Kamervraag 2023Z21033

Het systematisch volgen van holocaustoverlevenden door de BVD.

Ingediend 28 december 2023
Beantwoord 25 januari 2024 (na 28 dagen)
Indiener Jesse Six Dijkstra (NSC)
Beantwoord door Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen burgerlijk recht openbare orde en veiligheid recht staatsveiligheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z21033.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-868.html
  • Vraag 1
    Hoe lang bent u al bekend met het feit dat de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) jarenlang Joodse Nederlanders volgde die na de Tweede Wereldoorlog herdenkingsbijeenkomsten hielden in concentratiekampen?1

    Onderzoeken van de BVD vonden plaats onder verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken. Het onderzoek naar een aantal leden van het Nederlands Auschwitz Comité moet worden gezien tegen de achtergrond van de dreiging die in de tijd van de Koude Oorlog uitging van het communisme, waarbij het Comité in zijn vroege jaren door de BVD en door anderen werd gezien als een dekmantelorganisatie van de Communistische Partij van Nederland (CPN).2
    Deze afwegingen zijn toentertijd gemaakt door de voorganger van de AIVD op basis van de destijds geldende juridische en politiek-bestuurlijke kaders.

  • Vraag 2
    Begrijpt u dat (nabestaanden van) leden van het Nationaal Auschwitz Comité geschrokken zijn van de berichtgeving dat het comité jarenlang geïnfiltreerd is geweest door de BVD?

    Gegeven het onvoorstelbare leed dat slachtoffers van de Holocaust hebben moeten doorstaan, begrijp ik de emoties die de berichtgeving heeft losgemaakt en snap ik dat dit vragen oproept. Ik hecht er daarom waarde aan om te benadrukken dat de onderzoeken van de BVD naar een aantal leden van het Comité in de historische context geplaatst moeten worden. Communisme werd in de tijd van de Koude Oorlog gezien als een gevaar voor de nationale veiligheid en het Comité in zijn vroegere jaren werd gezien als een dekmantelorganisatie van de CPN. In zijn algemeenheid geldt dat als de BVD onderzoek deed naar leden van een organisatie, dit niet per definitie betekende dat dit onderzoek zich richtte op iedereen die aan die organisatie verbonden was.
    De belangrijkste reden voor het overbrengen van alle persoonsdossiers uit de periode 1946–1998 is het openbaar maken van toenmalig onderzoek door de Centrale Veiligheidsdienst (CVD) en de BVD, ook wanneer dit (zoals in het geval van het Nederlands Auschwitz Comité) al eerder bekend was uit onder meer eerder openbaar gemaakte stukken van de BVD en onderzoek door het NIOD.3

  • Vraag 3
    Kunt u opheldering geven over de opdracht achter het onderzoek naar het Nationaal Auschwitz Comité en naar holocaustoverlevenden, en over of deze opdracht politiek gestuurd was?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Is uit inlichtingenonderzoek van de BVD gebleken dat er vanuit het Nationaal Auschwitz Comité daadwerkelijk een (communistische) dreiging uitging? Zo ja, was deze dreiging dusdanig dat voortdurende infiltratie van deze mate en duur gerechtvaardigd was in uw ogen?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 5
    Bent u bereid om, gezien de reactie van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) waarin zij stelt dat «de periode toen» in geen enkel opzicht «te vergelijken is met de werkwijze van de dienst nu», de resterende dossiers rondom deze kwestie integraal te derubriceren en openbaar te maken en zo volledige openheid te bieden aan betrokkenen en nabestaanden?

    Alle persoonsdossiers aangelegd door de CVD en BVD in de periode 1946–1998 zijn in augustus 2022 in het kader van openbaarheid overgebracht naar het Nationaal Archief. Deze dossiers zijn overgebracht met een deels beperkte toegankelijkheid op grond van de persoonlijke levenssfeer.4 Dit is gedaan omdat de inhoud van de persoonsdossiers de belangen van nog levende personen kunnen raken. Dit betekent dat wanneer een verzoeker inzage vraagt in een persoonsdossier dat betrekking heeft op hem of haarzelf de desbetreffende archiefbescheiden door verzoeker kunnen worden geraadpleegd.
    Voor wie archiefstukken of dossiers wil inzien waarin bijzondere persoonsgegevens, onder andere seksuele geaardheid, religieuze overtuiging, medische en strafrechtelijke gegevens zitten, gelden additionele voorwaarden. Hiervoor moet een schriftelijk gemotiveerd verzoek worden gedaan, waarin men aantoont dat degene wiens bijzondere persoonsgegevens men wil raadplegen is overleden, de uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene heeft, raadpleging noodzakelijk is als juridisch bewijsstuk, raadpleging noodzakelijk is ter voldoening aan een volkenrechtelijke verplichting, of raadpleging plaatsvindt ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek of statistiek.
    In dit laatste geval gelden er ook voorwaarden waaraan de aanvrager moet
    voldoen:
    Al eerder, in 2002, 2014 en 2016, heeft de AIVD dossiers van zijn voorgangers
    overgebracht naar het Nationaal Archief. Ook die dossiers zijn aldaar, beperkt,
    raadpleegbaar.
    Archieven die voor bewaring in aanmerking komen worden in overleg met het Nationaal Archief in gereedheid gebracht voor overbrengen. Over de openbaarheid en raadpleegbaarheid van dossiers wordt vooraf advies gevraagd aan het Nationaal Archief en de AIVD volgt dit advies altijd op. Dossiers worden volledig openbaar, dus zonder de hierboven genoemde voorwaarden, 75 jaar na sluiting van een dossier.
    Zoals aangeven in de reactie die de AIVD op de eigen website heeft geplaatst deed de «BVD in de tijd van de Koude Oorlog onderzoek naar communisme. Dat was destijds de grootste dreiging tegen de nationale veiligheid.» Over de naar het Nationaal Archief overgebrachte archiefstukken van de BVD stelt de AIVD in dezelfde reactie: «Zij geven een inkijk in het onderzoek zoals de BVD dat destijds deed.»5


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z21033
Volledige titel: Het systematisch volgen van holocaustoverlevenden door de BVD.
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20232024-868
Volledige titel: Antwoord op vragen van lid Six Dijkstra over het volgen van holocaustoverlevenden door de BVD