Kamervraag 2025Z04938

Het vervolg ten aanzien van de zaak van Tent of Nations en effectieve bescherming van Palestijnen

Ingediend 18 maart 2025
Beantwoord 14 april 2025 (na 27 dagen)
Indieners Don Ceder (CU), Kati Piri (PvdA)
Beantwoord door Caspar Veldkamp (NSC)
Onderwerpen bestuur internationaal internationale samenwerking parlement
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z04938.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-1948.html
  • Vraag 1
    Herinnert u zich de antwoorden van uw ambtsvoorganger over de zaak van Tent of Nations?1 Klopt het dat de zaak van Tent of Nations, die al langer dan dertig jaar loopt, het langstlopende landregistratieproces in Israël is?

    Ja, ik ben bekend met deze antwoorden. Het is niet te verifiëren of de zaak van Tent of Nations het langstlopende landregistratieproces bij het Israëlische Hooggerechtshof is.

  • Vraag 2
    Heeft u, zoals toegezegd bij het commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken in februari, bij de Europese Unie (EU)-Israël Associatieraad Minister Sa’ar aangesproken op de zaak Tent of Nations? Zo ja, wat was de reactie van Minister Sa’ar?

    Tijdens de EU-Israël Associatieraad heb ik geen mogelijkheid gehad om de zaak van Tent of Nations op te brengen. In recent contact met Minister Sa’ar heb ik Tent of Nations opgebracht en verzocht hij om nadere achtergrond. Die heb ik hem verschaft.

  • Vraag 3
    Is er inmiddels duidelijkheid gegeven waarom de beoordeling van de stukken zo lang duurt en waarom er opnieuw vertraging is? Zou u deze kwestie opnieuw en met spoed kunnen aankaarten bij de Israëlische autoriteiten?

    Het is niet duidelijk waarom de beoordeling van de stukken zo lang duurt. De rechtszaak over het landregistratieproces loopt nog steeds, zo was er op 25 maart jl. opnieuw een zitting van de militaire rechtbank. Nederland blijft de zaak van Tent of Nations met regelmaat onder de aandacht brengen van de Israëlische autoriteiten. Dit gebeurt op politiek en ambtelijk niveau, zowel vanuit Den Haag als via de ambassade in Tel Aviv en vertegenwoordiging in Ramallah.

  • Vraag 4
    In eerdere beantwoording gaf het kabinet aan dat uit gesprekken met de Coordination of Government Activities in the Territories (COGAT) bleek dat het aanleggen van de twee wegen in de buurt van de Tent of Nations niet is toegestaan en dat COGAT stelde hierop zullen handhaven; is dit inmiddels gebeurd? Zo nee, waarom niet?

    Het aanleggen van de twee wegen in de buurt van Tent of Nations is inderdaad niet toegestaan. Dit is bevestigd door het Israëlische Hooggerechtshof op 8 oktober 2024 en op 6 februari 2025 door de districtsrechtbank in Jeruzalem. De uitspraak van 6 februari 2025 van de districtsrechtbank stelt dat de wegen zijn aangelegd op land in privéeigendom. Net als in de uitspraak van 8 oktober 2024 van het Hooggerechtshof, stelt de districtsrechtbank dat de wegen binnen zestig dagen verwijderd moeten worden. COGAT heeft tot op heden geen actie ondernomen naar aanleiding van deze uitspraken, hetgeen ik afkeur.
    De familie Nassar heeft geen andere pressiemiddelen dan de lopende juridische processen en hun internationale contacten. Nederland wijst de Israëlische autoriteiten geregeld op de verantwoordelijkheid gerechtelijke beslissingen te handhaven, waaronder inzake Tent of Nations.

  • Vraag 5
    Klopt het dat het Hooggerechtshof op 8 oktober 2024 de uitspraak heeft gedaan dat de staat Israël de wegen moest verwijderen binnen zestig dagen en dat als de staat in gebreke zou blijven, de familie Nassar naar de Civil Court in Jeruzalem zou kunnen gaan?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Klopt het dat op 6 februari 2025 bij de Civil Court de uitspraak werd gedaan dat het land waar de wegen zijn aangelegd inderdaad aan de familie Nassar toebehoren? Indien dat zo is, kan het kabinet dan bij COGAT en Israëlische autoriteiten ook op directe naleving aandringen? Welke pressiemiddelen heeft de familie indien aan de uitspraak geen gehoor wordt gegeven?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 7
    Ziet u ook dat er meer constructies en wegen worden gebouwd en de incidenten toenemen? Kan u opnieuw met spoed contact opnemen met COGAT om te handhaven en de illegale structuren te verwijderen en te zorgen voor feitelijke bescherming aan de eigenaren van het gebied en hun bezoekers?

