Kamervraag 2025Z07770

Hulp aan studenten met een functiebeperking

Ingediend 17 april 2025
Beantwoord 12 mei 2025 (na 25 dagen)
Indieners Lisa Westerveld (GL), Luc Stultiens (GroenLinks-PvdA)
Beantwoord door Eppo Bruins (CU)
Onderwerpen bestuur onderwijs en wetenschap organisatie en beleid parlement
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z07770.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2147.html
1. Omroep Gelderland, 5 maart 2025, «Speciale DUO-regeling steeds populairder, maar begeleiding varieert», Speciale DUO-regeling steeds populairder, maar begeleiding varieert – Omroep Gelderland
2. Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1707
  • Vraag 1
    Kent u het bericht van Omroep Gelderland «Speciale DUO-regeling steeds populairder, maar begeleiding varieert» over de wisselende hulp aan studenten met een functiebeperking?1

    Ja, dat bericht is mij bekend.

  • Vraag 2
    Bent u het ermee eens dat financiële ondersteuning voor (voormalig) studenten met een beperking door de overheid volgt uit het VN-verdrag Handicap dat ook door Nederland is ondertekend?

    Het VN-Verdrag Handicap heeft als doelstelling dat personen met een handicap op gelijkwaardige voet worden behandeld en mee kunnen draaien in de samenleving. Artikel 24 lid 5 gaat daarbij specifiek in op het vervolgonderwijs. Volgens het artikel worden Staten verwacht te «waarborgen dat personen met een handicap, zonder discriminatie en op voet van gelijkheid met anderen, toegang verkrijgen tot algemeen universitair en hoger beroepsonderwijs, beroepsonderwijs, volwasseneducatie en een leven lang leren. Daartoe waarborgen de Staten die Partij te zijn dat redelijke aanpassingen worden verschaft aan personen met een handicap.»
    «Redelijke aanpassingen» is een breed begrip, waarbij een grote variëteit aan ondersteuningsvormen mogelijk is in het vervolgonderwijs. In bovenstaand artikel wordt financiële ondersteuning voor studenten met een functiebeperking niet verplicht gesteld. Wel kan het voorkomen dat een redelijke aanpassing vormgegeven wordt door financiële ondersteuning te bieden.

  • Vraag 3
    Hoe worden studenten met een functiebeperking geïnformeerd over de financiële ondersteuning die zij kunnen krijgen?

    Studenten met een ondersteuningsbehoefte worden op verschillende manieren geïnformeerd over financiële ondersteuning die zij kunnen ontvangen. De Minister en de Staatssecretaris van OCW sturen alle eindexamenkandidaten, mbo-4 studenten in het laatste jaar van hun opleiding en hun ouders een brief en folder over alle zaken die ze moeten uitzoeken en regelen als ze willen gaan studeren. Daarin wijzen we studenten met een ondersteuningsbehoefte op de websites www.mbotoegankelijk.nl en www.hogeronderwijstoegankelijk.nl. Deze sites bevatten alle informatie over de financiële regelingen voor deze studenten. Daarnaast kan iedere (aankomend) student een Persoonlijk Overzicht Studeren op maat maken, om te bepalen wat ze moeten regelen en van welke ondersteuning ze gebruik kunnen maken. Verder wijzen decanen in het voortgezet onderwijs en vervolgonderwijs hun leerlingen en studenten ook op financiële ondersteuningsmogelijkheden.

  • Vraag 4
    Klopt het dat de regeling «Voorziening prestatiebeurs» steeds populairder wordt door aandacht op sociale media en welke conclusies trekt u daaruit?

    Ik vind het goed dat (oud-)studenten op de hoogte zijn van regelingen waar zij mogelijk recht op hebben, zo ook de regeling voorziening prestatiebeurs. Er is inderdaad een toename te zien in het aantal aanvragen voor de voorziening prestatiebeurs, zie daarvoor ook de cijfers in antwoord op vraag 7.
    Er is de afgelopen jaren ingezet op het verbeteren van de informatievoorziening voor de doelgroep studenten met een functiebeperking, bijvoorbeeld via de eerder genoemde websites en de website onbelemmerdstuderen.nl en via de eigen kanalen van DUO. Deze verbeterde informatievoorziening draagt – net als aandacht op sociale media – bij aan meer bekendheid van de voorziening. Daarnaast kan ook de herinvoering van de basisbeurs in het hbo en wo het laatste jaar hebben geleid tot een stijging van het aantal aanvragen.

