Kamervraag 2023Z04683

Een fatsoenlijk loon voor werknemers van sociale werkbedrijven

Ingediend 20 maart 2023
Beantwoord 13 april 2023 (na 24 dagen)
Indiener Barbara Kathmann (PvdA)
Beantwoord door Karien van Gennip (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (CDA)
Onderwerpen financiën inkomensbeleid organisatie en beleid werk
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z04683.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2256.html
  • Vraag 1
    Hoe beoordeelt u de acties van werknemers van sociale werkbedrijven (SW), waarbij onder andere wordt gevraagd om een fatsoenlijke vergoeding voor de gestegen prijzen?

    Ik deel de zorgen van veel Nederlanders die door de inflatie en hoge energieprijzen de eindjes niet aan elkaar kunnen knopen. De acties van medewerkers van sociaal ontwikkelbedrijven gaan over loonsverhogingen en een hogere reiskostenvergoeding. Deze aangelegenheden liggen primair bij gemeenten, sociaal ontwikkelbedrijven en (de vertegenwoordiging van) werknemers. Daarom past mij terughoudendheid bij het beoordelen van de acties.

  • Vraag 2
    Vindt u ook dat SW-werknemers, waarvan de cao’s vóór de grote prijsstijgingen werden afgesloten, gecompenseerd zouden moeten worden voor de duurdere boodschappen en energierekening?

    Voor veel huishoudens met een kleine beurs is de nood hoog door de fors gestegen energieprijzen en duurdere boodschappen. Dit geldt zeker ook voor medewerkers die vallen onder de Wsw en werken bij sociaal ontwikkelbedrijven.
    Om mensen te compenseren voor de duurdere boodschappen en de hogere energierekening, heeft het kabinet een uitzonderlijk groot pakket aan koopkrachtmaatregelen beschikbaar gesteld, dat vooral ter ondersteuning is van lage en middeninkomens. Denk aan de verhoging van het wettelijk minimumloon, de inzet van de energietoeslag, het instellen van een tijdelijk prijsplafond voor energie, de verhoging van zowel de huur- als de zorgtoeslag, de korting op accijns op brandstof en de verlaging van de inkomensbelasting. Tegelijkertijd kunnen we de koopkracht niet alleen met maatregelen van het kabinet versterken. Werkgevers zijn hier hard bij nodig en spelen een belangrijke rol.
    Hoewel ik oog heb voor de vraagstukken die voortkomen uit de afspraken die sociale partners in de cao SW hebben gemaakt, is het Rijk geen partij in de cao. Het is primair aan de cao-partijen zelf om afspraken uit de cao na te komen en om eventueel nieuwe afspraken te maken over de arbeidsvoorwaarden voor medewerkers. Het Rijk heeft een verantwoordelijkheid voor het bieden van financiering voor de uitvoering van de Wsw en de Participatiewet, waaronder beschut werk. Het geld dat het Rijk hiervoor beschikbaar stelt, kunnen gemeenten vrij besteden, onder meer aan de financiering van de cao’s. De financiering vanuit het Rijk wordt geïndexeerd voor ontwikkelingen in de lonen en prijzen middels het accres (voor de Algemene uitkering Gemeentefonds) en de LPO-systematiek (voor de Integratie-uitkering Participatie), wat arbeidsvoorwaardenruimte biedt.
    Ik ben met VNG en Cedris over de situatie in gesprek. Zodra deze gesprekken zijn afgerond, zal ik de Kamer nader informeren.

  • Vraag 3
    Vindt u ook dat een stempelkaart waarmee je in een kringloopwinkel spullen kan krijgen, zoals in Rotterdam aan SW-werknemers is gegeven, geen recht doet aan de financiële problemen waar veel van de SW-werknemers mee te maken hebben?

    Ik vind dat mensen die kampen met geldzorgen, problematische schulden of leven rondom de armoedegrens zich gezien en gehoord moeten voelen, goede hulp tot hun beschikking moeten hebben en moeten kunnen rekenen op bestaanszekerheid. Want achter geldzorgen en financiële problemen gaat enorm veel leed en verdriet schuil. De stress, eenzaamheid en uitsluiting die geldzorgen met zich meebrengen, belemmeren mensen om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Hierdoor ontstaan ook hardnekkige problemen op andere gebieden, zoals mentale en fysieke gezondheid, onderwijs, wonen, werken, opvoeding en veiligheid.
    Hoewel ik het initiatief uit Rotterdam mooi vind, omdat veel mensen hierdoor geholpen worden, baart het mij zorgen als mensen hierop aangewezen zijn. Want uiteindelijk is het hebben van een voldoende en stabiel inkomen de basis voor bestaans- en inkomenszekerheid. In het antwoord op vraag twee heb ik een schets geven van de maatregelen die het kabinet treft om de bestaans- en inkomenszekerheid van mensen verder te versterken. Daarnaast vind ik dat ook werkgevers een belangrijke verantwoordelijkheid hebben om hieraan bij te dragen.