    Sinds 7 oktober 2023 is een groei en toename van nederzettingen waarneembaar op de Westelijke Jordaanoever, ook in het gebied rondom de Tent of Nations. Dergelijke nederzettingen zijn in strijd met internationaal recht. Bovendien bemoeilijken zij een duurzame oplossing voor het Israëlisch-Palestijns conflict, waarvoor een door beide partijen gedragen tweestatenoplossing voor het kabinet de basis blijft. Het kabinet keurt het Israëlisch nederzettingenbeleid ten stelligste af. Nederland blijft de zaak van Tent of Nations met regelmaat onder de aandacht brengen van de Israëlische autoriteiten, en wijst hen daarbij op hun verantwoordelijkheid om de familie Nassar, hun land en gasten te beschermen.

  • Vraag 8
    Erkent u dat door te lang te wachten een feitelijk onomkeerbare situatie dreigt te ontstaan en dat dit, in afwachting van een definitieve uitspraak, zeer onwenselijk is? Kan u COGAT wijzen op hun eerdere toezegging om op te treden en verzoeken dit alsnog te doen?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 9
    Hoe verhouden de antwoorden van uw ambtsvoorganger dat volgens het bezettingsrecht de Israëlische militaire commandant verantwoordelijk is voor de veiligheid van de Palestijnse burgerbevolking zich tot de afspraken die tussen de Israëlische autoriteiten en de Palestijnse Autoriteit (PA) zijn gemaakt en de verschillende rollen ten aanzien van Area A, B, C? Kan het kloppen dat de praktische afspraken niet te verklaren zijn vanuit het bezettingsrecht, maar juist uit de lex specialis, voortvloeiend uit afspraken die rond de Oslo-akkoorden zijn gemaakt?

    De afbakening van de bevoegdheden tussen de Palestijnse veiligheidssector en de Israëlische autoriteiten is vastgelegd in de zogenaamde Israëlisch-Palestijnse interim-overeenkomst over de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook (Oslo II, 1995), met name in Bijlage I (het protocol over veiligheidszaken). De verdeling is als volgt:
    Daarnaast bestaat nog het Hebronprotocol (1997). Dit regelt de gedeeltelijke overdracht van Hebron aan de PA, maar bevestigt opnieuw dat de Palestijnse politie niet in Area C mag opereren.
    Ten slotte is er een aantal informele afspraken over de coördinatie tussen de Palestijnse en Israëlische veiligheidstroepen, die onder andere worden gefaciliteerd door the Office of the Security Coordinator, een Amerikaans-geleid samenwerkingsverband waaraan Nederland bijdraagt.
    Bovengenoemde bilaterale afspraken dienen bezien te worden in de context van het humanitair oorlogsrecht, waaronder het Vierde Verdrag van Genève. Op grond van artikel 47 van dit verdrag kan de burgerbevolking in bezet gebied niet de beschermingen van het verdrag worden ontnomen door enige verandering die voortvloeit uit afspraken tussen de bezettende macht (Israël) en de autoriteiten van het bezette gebied (Palestijnse Autoriteit). Volgens het bezettingsrecht is de bezettende macht verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in het bezette gebied. De Oslo-akkoorden doen hieraan niet af, zoals ook blijkt uit het advies van het Internationaal Gerechtshof van 19 juli 2024.2

  • Vraag 10
    Herinnert u zich het antwoord van uw ambtsvoorganger dat Israëlische politiebureaus zich geregeld in gesloten nederzettingen bevinden, die Palestijnen alleen mogen betreden na goedkeuring en onder begeleiding? Bent u bereid om de Israëlische regering aan te spreken op het feitelijk mogelijk te maken van het doen van aangifte op bereikbare locaties?

    Ja, ik ben bekend met dit antwoord. Het is belangrijk dat Palestijnen aangifte kunnen doen. In de praktijk is dit niet eenvoudig, vanwege de vele beperkingen die Palestijnen ondervinden om naar politiebureaus in nederzettingen te kunnen reizen. Het kabinet blijft de Israëlische autoriteiten aanspreken op de situatie op de bezette Westelijke Jordaanoever en wijst op Israëls internationaalrechtelijke verplichtingen.

  • Vraag 11
    Kunt u uiteenzetten welke afspraken er zijn gemaakt tussen de PA en de Israëlische autoriteiten ten aanzien van de veiligheid en bescherming van Palestijnse burgers in Area C? Zou u hierbij ook specifiek in kunnen gaan op afspraken ten aanzien van de mogelijkheid voor Palestijnen om ongehinderd aangifte te kunnen doen?

    Zie antwoord vraag 9.

  • Vraag 12
    Kunt u aangeven welke afspraken er specifiek zijn gemaakt ten aanzien van de rollen van de Palestijnse politie en de Israëlische autoriteiten en de afbakening van de verschillende bevoegdheden? Zou u, indien deze er zijn, kunnen verwijzen naar documenten waarin deze afspraken zijn vastgelegd?

    Zie antwoord vraag 9.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z04938
Volledige titel: Het vervolg ten aanzien van de zaak van Tent of Nations en effectieve bescherming van Palestijnen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20242025-1948
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Ceder en Piri over het vervolg ten aanzien van de zaak van Tent of Nations