  • Vraag 5
    Bent u het eens met de constatering van onder meer de Nijmeegse Studentenvakbond AKKU, studentendecanen en het ISO dat er nu een verschil is in de mate waarop studenten met een beperking worden geïnformeerd en geholpen? Zo ja, bent u bereid om met studentenorganisaties en decanen in gesprek te gaan om concrete afspraken te maken over een verbetertraject?

    Door de decentrale vormgeving, die als voordeel kent dat de instelling dichter bij de student staan dan bijvoorbeeld DUO, kan het voorkomen dat de ondersteuning verschillend wordt ingevuld. De aanvraag van de voorziening prestatiebeurs loopt namelijk altijd via de onderwijsinstelling. Het is aan de tekenbevoegde van de onderwijsinstelling – meestal de decaan of studiebegeleider – om te beoordelen of een (oud-)student door (medische) omstandigheden studievertraging heeft opgelopen tijdens de prestatiebeursfase, en daardoor mogelijk in aanmerking zou komen voor de voorziening prestatiebeurs. Op basis van die informatie besluit DUO of recht bestaat op de voorziening prestatiebeurs.
    Het is momenteel onduidelijk hoe groot de verschillen zijn, of deze problematisch zijn en aan welke oorzaken deze verschillen toegewezen kunnen worden. Dit ga ik daarom onderzoeken als onderdeel van een breder onderzoek naar maatwerkvoorzieningen voor studenten met een ondersteuningsbehoefte.2
    Ik verwacht de uitkomsten van dit onderzoek voor de zomer van 2026 en zal deze met uw Kamer delen. Op basis hiervan zal ik bezien of en welke vervolgstappen wenselijk zijn.

  • Vraag 6
    Wie bepaalt welke informatie (oud-)studenten moeten aanleveren bij de decaan? Wordt dit beschreven in het Studentenstatuut van de afzonderlijke instellingen of is hier landelijk beleid voor en zo ja, waar staat dit beschreven?

    In de Wet studiefinanciering 2000 is vastgelegd dat een aanvraag voor de voorziening prestatiebeurs ingediend moet worden met een gedagtekende verklaring van het bestuur van de rechtspersoon van de onderwijsinstelling. Indien er sprake is van een medische omstandigheid, is ook een gedagtekende verklaring van een arts nodig.3 DUO heeft daarvoor een formulier beschikbaar gesteld. De nadere invulling hiervan is vastgelegd in het uitvoeringsbeleid van DUO. DUO communiceert over de voorwaarden en aanvraagprocedure via de website, zowel op de particuliere website (voor studenten), als op de zakelijke website (voor instellingen). Hier wordt uitgebreid ingegaan op de benodigde informatie die studenten bij hun aanvraag moeten aanleveren, alsmede wat van decanen en studiebegeleiders wordt verwacht. DUO organiseert workshops voor decanen en dit onderwerp heeft daarin ook een plek in voorlichting.

  • Vraag 7
    Kunt u een overzicht geven van de verschillende financiële regelingen van DUO die zijn bedoeld om studenten met een beperking en gezondheidsproblemen te helpen en van het aantal aanvragen dat de laatste jaren is gedaan en toegekend, uitgesplitst naar sector (mbo, hbo en wo)?

