezichtmechanisme moet effectief zijn. Dat zal de Europese Centrale Bank moeten aangeven. Ik zei net al dat je dan minstens over 2014 praat. Het ESM kan alleen als laatste redmiddel worden ingezet; eerst betalen de aandeelhouders en de private crediteuren, de bail-in, dan moet het verlies worden genomen door de nationale overheden en pas daarna komt het ESM in beeld. Daarmee wordt ook gegarandeerd dat de problemen van de legacy assets zo veel mogelijk worden opgeruimd voordat het ESM aan de lat staat. Er komt geen directe financiering van niet-levensvatbare banken of van bad banks. Dit zijn de randvoorwaarden die Nederland hanteert. Ik denk dat ik hiermee kan voorkomen dat ik een brief moet schrijven, want daarin zou hetzelfde staan.

De heer Omtzigt (CDA): Ik zou graag willen weten wanneer dit aan de orde zal komen in de board van het ESM.

Minister Rutte: Volgens de conclusies kan dat niet voor 2014, want het ESM zal pas over deze kwestie praten en kan pas een besluit nemen als er effectief toezicht is. Dat effectief toezicht is er op zijn vroegst niet voor maart 2014.

De heer Omtzigt (CDA): De Kamer krijgt ruim tevoren te horen wanneer dit op de agenda staat van de ESM-board?

Minister Rutte: Zeker, dat beloof ik.

De heer Tony van Dijck (PVV): Wij moeten elkaar niet voor de gek houden. Het toezicht is op de agenda gekomen dankzij het feit dat banken rechtstreeks toegang willen tot de pot met 500 miljard. Dat is de enige reden en het is ook hun enige doel. Eerst was nog sprake van dat effectief toezicht moet worden gerealiseerd, terwijl het IMF altijd meekijkt of dat toezicht inderdaad wel effectief is. Daarover hoor ik de minister-president nu niet meer. Nu mag de ECB zelf bepalen of het toezicht effectief is; de slager die zijn eigen vlees keurt. Dat is al een stap in de foute richting.

Ik herinner aan de harde woorden over het resolutiemechanisme, namelijk dat de financiële posities van banken gelijk moeten zijn. Het grote probleem in het bankenlandschap is natuurlijk dat de financiële posities zo ongelijk zijn als wat en dat de banken met hun vingers in de ESM-pot willen zitten. Kan de minister-president de PVV ook garanderen dat de posities in ieder geval gelijk moeten zijn voordat er rechtstreeks toegang komt tot het ESM-fonds?

Minister Rutte: Ik heb net alle randvoorwaarden genoemd. Volgens mij kom ik daarmee ook de heer Van Dijck vergaand tegemoet. Ik heb net op de vraag van de heer Omtzigt toegezegd dat de Kamer nadere informatie ontvangt voordat het ESM überhaupt over zoiets kan beslissen. Wij zullen de zorgen van de heer Van Dijck daar dan ook weer bij betrekken. Ik meen dat ik met het antwoord op de vraag van de heer Omtzigt met de opsomming van de randvoorwaarden voor de directe herkapitalisatie, ook de heer Van Dijck een heel eind tegemoet ben gekomen.

De heer Tony van Dijck (PVV): Eerder lag hier de harde eis op tafel dat van effectief toezicht pas sprake kan zijn als een onafhankelijke partij, het IMF, ons kan garanderen dat het toezicht effectief is en goed op orde. Ik hoor de minister-president daar nu niet meer over. Is dit een van de dingetjes die hij heeft ingeleverd?

Minister Rutte: Integendeel, de heer Dijsselbloem is erin geslaagd een veel hardere voorwaarde te krijgen. Er was discussie over de vraag hoe het begrip « effectief « wordt ingevuld. Nederland verwachtte dat dit nog een heel gedoe zou worden in Europa en dat wij al blij zouden mogen zijn als het zo ver zou komen dat het IMF een soort audit zou doen op het systeem. Veel beter is wat nu is aangenomen, namelijk dat de ECB beslist of hij klaar is voor het toezicht. Wij hadden niet verwacht dat dat zou lukken, maar het is de heer Dijsselbloem gelukt in de nacht van woensdag op donderdag. Wij waren bang dat het besluit zou worden genomen dat de Ecofin zou vaststellen of het toezicht effectief is. Het feit dat de ECB zelf het besluit neemt, is tien keer sterker en veel vergaander.

