Ingediend | 10 februari 2025 |
---|---|
Beantwoord | 12 mei 2025 (na 91 dagen) |
Indiener | Pieter Grinwis (CU) |
Beantwoord door | Femke Wiersma (minister ) (BBB) |
Onderwerpen | bodem landbouw natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z02388.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2154.html |
Ja, ik ben bekend met de consequenties van de natte weersomstandigheden in het najaar van 2023 en het voorjaar 2024 voor de agrarische bedrijfspraktijk.
Ja, ik ben bekend met die mogelijkheid.
Ja, in artikel 28c van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet is opgenomen dat de gemiddelde opbrengst van het gewas dat op het desbetreffende bedrijf op kleigrond werd geteeld, gemeten over de drie aan het desbetreffende jaar voorafgaande jaren, ieder jaar een vooraf bepaald minimaal aantal ton per hectare moet bedragen om in aanmerking te komen voor de verhoogde gebruiksnorm. Dit betekent dat wanneer de gemiddelde gewasopbrengst in 2024 lager dan dit minimum was, het bedrijf pas in 2028 weer in aanmerking kan komen voor stikstofdifferentiatie.
Nee, daar ben ik niet toe bereid. De regeling bevat een uitzondering op de gebruiksnormen zoals die zijn opgenomen in artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet en schrijft expliciet voor dat die uitzondering (de hogere stikstofgebruiksnorm) alleen geldt op kleigrond van bedrijven die in de direct daaraan voorafgaande drie jaren, ieder jaar een gemiddeld hogere opbrengst van de desbetreffende gewassen hebben gerealiseerd. De weersomstandigheden in 2024 hebben er waarschijnlijk toe geleid dat de gewassen niet de volledige stikstofgift hebben opgenomen, waardoor het risico op nitraatuitspoeling is toegenomen. Het toepassen van stikstofdifferentiatie in 2025 leidt in dat geval tot een hoger milieurisico. Ook een alternatieve voorwaarde, door te rekenen met een gemiddelde van de afgelopen drie jaar, zou tot een hoger risico op nitraatuitspoeling leiden. Immers, in de jaren waarin geen bovengemiddelde opbrengst wordt gerealiseerd, is er een verhoogd risico op uitspoeling.
Ik realiseer me dat de lagere stikstofgebruiksnormen een grote impact hebben op de agrarische bedrijfspraktijk. De mogelijkheid om gebruik te maken van de uitzondering voor stikstofdifferentiatie is echter alleen bedoeld voor telers die gedurende meerdere jaren hogere opbrengsten dan gemiddeld realiseren. In deze gevallen hebben gewassen immers aangetoond dat zij meer stikstof kunnen opnemen. Deze regeling betreft een verruiming op de algemene regel en biedt enige ruimte binnen dat algemene kader zonder dat met de uitzondering onoverkomelijke risico’s voor de waterkwaliteit ontstaan. De voorwaarden die aan het gebruik van de uitzonderingsmogelijkheid worden gesteld, zoals het beperken van deze maatregel tot de toepassing op kleigronden en het toekennen van de hogere stikstofgebruiksnorm op basis van hogere opbrengsten van drie achtereenvolgende jaren zijn nodig om te voorkomen dat de waterkwaliteit onder betreffende bedrijven verslechtert door het toepassen van stikstofdifferentiatie. Ik ben daarom niet voornemens de voorwaarden voor deze regeling te verruimen.
Met de beantwoording van deze vragen heb ik duidelijkheid gegeven.
De vragen van het lid Grinwis (ChristenUnie) over stikstofdifferentiatie ten behoeve van suikerbieten, tarwe, gerst of aardappelen op kleigrond (2025Z02388) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.