    De voorziening prestatiebeurs is bedoeld om studenten die vanwege bijzondere (medische) omstandigheden studievertraging oplopen, of moeten stoppen zonder een diploma te behalen, financieel te ondersteunen. Deze voorziening bestaat uit vier onderdelen:
    In onderstaande tabel vindt uw Kamer de aantallen aanvragen, toekenningen en afwijzingen per onderdeel voor de kalenderjaren 2018 tot en met 2024, uitgesplitst naar onderwijssoort. Bij afwijzingen wordt de onderwijssoort niet geregistreerd. Voor de interpretatie van de tabel is het van belang dat de toekenning wordt geregistreerd in het jaar dat de aanvraag wordt gedaan en niet in het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Daarnaast heeft DUO nog een werkvoorraad, waardoor de cijfers voor 2024 nog kunnen wijzigen.
    2018
    2019
    2020
    2021
    2022
    2023
    2024
    Omzetting prestatiebeurs
    1.499
    1.785
    1.418
    1.364
    1.543
    2.297
    2.830
    724
    855
    733
    615
    684
    1.109
    1.396
    526
    610
    495
    563
    636
    894
    1.162
    249
    320
    191
    189
    223
    295
    272
    Verlenging prestatiebeurs
    7.367
    5.446
    4.435
    4.304
    5.139
    8.731
    11.063
    6.749
    4.873
    3.917
    3.792
    4.560
    7.979
    10.152
    287
    313
    268
    299
    289
    416
    543
    331
    260
    250
    213
    290
    336
    368
    Verlenging diplomatermijn
    1.707
    1.872
    2.034
    1.902
    1.895
    2.055
    1.956
    1.440
    1.619
    1.779
    1.658
    1.664
    1.812
    1.731
    96
    117
    115
    103
    105
    138
    113
    171
    136
    140
    141
    126
    105
    112
    Nieuwe aanspraak op studiefinanciering
    191
    209
    172
    174
    169
    298
    336
    143
    152
    106
    114
    128
    257
    283
    13
    20
    16
    23
    24
    22
    23
    35
    37
    50
    37
    17
    19
    30
    Daarnaast kan DUO op grond van de hardheidsclausule kwijtschelding van de studieschuld op medische gronden verstrekken (zie ook vraag 11 en 12). Dit betreft altijd maatwerk, kent een hogere drempel dan de voorziening prestatiebeurs en deze regeling wordt enkel na afloop van de studie toegekend. Deze aantallen zijn niet uitgesplitst naar onderwijssoort. Dit wordt voor kwijtschelding op medische gronden namelijk niet geregistreerd.
    Jaar
    Aanvragen
    Toegekend
    Afgewezen/buiten behandeling
    In behandeling
    2019
    332
    35
    297
    2020
    342
    29
    313
    2021
    387
    54
    333
    2022
    463
    44
    326
    93
    2023
    708
    22
    85
    601
    2024
    910
    3
    7
    900
    Zoals eerder gemeld aan uw Kamer in antwoord op vragen van het lid Westerveld6 heeft de beoordeling van deze aanvragen in de periode november 2022 tot en met ongeveer oktober 2023 stil gelegen. Het behandelen van aanvragen is sinds oktober 2023 weer stapsgewijs gestart en geïntensiveerd. In 2024 zijn aanvullende maatregelen genomen en is o.a. een externe partner geworven die ook in de komende jaren gaat helpen bij de afhandeling van medische dossier. Het afhandelen van de verzoeken kent een vrij lange doorlooptijd (opvragen van gegevens bij (oud)studenten en artsen) waardoor het inlopen van de voorraad tijd zal kosten. Het resultaat van de extra inzet wordt in de loop van 2025 steeds beter merkbaar voor de (oud)studenten.

  • Vraag 8
    Kunt u vervolgens een vergelijking maken met de periode voor de aanpassing van de Wajong in 2021 en aangeven of u grote verschillen ziet?

    Er is sinds 2018 sprake van een stijgende trend, die met name zichtbaar is in 2023 en 2024. Naar aanleiding van de cijfers zie ik geen aanleiding om te concluderen dat de wijziging van de Wajong daar een belangrijke oorzaak van is.

  • Vraag 9
    Klopt het dat er voor alle verschillende regelingen ook verschillende aanvraagtrajecten en criteria zijn en in hoeverre levert dit onduidelijkheid op en extra bureaucratie vanwege het aanvraagtraject?

    Voor alle regelingen binnen de voorziening prestatiebeurs geldt dat deze aangevraagd dienen te worden via de decaan of studiebegeleider. Doordat de verschillende onderdelen toezien op andere doelgroepen, gelden daarvoor inderdaad verschillende criteria. Dit is nodig om maatwerk te kunnen bieden.
    Er zijn daarnaast andere financiële regelingen voor studenten met een ondersteuningsbehoefte, zoals het Studentondersteuningsfonds van de onderwijsinstelling of de studietoeslag van gemeenten. Deze regelingen kennen verschillende doelen en doelgroepen. Dat resulteert ook in (deels) andere criteria of aanvraagprocedures.
    Ik begrijp dat het voor studenten die voor meerdere regelingen in aanmerking kunnen komen, soms ingewikkeld en belastend kan zijn om deze verschillende procedures te doorlopen. Ik verwacht daarom ook van instellingen en gemeenten dat zij deze procedure zo laagdrempelig mogelijk maken en zo goed mogelijk op elkaar afstemmen.