De heer Tony van Dijck (PVV): De slager gaat kijken of het effectief is.

Minister Rutte: Er zou sprake zijn van een slager die zijn eigen vlees keurt als de Ecofin dat besluit zou nemen. Het was onze angst dat de Ecofin of de eurogroep zou zeggen: wij zijn er klaar voor, want daar zitten de belangen. Er zullen ministers van Financiën zijn die, ook vanwege het punt van de heer Omtzigt over de directe herkapitalisatie, zullen zeggen: hoe eerder hoe beter. Daarom is het cruciaal dat de ECB dat besluit neemt. Ik ben heel blij dat dit gerealiseerd is, want dit is veel harder en gaat veel verder dan toezicht door het IMF. Ik denk dat wij hiermee beter af zijn dan met de oorspronkelijke Nederlandse gedachte over een compromis van ten minste het IMF. We hebben nu een veel mooier resultaat bereikt.

Ik heb al iets gezegd over de democratie. Zoals toegezegd door minister Timmermans ontvangt de Kamer een brief in de aanloop naar het debat over de Staat van de Unie over de rol van het Europees Parlement en de nationale parlementen.

Dan de sociale dimensie. De «sociale dialoog», waar de heer Slob naar vroeg, is een term uit artikel 152 van het Verdrag: «De Unie erkent en bevordert de rol van sociale partners et cetera.». De conclusie onder 12d over de sociale dimensie inclusief de sociale dialoog moet nog verder vorm krijgen. Nederland heeft hierover vorige keer al gesproken. Wij zullen proberen langs deze weg zo veel mogelijk te doen. Daarbij is niet het doel tot harmonisatie van sociaal beleid te komen, want dat zou betekenen dat wij afstand moet doen van ons sociaal model. Het lijkt me niet dat dit hier breed leeft. De ministers van Sociale Zaken van de eurolanden zullen hierover nog nader komen te spreken. De verwachting is dat dit aan de orde komt in de Europese Raad van juni 2013. Het kan ook aan de orde komen in het kader van de Europa 2020-strategie in de Europese Raad van maart. Wij hebben dus nog gelegenheid om hierover met de Kamer te spreken. Ik neem graag de suggestie mee om te bezien hoe wij dit aspect ook een plaats kunnen geven in het gesprek dat nu wordt gevoerd met de sociale partners in Nederland.

Over de reactie op mijn vierminutenbetoog kan ik nog zeggen dat niemand op elkaars vier minuten heeft gereageerd. Overigens maakt niet iedereen gebruik van de mogelijkheid om vier minuten te spreken. Als er niet wordt gesproken over conclusies of in statements, zijn de anderen vaak met andere dingen bezig.

De heer Verheijen (VVD): De vertaling stond wel aan?

Minister Rutte: Ik neem aan dat de vertaling aanstond, maar misschien lag het aan mijn Engels, dat weet ik niet. Ik heb echter ook niet op de anderen gereageerd. Ik heb het punt van de interventieladder opnieuw naar voren gebracht inclusief de mogelijkheid dat landen uit arrangementen als de eurozone kunnen stappen en dat het stemrecht wordt afgenomen. Dit zijn onderdelen van eventueel toekomstige verdragswijzigingen waarop Nederland nu inzet. Nederland zal een kans op een toekomstige wijziging van het verdrag aangrijpen om dit voor elkaar te krijgen.

Over de voorzitter van de eurogroep is niet gesproken tijdens de vergadering. Zoals bekend worden er op dit moment 33 mensen genoemd, namelijk alle premiers minus Juncker en alle ministers van Financiën. Voor hen allen geldt dat zij, als zij gevraagd worden, goed zullen nadenken.

De voorzitter: Er was nog een vraag over de ambtenarensalarissen.

