Kamervraag 2025Z19684

De rondrazende vogelgriep en de grote risico’s voor de volksgezondheid

Ingediend 12 november 2025
Indiener Esther Ouwehand (PvdD)
Onderwerpen dieren landbouw natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z19684.html
  • Vraag 1
    Maakt u zich ook zorgen over het toenemende aantal uitbraken van vogelgriep en over het feit dat er sinds begin oktober zo’n 450.000 kippen en fazanten in de veehouderij zijn vergast?1
  • Vraag 2
    Heeft u kennisgenomen van de uitspraken van virologen en hoogleraren die stellen dat «vogelgriep kan zorgen voor een nieuwe pandemie met de omvang van de coronacrisis», maar dan «dodelijker» en dat die pandemie op elk moment zou kunnen uitbreken?2,3
  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat het de verantwoordelijkheid is van de overheid, en met name de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, om risico’s op een nieuwe pandemie zoveel mogelijk in te perken en daarmee de gezondheid van Nederlanders te beschermen? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 4
    Kunt u bevestigen dat commissie-Bekedam al 3,5 jaar geleden adviseerde om de risico’s op zoönosen te beperken, maar dat veel van de belangrijkste aanbevelingen nog steeds niet zijn uitgevoerd?
  • Vraag 5
    Onderschrijft u de constatering van de commissie-Bekedam dat Nederland extra kwetsbaar is voor vogelgriep door de hoge dichtheid van (pluim)veehouderijen? Zo nee, waarom niet?4
  • Vraag 6
    Onderschrijft u de constatering van de commissie-Bekedam dat de Nederlandse vee-industrie zelf een belangrijk risico vormt voor het ontstaan en verspreiden van zoönosen, vanwege het enorme aantal dieren dat op een klein oppervlak wordt gehouden en de hoge concentratie van stallen? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 7
    Herinnert u zich dat de commissie-Bekedam nadrukkelijk adviseerde om het aantal veehouderijen en het aantal dieren in de veehouderij te beperken?
  • Vraag 8
    Kunt u bevestigen dat het toenmalige kabinet aankondigde te willen toewerken naar een verbod op nieuwvestiging van pluimveebedrijven in pluimveedichte en waterrijke gebieden en een verbod op uitbreiding in die risicogebieden (Kamerstuk 28 807, nr. 291)?
  • Vraag 9
    Klopt het dat was aangekondigd dat er eerst een impactanalyse zou worden gedaan en dat deze eind 2023 naar de Kamer zou komen, maar dat deze er nog altijd niet is? Hoe verklaart u dit?
  • Vraag 10
    Hoeveel pluimveebedrijven zijn er sinds het advies van de commissie-Bekedam nieuw gevestigd in pluimveedichte en waterrijke gebieden en hoeveel pluimveebedrijven zijn uitgebreid in deze gebieden?
  • Vraag 11
    Hoeveel kippen, eenden, fazanten, kalkoenen en andere dieren in de veehouderij zijn er sinds het advies van Bekedam vergast?
  • Vraag 12
    Deelt u het inzicht dat het uitblijven van maatregelen, in afwachting van een analyse over de impact voor de vee-industrie, heeft geleid tot extra dierenleed én vergrote risico’s voor de volksgezondheid? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 13
    Deelt u de mening dat verder uitstel van deze maatregelen zeer ongewenst is, gezien de grote risico’s van vogelgriep voor de volksgezondheid? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 14
    Bent u ervan op de hoogte dat niet alleen de commissie-Bekedam maar ook het Europees Centrum voor Ziektepreventie en Ziektebestrijding (ECDC) en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) hebben aanbevolen om de dichtheid van pluimvee en pluimveehouderijen te verlagen, zowel in waterrijke gebieden als daarbuiten? Wat heeft u met deze aanbeveling gedaan?5
  • Vraag 15
    Wanneer gaat u de maatregelen die in 2021 zijn geadviseerd en in 2023 zijn aangekondigd eindelijk doorvoeren?
  • Vraag 16
    Kunt u deze vragen één voor één en zo snel mogelijk beantwoorden?

Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z19684
Volledige titel: De rondrazende vogelgriep en de grote risico’s voor de volksgezondheid