  • Vraag 10
    Op basis waarvan zijn de criteria en eisen voor de verschillende regelingen opgesteld?

    De voorziening prestatiebeurs is bedoeld om studenten extra financieel te ondersteunen als zij vanwege bijzondere (medische) omstandigheden studievertraging oplopen, of om de financiële gevolgen van het niet (tijdig) behalen van een diploma door deze omstandigheden zo veel mogelijk te beperken. Voor de voorziening prestatiebeurs gelden de voorwaarden zoals geformuleerd in de Wet studiefinanciering 2000.7 Het gaat – afhankelijk van het onderdeel – om bijzondere (medische) omstandigheden van tijdelijke of structurele aard.
    Ook onderwijsinstellingen kunnen financiële ondersteuning aan studenten met een functiebeperking verstrekken. Hogescholen en universiteiten doen dit vanuit het Studentondersteuningsfonds (SOF). Het studentenondersteuningsfonds is een fonds voor studenten die vanwege bijzondere omstandigheden vertraging oplopen tijdens hun studie. Onder deze bijzondere omstandigheden vallen onder andere een handicap of chronische ziekte, een zwangerschap of een bestuursfunctie. Het SOF betreft een wettelijke regeling die op instellingsniveau wordt georganiseerd om zo met de uitvoering nauw aan te kunnen sluiten op de praktijk. Zo regelt artikel 7.51h in de WHW dat instellingen regels opstellen over de aanvraagprocedure.
    Mbo-instellingen kennen het Mbo Studentenfonds. Bol-studenten kunnen een (financiële) bijdrage ontvangen uit dit fonds als zij een ziekte of beperking hebben en geen recht (meer) hebben op studiefinanciering. Van deze laatste voorwaarde mag de school in bijzondere gevallen afwijken.
    Verder bestaat de studietoeslag, die door gemeenten wordt verstrekt. De studietoeslag is bedoeld om studenten die vanwege hun beperking, handicap of chronische ziekte niet kunnen werken naast hun studie, extra financieel te ondersteunen. Er moet sprake zijn van een structurele medische beperking. Deze doelgroep is doorgaans zwaarder beperkt door hun omstandigheid dan studenten die in aanmerking kunnen komen voor de voorziening prestatiebeurs.
    Tot slot zijn er ook studenten die in aanmerking komen voor een Wajong-uitkering. De Wajong 2015 is voor mensen die voor hun 18e jaar of tijdens een studie een ziekte of handicap hebben gekregen. Door deze ziekte of handicap hebben zij al op jonge leeftijd een arbeidsbeperking. Zij hebben recht op Wajong 2015 als zij duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. De Wajong 2015 heeft als doel te voorzien in een inkomensvoorziening. Sinds 1 september 2020 behoudt de Wajonggerechtigde de gehele uitkering als hij onderwijs gaat volgen.

  • Vraag 11
    Kunt u uitleggen waarom aanvragen voor de mogelijkheid om op grond van de hardheidsclausule na afloop van de studie een studieschuld op medische gronden kwijt te schelden in overgrote meerderheid niet worden toegekend, zoals bleek uit eerdere Kamervragen?2 Ligt dit aan procedurefouten of zijn hier inhoudelijke redenen voor?