Minister Rutte: Het punt van de ambtenarensalarissen komt terug in de MFF-discussie en in het kader van de jaarbegroting. De heer Omtzigt heeft gevraagd of de netto-ambtenarensalarissen stijgen na het vervallen van de solidariteitsheffing. Ja, doordat er nog geen akkoord is over het ambtenarenstatuut vervalt de solidariteitsheffing eind dit jaar. Hierdoor houdt het EU-personeel netto meer over, maar minder dan de heffing van 5,5% want die gold niet het hele salaris. Die indruk wordt gewekt in het ANP-bericht hierover. De Nederlandse regering vindt dit een merkwaardige ontwikkeling. Anderzijds vervalt eind dit jaar ook de methode voor salarisaanpassing. Dat geeft de lidstaten mogelijk meer grip op de stijging van de EU-salarissen in de toekomst. Hier zitten we dus met het feit dat wij overstemd kunnen worden. Dit is allemaal onderdeel van QMV(Qualified Majority Voting).

De heer Omtzigt (CDA): De premier zegt dat hier speelt dat wij overstemd kunnen worden. Welke landen overstemmen Nederland om ervoor te zorgen dat de ambtenarensalarissen in Brussel kunnen stijgen? Daarvoor zijn er toch een stuk of zeven of acht nodig. Ik zou graag dat rijtje horen.

Minister Rutte: Op enig moment kan Nederland worden overstemd, maar de onderhandelingen zijn vastgelopen. Daarom is er geen conclusie en wordt de situatie voortgezet die ik zojuist heb geschetst.

De heer Omtzigt (CDA): Deelt de premier dat dit buitengewoon onwenselijk is? Is hij bereid dit te agenderen voor de volgende vergadering opdat er beweging komt in dit dossier? Hij negeert nu een Kamerbreed aangenomen motie.

Minister Rutte: Dat is onzin. Ik negeer geen Kamermotie. Wij zijn het volkomen eens, maar als het vastloopt, loopt het vast en dan gaat het bestaande systeem door. Als het kan worden vlotgetrokken, zal ik proberen dit punt te maken want ik ben het er compleet mee eens. Wij hoeven elkaar niet te overtuigen, want dit is bizar terwijl in landen wordt bezuinigd en salarissen worden verlaagd. Laatst bleek uit een artikel in de Financial Times hoeveel honderden Europese ambtenaren meer verdienen dan de premier van Engeland. Ik hoef hier dus niet van overtuigd te worden, want we zijn het compleet eens. Er zijn echter terreinen in Europa waar als het overleg vastloopt, procedures in werking treden waardoor dingen doorgaan. Er zijn ook procedures waarin soms bij QMV kan worden besloten. Ik beloof dat ik de Kamer zal laten weten welke landen tot de zondaren behoren als wij bij QMV worden overstemd.

Voorzitter. Ik heb mijn uiterste best gedaan om alle vragen te beantwoorden.

De heer Van Bommel (SP): Ik begon mijn bijdrage met de vraag naar een appreciatie van de minister-president van de resultaten van deze Europese Raad.

Minister Rutte: Ik hoopte op die vraag, want dan kan ik nog een afsluitend woord spreken. Ik ben positief over deze top, omdat wij op het punt van het bankentoezicht alles hebben bereikt wat wij wilden bereiken. In de conclusies vinden wij alle Nederlandse wensen terug voor de vervolgstappen die moeten worden gezet in de richting van situaties met een resolutiemechanisme. Bovendien zijn de plannen van Van Rompuy voor een begroting en een schokabsorberingfonds nu weg. Verder hebben wij maximale mogelijkheden voor beïnvloeding van de lidstaatcontracten aangebracht. Ik ben dus positief over de uitkomsten van deze top.

De voorzitter: Hiermee zijn wij gekomen aan de tweede termijn van de zijde van de Kamer. Daarvoor hebben de leden ieder anderhalve minuut.

De heer Verheijen (VVD): Voorzitter. Ik heb geen vraag meer aan de premier. Ik maak nog wel twee opmerkingen. In de eerste plaats is het echt zaak dat wij een zakelijke toon kiezen, maar dan moet de heer Van Rompuy dat ook doen in zijn stukken. Ik wil hiermee niet zeggen: de VVD waarschuwt Van Rompuy nog één keer. Ik wilde dit echter nog een keer noemen want het is cruciaal voor het draagvlak dat wij niet de indruk hebben dat we voortdurend achter de feiten aanlopen en dat wij niet iedere zin wantrouwend lezen. Zo kunnen wij niet werken in Europa.

