Ingediend | 14 mei 2025 |
---|---|
Beantwoord | 8 juli 2025 (na 55 dagen) |
Indiener | Hidde Heutink (PVV) |
Beantwoord door | Barry Madlener (PVV) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's natuur en milieu water zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z09234.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2687.html |
De oorzaken van mogelijke tekorten zijn divers. Op basis van het RIVM -onderzoek2 is de inschatting dat in 2030 er ruim 100 miljoen m3/jaar aan extra productiecapaciteit nodig zal zijn. Om een nieuwe winning te realiseren is het nodig dat er onder andere:
Daarbij wordt er ook onderzoek gedaan naar de mogelijkheden naar bijvoorbeeld hergebruik van effluent. De verwachting daarbij is dat dit soort alternatieve bronnen de komende jaren nog niet tot een verlichting van de opgave voor de drinkwaterbedrijven gaan leiden.
Zoals aan de Kamer is gemeld via de Kamerbrief van 13 januari 20253, wordt via het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen 2023–2030 samengewerkt met de provincies en drinkwaterbedrijven om tot uitbreiding van de productiecapaciteit te komen. Het is aan de drinkwaterbedrijven zelf om deze winningen te realiseren. Begin 2026 wordt de Kamer over de voortgang van dit programma geïnformeerd.
De beschikbaarheid van drinkwater is een belangrijk speerpunt in het waterbeleid, zowel voor het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) als voor drinkwaterbedrijven, provincies en waterschappen. De vraag naar drinkwater neemt de komende jaren toe als gevolg van bevolkingsgroei (568.612 tussen 2021 en 2024), veranderingen in de leefsituatie (meer eenpersoonshuishoudens) en economische activiteit. Om de drinkwatervoorziening ook in de toekomst te kunnen waarborgen is in januari 2025 het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen aangeboden aan de Tweede Kamer. Daarin staan concrete stappen beschreven die we in de periode tot en met 2030 zetten om te kunnen blijven beschikken over voldoende waterwinlocaties.
Provincies hebben daarnaast bij de vergunningverlening voor nieuwe drinkwaterwinningen vaak te maken met tegengestelde belangen en bezwaar vanuit de omgeving. Het blijft dus zaak om – naast alle inspanningen gericht op het realiseren van extra capaciteit – ook in te zetten op drinkwaterbesparing om verspilling van drinkwater tegen te gaan. Daarbij wordt ingezet op een besparing van 20% in zowel het huishoudelijk en het zakelijk gebruik van drinkwater. Om het bewustzijn te vergroten en mensen te laten zien wat zij kunnen doen aan besparing werkt IenW samen met de Vewin en vele andere partners aan de campagne Leven met water.4
Water is in Nederland nooit ver weg. We zijn in ons land gewend om te leven met water, zowel met de kansen die het biedt voor wonen, werken handel en ontspanning als met eventuele risico’s in de vorm van watertekorten of kans op overstroming. Mensen doen inderdaad niets verkeerd als ze bijvoorbeeld water gebruiken voor hun huishouden of in een lagergelegen deel van ons land wonen. Toch is het goed om in ieder geval te weten welke uitdagingen er zijn op het gebied van water – nu en in de toekomst. En om na te denken over wat je zelf kunt doen om met die uitdagingen om te gaan.
Via campagnes en de vernieuwde website «Leven met Water» wordt enerzijds informatie geboden over wat waterbeheerders zoals Rijkswaterstaat, de waterschappen en drinkwaterbedrijven allemaal al doen om ook in de toekomst te kunnen blijven beschikken over schoon water en droge voeten. Anderzijds wordt via deze weg – samen met de waterpartners – praktische informatie aan inwoners van Nederland gegeven over wat zij zelf kunnen doen. We zetten ons dus zowel in voor meer waterwinputten als voor minder verspilling van drinkwater.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Het bevoegd gezag beoordeelt bij de vergunningaanvraag of de invloed die een onttrekkingsvergunning heeft op de omgeving acceptabel is. Onttrekkingen kunnen invloed hebben op het landbouwkundig gebruik, funderingen van woningen of natuurdoelstellingen.
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht staan besluiten van het bevoegd gezag open voor beroep en bezwaar. De mogelijk beroep en bezwaar in te kunnen dienen voor initiatieven die invloed hebben op de leefomgeving is zowel een vereiste op grond van de Milieuaansprakelijkheidsrichtlijn als een belangrijk element in ons democratisch bestel.
Decentrale overheden kunnen op basis van de huidige wet- en regelgeving zelf besluiten tot winning van drinkwater uit nieuwe bronnen dan wel uitbreiding van winning uit bestaande bronnen.
In het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023–2030 is aangegeven welke mogelijkheden zij nu al hebben om die besluitvorming te versnellen. Op grond van de Omgevingswet en de daaraan gekoppelde regelgeving kan dat bijvoorbeeld door het toepassen van de zogeheten coördinatieregeling door gemeenten of door gebruik te maken van het projectbesluit door provincies. In het Actieprogramma is afgesproken dat de provincies in 2025 pilots uitvoeren om daar ervaring mee op te doen.
Daarnaast voorziet het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting in een grondslag om bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) projecten en besluiten met een zwaarwegend maatschappelijk belang aan te wijzen waarop verschillende procedurele versnellingen van toepassing zijn. Als de decentrale overheden deugdelijk en overtuigend kunnen onderbouwen dat de huidige wettelijke mogelijkheden van de Omgevingswet voor hen ontoereikend zijn om te komen tot versnelde uitvoering van de regionale plannen uit het genoemde Actieprogramma dan is het Ministerie van IenW bereid om samen met de Ministeries van VRO en JenV de totstandkoming van zo’n AMvB in gang te zetten. Conform de eerder gedane toezegging wordt de Kamer jaarlijks geïnformeerd over de voortgang van het Actieprogramma en daarbij wordt uiteraard ook ingegaan op deze acties.
Vanwege het demissionair worden van het kabinet is het commissiedebat uitgesteld tot na het zomerreces en kon helaas ook de termijn niet gehaald worden.