    Kwijtschelding op medische gronden vindt plaats op basis van de hardheidsclausule uit de wet. Dit is een andere regeling dan de voorziening prestatiebeurs, en is slechts voor zeer uitzonderlijke gevallen bedoeld. Bij een besluit op basis van de hardheidsclausule moet een afweging gemaakt worden of het toepassen van de wet gelet op het belang dat deze wet beoogt te beschermen leidt tot «een onbillijkheid van overwegende aard». Het moet bij kwijtschelding op medische gronden dus gaan om zeer uitzonderlijke situaties. De criteria hiervoor zijn in het uitvoeringsbeleid van DUO vastgelegd en op de website van DUO te vinden. Zo moet een oud-student zich bij kwijtschelding in een medisch uitzichtloze situatie bevinden. Voor veel oud-studenten die een aanvraag doen geldt dit niet.
    Een medisch adviseur van DUO toetst of de aanvraag voldoet aan de criteria in het uitvoeringsbeleid, of dat de medische situatie daarmee gelijk te stellen is. Een afwijzing is in beginsel altijd inhoudelijk gemotiveerd. Een aanvrager ontvangt een rapport van de medische beoordeling. Echter in sommige gevallen ontvangt DUO – ook na herhaalde verzoeken – geen of onvoldoende (medische) gegevens. DUO kan de aanvraag dan niet medisch beoordelen. DUO kan in dat geval niet anders dan de aanvraag voor kwijtschelding op medische gronden afwijzen.

  • Vraag 12
    Welke bewijslast voor het aanvragen van kwijtschelding op basis van medische gronden wordt er gevraagd door DUO en kan dit ook een rapport van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige van het UWV zijn?

    De aanvrager wordt gevraagd om een machtiging te geven voor het inwinnen van medische informatie bij een (behandelend) arts of medisch adviseur. Ook wordt de aanvrager in sommige gevallen – afhankelijk van de medische situatie – gevraagd om een zelfbeschrijving te schrijven over de invloed van de klachten op het dagelijkse leven. Om de procedure te bekorten vraagt DUO de aanvrager tegenwoordig ook relevante medische documenten en/of een verklaring van een onafhankelijk arts mee te sturen. Bij onduidelijkheden in de medische informatie wordt hierop doorgevraagd. De medisch adviseur van DUO beoordeelt de beschikbare medische informatie en weegt of de medische situatie van de aanvrager voldoet aan de criteria uit het uitvoeringsbeleid, dan wel of de medische situatie daarmee gelijk te stellen is.
    Een rapport van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige van het UWV kan onderdeel zijn van de door de aanvrager ter beschikking gestelde medische informatie. Een dergelijke rapport is echter nooit op zichzelf voldoende reden voor kwijtschelding. De medische adviseur van DUO vormt altijd zelfstandig een oordeel op basis van alle (medische) gegevens of de aanvraag voldoet aan de criteria voor kwijtschelding van de studieschuld op medische gronden. Het niet kunnen werken is geen doorslaggevend criterium bij kwijtschelding. Een oud-student met een laag inkomen wordt al beschermd tegen hoge maandelijkse terugbetalingsverplichtingen door de draagkrachtregeling.

  • Vraag 13
    Zijn er ook generieke regelingen voor de kwijtschelding van studieschulden voor voormalig studenten die aantoonbaar minder kunnen werken en daarom in een specifieke inkomensvoorziening of uitkering krijgen zoals WAJONG, WWB of op grond van de Participatiewet?

    Nee, er zijn geen generieke regelingen voor het kwijtschelden van studieschulden voordat de looptijd van de studieschuld is afgelopen. Voor het terugbetalen van studieschulden gelden sociale terugbetaalvoorwaarden. Zo worden studieschulden naar draagkracht terugbetaald. In de meeste gevallen wordt de draagkracht door DUO automatisch bepaald en toegepast en hoeft de oud-student daar zelf niets voor te doen. Bij de draagkrachtregeling is het niet van belang wat de reden is waardoor er sprake is van een lager inkomen. Bijvoorbeeld door een uitkering – waarnaar de vraagsteller verwijst – of door geen of een lager inkomen uit loondienst of een eigen bedrijf.
    Als er aan het einde van de looptijd nog een restschuld is, bijvoorbeeld omdat de oud-student de gehele periode onder draagkracht is gevallen, wordt deze van rechtswege kwijtgescholden.

  • Mededeling - 24 april 2025

    Op 17 april 2025 hebben de leden Westerlid en Stultiens (beiden GL-PvdA) schriftelijke vragen gesteld over hulp aan studenten met een functiebeperking (2025Z07770). Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk, omdat de beantwoording van de vragen meer tijd vergt. Ik zal de vragen zo snel mogelijk beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z07770
Volledige titel: Hulp aan studenten met een functiebeperking
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20242025-2147
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Westerveld en Stultiens over hulp aan studenten met een functiebeperking