In de tweede plaats wil ik nog eens in de richting van de minister van Financiën benadrukken dat wij in het verslag over de Eurotop en over de bankenunie een duidelijke routekaart willen zien opdat wij helder met elkaar momenten kunnen definiëren en criteria kunnen aanleggen. De Tweede Kamer kan dan controleren of een volgende stap kan worden gezet. Het is heel belangrijk dat wij nooit het gevoel krijgen dat wij erin gerommeld worden.

De heer Koolmees (D66): Voorzitter. Ik dank de minister-president voor de beantwoording van onze vragen.

Het woord ambiguïteit is vandaag vaak gevallen. Dit geldt zowel voor de teksten in de conclusies als ook af en toe voor de houding van het kabinet in Brussel. Ik heb nog een paar aanvullende vragen. De minister-president is blij dat het schokabsorberingsfonds van tafel is, maar tegelijkertijd is nu wel een opdracht gegeven om het resolutiemechanisme uit te werken dat ook een duidelijke publieke pijler bevat, namelijk het ESM. Wat is nu precies het verschil tussen fiscal capacity om schokken op te vangen en de uitwerking van zo'n resolutiemechanisme? Ik ben benieuwd hoe de minister-president hiertegen aankijkt.

Over de lidstaatcontracten zei hij dat dit een aanscherping, misschien wel verbreding, misschien wel een verbetering is van de bestaande macro-economischeonevenwichtighedenprocedure. Zoals bekend is mijn fractie daarvan groot voorstander. Ik wens hem dus veel succes met het aanscherpen en verbeteren daarvan.

Er komt een brief over de democratische legitimiteit waarin ook zal worden ingegaan op de rol van het Europees Parlement. In de conclusies en in de inbreng van de minister-president ging het vooral over de nationale parlementen, maar ik ben ook zeer benieuwd naar de visie van het kabinet op het Europees Parlement.

De heer Van Bommel (SP): Voorzitter. Ik ben blij dat de minister-president zo instemmend knikte toen de heer Verheijen sprak over de nationale routekaart. Ook bij mijn fractie leeft ongenoegen over de onduidelijke gang van zaken en het onduidelijke tijdpad voor de periode na nu. Er worden verschillende data genoemd: maart of juni. Wanneer krijgen wij die nationale routekaart van de minister-president?

Minister Rutte: Deze week of volgende week.

De heer Van Bommel (SP): Dat is mooi. In ieder geval dus spoedig.

Mijn tweede punt heeft betrekking op het stimuleringsgeld. De minister-president stelt dit voor als het reorganiseren van bestaande fondsen. Nu gaat 180 miljard naar de eurozonelanden en 110 miljard naar de probleemlanden. Als het bij reorganiseren blijft, heb ik daar niet zo'n moeite mee, maar ik zie hier ook weer een nieuw instrument opdoemen. Ik zal de minister-president dan ook aan zijn woorden houden dat dit wat Nederland betreft alleen maar een reorganisatie kan zijn.

Ten slotte over de lidstaatcontracten. Pas na een paar keer interrumperen kwam het er uit: ja, het gaat toch om een aanscherping van de macro-economischeonevenwichtighedenprocedure. De reikwijdte van die procedure gaat verder dan de macro-economische onevenwichtigheden. Die procedure gaat ook over het europluspact en ook over Agenda 2020 en daarmee dus ook over alles wat de nationale economieën aangaat. Daar ligt wat mijn fractie betreft het bezwaar. Ik had liever gezien dat de minister-president had gezegd: wij gaan die weg niet op, want wij willen niet dat er op dat punt meer bemoeienis van Brussel komt. Wij kunnen dit er nu niet meer uit te krijgen, want de voorzitter gaat voort met het uitwerken van dit voorstel. Ik zal dit zeer strikt volgen om in ieder geval te voorkomen dat hier een instrument ontstaat dat veel te ver reikt en dat veel te diep ingaat op de nationale economieën zonder dat wij daar verder vat op hebben.

