Stemming

Amendement van het lid Ouwehand over middelen voor voedselsoevereiniteit en de eiwittransitie in andere landen

20,7 %
79,3 %


CDA

PVV

CU

PvdD

GL

D66

FVD

SGP

50PLUS

DENK

PvdA

VVD

Van Kooten-Arissen

SP

Van Haga


Nr. 50 AMENDEMENT VAN HET LID OUWEHAND

Ontvangen 28 november 2019

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 20.000 (x € 1.000).

Toelichting

Een van de grote veroorzakers van de klimaat- en biodiversiteitnoodtoestand is de wereldwijde vee-industrie. Via het maagdarmkanaal van het landbouwdier gaat een ongekende hoeveelheid voedsel verloren. Het produceren van voedsel voor landbouwdieren leidt wereldwijd tot ontbossing en bovendien neemt de productie van dierlijke eiwitten enorm veel ruimte in. Hierdoor wordt waardevolle bos- en andere natuurgrond omgezet in landbouwgrond, wat leidt tot een forse hogere CO2-uitstoot en een fors lager niveau van biodiversiteit. In veel gebieden, bijvoorbeeld in Zuid-Amerika, gaat dit regelmatig gepaard met schrijnende gevallen van landroof, waarbij de oorspronkelijke bevolking wordt verdreven ten gunste van de veehouderij en de veevoerteelt. Ook via de achterkant van het maagdarmkanaal stoten landbouwdieren gassen en vloeistoffen uit die leiden tot temperatuurstijging en milieuverontreiniging.

Het IPCC laat zien dat dat de voedselverspilling door de productie en consumptie van dierlijke producten enorm is. Rundvlees, varkensvlees, zuivel, kippenvlees en eieren leiden tot opportuniteitsverlies van voedsel van respectievelijk 96%, 90%, 75%, 50%, en 40%. De Voedsel- en Landbouworganisatie FAO heeft becijferd dat 80% van de wereldwijde landbouwgrond gebruikt wordt door en voor de veehouderij. Onderzoekers van de Universiteit van Oxford hebben uitgerekend dat 75% minder landbouwgrond nodig is indien dieren volledig uit de voedselketen zouden verdwijnen. Het absolute richtsnoer zou moeten zijn om een eerlijke voedselverdeling te realiseren waarbij zo veel als mogelijk landbouwgrond wordt teruggeven aan de natuur, zodat we nog een kans hebben om de klimaat- en biodiversiteitscrisis effectief te bestrijden. Dat kan alleen als de voedselketen primair wordt ingericht op plantaardige producten.

Het grote voordeel van het dier zo veel mogelijk uit de voedselketen halen in vergelijking met andere klimaatmaatregelen is dat het relatief een eenvoudige maatregel is. Met het drastisch verminderen van onze afhankelijkheid van dierlijke producten kan met relatief weinig inspanning grote klimaat- en biodiversiteitwinst worden geboekt. De plantaardige eiwittransitie is hierbij cruciaal. Op dit moment ontberen zowel de Kringlooplandbouwvisie van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid als in Investeren in Perspectief van de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de ambitie en de middelen om deze eiwittransitie vorm te geven.

Dit amendement maak extra middelen vrij voor de voedselsoevereiniteit en de eiwittransitie in landen elders. Deze middelen moeten gaan naar lokale initiatieven die gericht zijn op een gediversifieerde natuur-inclusieve plantaardige landbouw, die in de plaats komt van landbouwsystemen die ontaarden in monoculturen waarin lokale boeren gereduceerd worden tot de toeleveranciers voor veevoer voor landbouwdieren in het westen en elders.

De dekking wordt gevonden door middel van het amendement op de begroting van Landbouw Natuur, en Voedselkwaliteit (Kamerstuk 35 300 XIV) over het verlagen van de middelen voor het agentschap Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Uit deze middelen worden onder andere de Landbouwraden gefinancierd. De Landbouwraden zijn overal ter wereld actief om de Nederlandse overproductie van dierlijke producten zo veel als mogelijk op lokale markten gedumpt te krijgen. Deze Landbouwraden verliezen razendsnel aan relevantie, aangezien Kringloopvisie van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid op termijn een einde zal moeten maken aan het gesleep met voedsel over de wereld. Daarnaast is de agressieve Nederlandse exportstrategie die door de Landbouwraden in praktijk worden gebracht desastreus voor de Nederlandse klimaatdoelstellingen en de landbouw en boeren in landen elders. Een inperking van deze Landouwraden valt derhalve beleidsmatig volledig te verantwoorden, maar draagt ook bij aan de morele plicht om voedselsoevereiniteit en voedselzekerheid niet onder druk te (blijven) zetten ten behoeve van de eigen korte termijn economische belangen.

Ouwehand


Amendement van het lid Ouwehand over middelen voor voedselsoevereiniteit en de eiwittransitie in andere landen

2019-11-28
Dossier: 35300-XVII
Indiener(s): Esther Ouwehand (PvdD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35300-XVII-50.html