Kamervraag 2023Z03449

De situatie in de Lutkemeerpolder en de consequenties van het kabinetsbeleid dat water en bodem sturend moet worden

Ingediend 24 februari 2023
Beantwoord 11 april 2023 (na 46 dagen)
Indiener Eva van Esch (PvdD)
Beantwoord door Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Mark Harbers (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen ruimte en infrastructuur ruimtelijke ordening waterkeringen en waterbeheer
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z03449.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2222.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de situatie in de Lutkemeerpolder?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de observatie dat er bij de ontwikkeling van de polder gekozen wordt voor vooral heel veel distributiedozen (of soortgelijke industrie) en een heel klein beetje (stads)landbouw?

    Het bestemmingsplan dat sinds 2013 van kracht is maakt een volledige ontwikkeling tot 43 ha bedrijventerrein mogelijk. De partiële herziening biedt ruimte aan 3 ha (stads)landbouw.

  • Vraag 3
    Is het bij u bekend dat de bodem van zeeklei in de Lutkemeerpolder uiterst vruchtbaar is?

    Het is bekend dat de bodem ook geschikt is voor landbouw.

  • Vraag 4
    Bent u op de hoogte van het rapport van de Wageningen University & Research waarin de waarde van de Lutkemeer wordt beschreven, met naar schatting een waarde tussen 1,5 en 8,6 miljoen euro per jaar van de ecosysteemdiensten in de Lutkemeerpolder?2

    Ja.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat – als bodem sturend is – het verstandig zou zijn de grond in zijn geheel te behouden als, of om te vormen tot, (biologische) landbouwgrond? Zo nee, waarom niet?

    In de water en bodem sturend brief is als structurerende keuze 16 het streven opgenomen om bij verstedelijking en infrastructuur ruimte zo efficiënt mogelijk te gebruiken en de bodem zo min mogelijk af te dekken. Daarbij is aangegeven dat samen met gemeenten en provincies ingezet wordt op beperking van onnodig landgebruik. Het is niet aan het Rijk om op het onderhavige schaalniveau een oordeel te vellen over de vraag welke functie de grond krijgt.

  • Vraag 6
    Is u bekend dat de bodem van de Lutkemeerpolder grofweg 4,80 m onder NAP ligt?

    Ja.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat – als water sturend is – bouwen in zo’n diepe polder onverstandig is? Zo nee, waarom niet?

    Bouwen in de Lutkemeerpolder brengt inderdaad grotere risico’s met zich mee dan bouwen in de direct omliggende gebieden. Maar het risico is hier niet zodanig hoog dat bebouwing sowieso onverstandig is. Het is met name belangrijk om te bekijken hoe er gebouwd wordt, gegeven de risico’s die deze specifieke locatie en gekozen functie met zich meebrengt. Het is verstandig maatregelen te nemen die het risico kunnen verkleinen. Hiervoor is het belangrijk dat er goed wordt samengewerkt tussen de provincie en het waterschap.

  • Vraag 8
    Kent u de oproep van het College voor Rijksadviseurs om een rem te plaatsen op de snelle groei van het aantal distributiecentra?3

    Ja.

  • Vraag 9
    Hoe is omgegaan met de aangenomen motie Van Esch c.s. [Kamerstuk 35 925-VII nr. 133] die de regering verzocht «meer landelijke regie uit te voeren om verdozing tegen te gaan»?

    Aan uw Kamer is door de Minister voor VRO op 15 januari 2022 per brief (Kamerstuk 34 682, nr. 91) aangegeven dat de motie als een ondersteuning van het beleid wordt beschouwd, dat in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is opgenomen. In het afgelopen jaar zijn met provincies afspraken over de regierol van het rijk en provincies voorbereid in een gezamenlijke, landelijke beleidslijn.

  • Vraag 10
    Hoe is omgegaan met de aangenomen motie Bontenbal c.s. [Kamerstuk 29 383 nr. 377] die de regering verzocht provincies en gemeenten «op te roepen restrictief om te gaan met verzoeken tot de bouw van nieuwe distributiecentra op ongewenste plekken»? Is er contact geweest met het stadsbestuur van Amsterdam over de situatie op de Lutkemeerpolder? Zo ja, wat is hier uit gekomen? Zo nee, waarom niet?