De heer Slob (ChristenUnie): Voorzitter. Ik ben altijd gefascineerd geweest door het surrealisme. Dat is een kunststroming die vorige eeuw zijn hoogtepunt vond in het werk van de schilder Dali. Ik heb nu de indruk dat er sprake is van een kleine revival, maar nu in een variant van de Europese politiek. Dit soort overleggen komen af en toe erg surrealistisch over. Het moet voor het parlement volledig helder zijn waarop wordt afgekoerst, wanneer er wordt besloten maar ook welke keuzes er voor liggen. Ik ben dan ook blij met de toezegging dat de Kamer een nationale routekaart – weer een mooie nieuwe term – zal ontvangen. In het nieuwe kalenderjaar, dat toch ook weer een belangrijk jaar wordt voor de toekomst van de euro en daaraan gekoppeld de toekomst van de Europese Unie, moet duidelijk zijn wanneer wij het kabinet kunnen aanspreken en met elkaar keuzes kunnen maken over eventuele vervolgstappen die moeten worden gezet.

Ik denk dat ik het hierbij laat, want dit wordt nog vervolgd. Ik wens de minister-president alvast fijne feestdagen toe. Ik begrijp dat hij daarnaar uitziet, want hij wilde niet met fitties de kerst in.

Minister Rutte: Met wat?

De heer Slob (ChristenUnie): Met fitties. Kent u dat woord niet?

Minister Rutte: O ja. Wat een modern woord.

De heer Slob (ChristenUnie): Ik dacht dat het vocabulaire van onze minister-president zo breed was. Dat is toch een teleurstelling zo aan het einde van dit debat. Wordt vervolgd.

De heer Servaes (PvdA): Voorzitter. Ik zal geen fittie veroorzaken, maar het is wel surrealistisch om hier met dit soort termen te schermen.

Ik dank de premier voor de beantwoording van de vragen en voor de toezegging dat de Kamer een routekaart zal ontvangen. Dat is heel belangrijk voor de Kamer om haar werk goed kunnen doen, maar vooral ook om de discussie in het land goed te kunnen blijven voeren. Daarom dank ik hem ook voor de toezegging dat dit onderwerp wordt toegevoegd aan de agenda voor het overleg met de sociale partners. Het lijkt mij essentieel dat juist die organisaties bij deze discussie worden betrokken.

Ik heb nog een verzoek om een duidelijkere toezegging. De Kamer ontvangt een routekaart, er is een interventieladder en we krijgen een mooie brief over de mogelijkheden om de democratie verder te versterken. Het kabinet zou echter ook eens op papier moeten zetten wat wij met die sociale dimensie willen. Ik weet niet of dat aan de premier is of aan de minister van Sociale Zaken. Ik ben het met de premier eens dat wij niet tot een harmonisatie moeten overgaan die alle terreinen van de sociale zekerheid betreft, zeker niet. Je kunt echter wel aan minimumgaranties denken. Ik wijs op een element in de conclusie, namelijk de jeugdgarantie waarover kort iets wordt gezegd. Dat zijn toch belangrijke elementen. Ik vraag de premier om in een aparte brief dan wel als onderdeel van die routekaart explicieter aandacht te besteden aan die dimensie die nu dus ook expliciet onderdeel uitmaakt van de agenda van de heer Van Rompuy.

De heer Omtzigt (CDA): Voorzitter. Mijn collega's zijn al ingegaan op de lidstaatcontracten. Ik beperk mij daarom tot het ESM. Natuurlijk zijn wij voorstander, maar dan van een goede bankenunie. Ik herinner aan de eerste fittie tussen de heren Samsom en Van Haersma Buma bij de interruptiemicrofoon over de precieze interpretatie. Het was de heer Buma die juist zei: stap voor stap en niet in één keer die bankenunie in. Niet voor niets werd tijdens de hoorzitting gezegd: beter geen bankenunie dan een verkeerde of slechte bankenunie. Daarom heb ik de minister-president heel specifiek naar de stappen gevraagd, want het is een vergaande overdracht van bevoegdheden, maar ook van het Nederlandse belastinggeld als het ESM de bevoegdheid krijgt tot rechtstreekse kapitalisatie. Daarover moeten wij hier echt een expliciet besluit nemen. Ik ben blij dat de minister-president dat nu ook mogelijk heeft gemaakt met zijn toezegging.