  • Vraag 4
    Begrijpt u dat werknemers van sociale werkbedrijven het oneerlijk vinden dat zij geen hoger loon krijgen, terwijl de andere ambtenaren er met de reeds afgesloten cao (terecht) 9% bij krijgen plus een eenmalige vergoeding van 750 euro?

    Ja, dat begrijp ik. Medewerkers die vallen onder de Wsw zien dat gemeenten de arbeidsvoorwaarden binnen de cao Gemeenten verbetert en hun cao hierbij achterblijft.

  • Vraag 5
    Hoe beoordeelt u de uitspraak van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) dat het niet mogelijk is om aanvullende arbeidsvoorwaarden af te spreken zonder dat daar een financiële dekking vanuit het Rijk tegenover staat?1

    De werkgevers (VNG en Cedris) hebben in de tekst van de cao Aan de Slag opgenomen dat indexatie van het loongebouw met het stijgingspercentage van het wettelijk minimumloon afhankelijk is van volledige compensatie hiervan door het Rijk. Bij het formuleren van deze voorwaarde is het Rijk geen partij geweest. Ook zijn er hierover geen afspraken gemaakt met het Rijk.
    Zoals hierboven geschetst heb ik oog voor de vraagstukken die voortkomen uit de afspraken die sociale partners onderling hebben gemaakt. Tegelijkertijd is het Rijk geen partij in de cao en is het in de eerste instantie aan de partijen zelf om afspraken uit de cao’s na te komen. Het Rijk biedt financiering voor de uitvoering van de Wsw en de Participatiewet. De middelen die hiervoor beschikbaar worden gesteld kunnen gemeenten inzetten voor de financiering van de cao’s.

  • Vraag 6
    Bent u bereid om ervoor te zorgen dat SW-medewerkers fatsoenlijk worden gecompenseerd voor de gestegen prijzen?

    Het kabinet heeft een aantal maatregelen genomen om mensen te compenseren voor de gestegen prijzen. In het antwoord op vraag twee geef ik een schets van welke maatregelen het kabinet zoal treft.
    Verder heeft het Rijk een belangrijke verantwoordelijkheid voor het bieden van financiering voor de uitvoering van de Wsw en de Participatiewet. Dit geld kunnen gemeenten vrij besteden, onder meer aan de financiering van een cao. Hierbij is van belang dat de financiering vanuit het Rijk wordt geïndexeerd voor ontwikkelingen in de lonen en prijzen middels het accres (voor de Algemene uitkering Gemeentefonds) en de LPO-systematiek (voor de Integratie-uitkering Participatie), wat arbeidsvoorwaardenruimte biedt.
    Tenslotte benadruk ik graag opnieuw de belangrijke rol die werkgevers spelen. Naast alle maatregelen die het kabinet, treft spelen zij een essentiële rol om – met name arbeidsvoorwaarden – de bestaans- en inkomenszekerheid van mensen verder te versterken. In het geval van medewerkers die vallen onder de Wsw, is het dan ook primair aan gemeenten om eventueel aanvullende maatregelen te treffen om deze medewerkers – eventueel via arbeidsvoorwaarden – te compenseren. Ik ben met VNG en Cedris over de situatie in gesprek. Zodra deze gesprekken zijn afgerond, zal ik de Kamer hierover informeren.

  • Vraag 7
    Bent u bereid om oneerlijke verschillen in arbeidsvoorwaarden tussen SW-werknemers en andere ambtenaren weg te nemen?

    Ik heb begrip voor de gevoelens van de Sw-medewerkers. Tegelijkertijd is het nadrukkelijk de verantwoordelijkheid van gemeenten om met de verschillen in arbeidsvoorwaarden tussen medewerkers die vallen onder de Wsw en ambtenaren om te gaan en om te besluiten over een eventuele aanpassing van de arbeidsvoorwaarden van medewerkers die vallen onder de Wsw. Zoals eerder aangegeven ben ik met de VNG en Cedris over de problematiek in gesprek.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z04683
Volledige titel: Een fatsoenlijk loon voor werknemers van sociale werkbedrijven
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-2256
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Kathmann over een fatsoenlijk loon voor werknemers van sociale werkbedrijven