Ingediend | 19 juni 2025 |
---|---|
Beantwoord | 7 juli 2025 (na 18 dagen) |
Indieners | Henk Vermeer (BBB), Agnes Joseph (NSC) |
Beantwoord door | Judith Uitermark (minister ) (NSC) |
Onderwerpen | arbeidsvoorwaarden bestuur organisatie en beleid werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z12764.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2673.html |
Ja
Het wetsvoorstel is in ambtelijke voorbereiding.
De beoogde datum van inwerkingtreding is nog steeds 1 januari 2028.
In de kabinetsbrief zijn de budgettaire gevolgen van de overgang van begrotings- naar fondsfinanciering uiteengezet (Kamerstukken II 2023/24 32 043, nr. 651). Bij uitstel loopt de begrotingsfinanciering langer door en gaat de fondsfinanciering later in. Die budgettaire gevolgen schuiven dienovereenkomstig op en zijn dus te overzien.
De genoemde juridische en technische vraagstukken hangen samen met de overgang van begrotingsgefinancierde pensioenen naar een pensioenfonds. In het wetsvoorstel zullen deze vraagstukken worden geadresseerd.
Een passende en toereikende oplossing voor deze vraagstukken zal in het wetsvoorstel worden geadresseerd.
Zoals in de planningsbrief vermeld zijn er veel factoren om mee rekening te houden. De planning gaat dan ook uit van streefdata zoals te voorzien met inachtneming van de relevante factoren. De voorbereidingen voor de overgang hebben tot nu toe geen vertraging opgelopen.
Het streven is nog altijd om de pensioenen van politieke ambtsdragers per 1 januari 2028 onder te brengen in het nieuwe pensioenstelsel. De veronderstelde effecten op het vertrouwen van deelnemers in het pensioenstelsel behoeven zich niet voor te doen.
Het streven is het wetsvoorstel in 2025 in consultatie te brengen.