Het is interessant te horen dat de minister-president veronderstelt dat er 33 gelijkwaardige kandidaten zijn voor het voorzitterschap van de eurofunctie. De CDA-fractie had de Griekse premier al een beetje afgeschreven als mogelijk voorzitter. Volgens mij zijn het er echt maar een paar. Ik krijg graag enige aanwijzing of de heer Dijsselbloem of de heer Rutte, die zichzelf net tot kandidaat heeft benoemd, ook in de race is.

Minister Rutte: Ik word ook genoemd.

De heer Omtzigt (CDA): U wordt ook genoemd? Fijn.

Mijn fractie is bezorgd nu blijkt dat de lagere EU-ambtenaren er 0% op vooruitgaan en degenen die al meer verdienen dan de minister-president, er tegen de 5% op vooruitgaan. Als er zo breed overeenstemming is in Europa dat andere vraagstukken kunnen worden opgelost, maar zelfs dit niet kan worden opgelost, vraag ik mij af binnen welke termijn de minister-president een oplossing verwacht.

De heer Madlener (PVV): Voorzitter. Het is schokkend te horen dat de EU-salarissen nu weer enorm zullen stijgen. Ik heb gisteren de resultaten van ons meldpunt Stop de EU-zakkenvullers aangeboden aan minister Timmermans. Meer dan 88.000 mensen zijn het met ons eens en dat in zo'n korte tijd. Dit leeft echt. Het kan niet zo zijn dat wij hier de broekriem aanhalen en in Brussel het feestvieren gewoon doorgaat. Ik verwacht forse stappen van de heer Rutte in die richting.

Ik heb gevraagd wat zijn politieke baas, de heer Samsom, bedoelt als hij zegt dat bevoegdheden worden overgedragen aan Europa. Hij heeft dit gisteren gezegd. Ik vraag de heer Rutte nogmaals welke bevoegdheden dat precies zijn. Wil hij dit misschien in een brief aan de Kamer melden?

In zijn reactie op de opmerkingen over de lidstaatcontracten hult de minister-president zich in ambiguïteit om zo min mogelijk te hoeven zeggen. Ik heb nu begrepen dat het om jaarcontracten gaat, maar dat er wel degelijk financiële consequenties aan zitten. Dat vinden wij natuurlijk een slechte zaak. Misschien kan de minister-president nog een toelichting geven op dit punt?

De heer Tony van Dijck (PVV): Voorzitter. De transferunie waartegen de VVD zich altijd zo verzet, is een feit. Wij hebben een noodfonds, wij hebben een resolutiefonds, wij hebben een DGS-fonds en vandaag is er een nieuw fonds, namelijk het solidariteitsfonds of het stimuleringsfonds. De potten met geld worden gevuld met één doel: ze uit te keren aan de behoeftige Zuid-Europese landen.

Een korte opmerking over de precedentwerking van de Griekse deal. Portugal en Ierland sturen ook aan op zo'n mooie matsdeal als Griekenland.

Tot slot vraag ik de minister-president hoe het staat met de moeder van Papandreou en haar 550 miljoen op een Zwitserse bankrekening.

Minister Rutte: Voorzitter. Ik begin met het resolutiefonds in relatie tot de schokabsorptiecapaciteit. Het resolutiefonds is bestemd voor de banken. Het wordt door hen gefinancierd zowel ex ante als ex post. Het verloopt via omslag over banken na voorfinanciering. Daarbij kan sprake zijn van een backstop. Daarvoor kan het ESM dienen, maar het moet daarna wel worden teruggestort. Zo staat het ook in de conclusies. Uiteindelijk moet het neutraal zijn voor de begrotingen van de landen die erbij betrokken zijn.

Onze inzet is gericht op hervorming van de structuurfondsen en de cohesiefondsen. Wij willen in ieder geval niet meer geld kwijt aan Europa. De plafonds van MFK/MFF zijn heilig voor ons. Voor het vullen van het stimuleringspotje voor de ondersteuning van de lidstaatcontracten, denkt Nederland, maar ook andere landen, aan een herstructurering van de cohesie- en structuurfondsen. Onze terugvalpositie is ten minste dat dit nooit mag leiden tot verhoging van onze afdracht aan de Europese Unie.