    Naar aanleiding van de motie Bontenbal stelt het Rijk – in samenwerking met de provincies – een gezamenlijke landelijke beleidslijn voor grootschalige bedrijfsvestiging, inclusief afwegingskader, op. Op 7 december 2022 heeft er een bestuurlijk overleg met provincies plaatsgevonden over de landelijke beleidslijn. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 door de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de voortgang geïnformeerd (Kamerstuk 34 682, nr. 110). Provincies hebben een belangrijke coördinerende en kaderstellende rol in de ruimtelijke ordening en de planning van bedrijventerreinen voor grootschalige bedrijfsvestigingen. Binnen de provinciale kaders maken gemeenten keuzes over locaties en geven zij vergunningen af. Het Rijk heeft geen rol in de besluitvorming rondom de bedrijfsvestigingen in de Lutkemeerpolder in Amsterdam.

  • Vraag 11
    Deelt u de mening dat – uitgaande van water en bodem sturend – de Lutkemeerpolder een onverstandige plek is om distributiedozen (of soortgelijke industrie) te ontwikkelen?

    Bouwen in de Lutkemeerpolder brengt een grotere water- en bodemopgave met zich mee dan bouwen in de direct omliggende gebieden. De keuze over welke functie waar te realiseren en op welke manier is een lokale afweging. Er moet goed worden gekeken naar de manier waarop wordt gebouwd. De ligging van dit gebied vraagt om aanpassingen waarbij rekening wordt gehouden met het beperken van gevolgen van een eventuele overstroming en beperken van wateroverlast door aanhoudende regenval of piekbuien. Hiervoor is het belangrijk dat er goed wordt samengewerkt met de provincie en het waterschap.

  • Vraag 12
    Deelt u de mening dat – uitgaande van water en bodem sturend – de Lutkemeerpolder een prachtige plek is om kleinschalige biologische (stads)landbouw te ontwikkelen en behouden?

    «Water en bodem sturend bij ruimtelijke plannen» moet er toe leiden dat er géén ontwikkelingen worden toegestaan die de draagkracht van het water- en bodemsysteem te boven gaan. De inzet is niet dat functieverandering in gebieden altijd is uitgesloten.

  • Vraag 13
    Bent u – indachtig de aangenomen moties van Van Esch en Bontenbal – bereid om samen met de gemeente Amsterdam en de lokale initiatieven (die oog hebben voor biodiversiteit, (natuur)educatie, participatie en voedselproductie) te werken aan de ontwikkeling van Voedselpark Amsterdam? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?

    Provincies hebben binnen de kaders van de nog definitief vast te leggen landelijke beleidslijn en afwegingskader een belangrijke coördinerende rol richting gemeenten bij de ontwikkeling van bedrijventerreinen. Gezien het voorgaande is het niet de rol van het Rijk om samen met de gemeente Amsterdam en de lokale initiatieven te werken aan de ontwikkeling van Voedselpark Amsterdam.

  • Mededeling - 16 maart 2023

    Op 24 februari 2023 heeft het lid Van Esch vragen gesteld over de situatie in de Lutkemeerpolder (2023Z03449). Naast de Kamervragen is ook een verzoek van de vaste commissie voor IenW ontvangen met het verzoek te reageren op de ontwikkelingen in de Lutkemeerpolder (2023Z01428/2023D05195). Afstemming tussen de Ministeries van IenW en BZK, maar ook goed en zorgvuldig contact met de andere betrokken decentrale overheden over de ontwikkelingen in deze polder vergen meer tijd dan de termijn van drie weken die voor beantwoording van Kamervragen beschikbaar is. De inzet is om de Kamervragen en het verzoek van de commissie zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z03449
Volledige titel: De situatie in de Lutkemeerpolder en de consequenties van het kabinetsbeleid dat water en bodem sturend moet worden
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-2222
Volledige titel: Antwoord op vragen ontvangen van het lid Van Esch over de situatie in de Lutkemeerpolder en de consequenties van het kabinetsbeleid dat water en bodem sturend moet worden