Ik zeg toe dat wij de invulling van de sociale dimensie zullen betrekken bij de komende Sociale Raad en in ieder geval ook bij de voorjaarsvergadering van de Europese Raad in maart. In de aanloop hiernaar toe zullen wij hieraan verder invulling geven. Misschien zijn dan ook wel resultaten bekend van de gesprekken die inmiddels aan de gang zijn.

De solidariteitsheffing is onderdeel van het EU-ambtenarenstatuut. De correctieverlaging op de hoogte van de salarissen in het kader van de crisisaanpak vervalt inderdaad. De Commissie stelt in een nieuw statuut een verhoging van de solidariteitsheffing voor van 5,5% naar 6%. Nogmaals, nu dit is vastgelopen, vervalt de solidariteitsheffing. Ik sluit mij volledig aan bij iedereen die zich daaraan ergert. Ik verzeker de Kamer dat het niet aan mij zal liggen, noch aan de heer Dijsselbloem, noch aan de heer Timmermans. Wij zullen op dit punt doorknokken ook in het kader van de MFF-discussie. In de voorstellen van Van Rompuy stijgen de uitgaven voor het bestuur van de Unie opnieuw behoorlijk naar alles bij elkaar zo'n 6% of 7% van de totale uitgaven van de Unie. Een hoofdkantoor dat 6% of 7% kost van de totale concernomzet zou door geen enkel bedrijf worden geaccepteerd. Daarom zijn wij van mening dat de post omlaag moet. De hoge kosten bestaan voor een deel uit salariëring.

Ik stel voor dat de heer Madlener zich met zijn opmerkingen over de heer Samsom vervoegt bij de fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid.

Ik heb zojuist al gesproken over de financiële consequenties van de contracten. Er is geen automatisme dat Ierland of Portugal dezelfde bediening krijgt als Griekenland.

De voorzitter: Ik dank de collega's voor hun gedisciplineerde manier van overleg voeren. Dit heeft hen vier toezeggingen opgeleverd.

  • In het verslag van de aanstaande Ecofin-Raad zal het kabinet ingaan op de routekaart over de vervolmaking van de EMU en de kabinetsappreciatie dienaangaande.

De heer Verheijen (VVD): Voorzitter. Ik zie het graag iets specifieker. Dat ging met name over de bankenunie: een nationale routekaart van de bankenunie als instrument voor de Tweede Kamer.

De voorzitter: Exact, de routekaart voor de bankenunie.

  • De Kamer wordt ruimschoots tevoren geïnformeerd over besluitvorming met betrekking tot het Europees stabiliteitsmechanisme in relatie tot de rechtstreekse herkapitalisatie van banken.

  • Het kabinet zal in de brief over de vormgeving van de democratische legitimatie van de EMU, de zogenaamde vierde pijler, ook aandacht schenken aan de rol van het Europees Parlement.

  • Het kabinet zal in de geannoteerde agenda's van de Raad Sociaal Beleid en Werkgelegenheid en de Europese Raad in maart 2013 ingaan op de invulling van de sociale dimensie van de EMU.

De heer Omtzigt (CDA): Ik ga ervan uit dat het kabinet de Kamer ruimschoots op tijd informeert als een wijziging van de statuten voorligt. Ik wil graag het woord «statutenwijziging» erbij hebben.

Kan de minister-president misschien nog een kleine toezegging doen over de ambtenarensalarissen of blijft het bij verontwaardiging?

Minister Rutte: Ik kan geen toezegging doen, niet anders dan dat wij het eens zijn en dat wij ervoor knokken. Dit gaat bij QMV en het is vastgelopen. Ik kan op dit punt niet het verdrag van de Unie openbreken om de bestaande processen te veranderen. Als Nederland wordt overstemd, zal ik de Kamer informeren wie ons heeft overstemd. Dat kan ik toezeggen.

De voorzitter: Ik dank de collega's voor hun bijdragen. Ik dank de minister-president voor zijn bereidheid om hier te komen. Ik dank de bodes voor hun ondersteuning. Ik sluit dit algemeen overleg.

Sluiting: 11.41 uur.