Kamervraag 2023Z03003

Het bericht 'Vakbonden zoeken naar nieuwe varianten voor opbouw vroegpensioen'

Ingediend 20 februari 2023
Beantwoord 23 maart 2023 (na 31 dagen)
Indiener Marijke van Beukering-Huijbregts (D66)
Beantwoord door Carola Schouten (viceminister-president , minister zonder portefeuille sociale zaken en werkgelegenheid) (CU)
Onderwerpen ouderen sociale zekerheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z03003.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1981.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Vakbonden zoeken naar nieuwe varianten voor opbouw vroegpensioen»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Hoe verhoudt de inzet van de vakbonden zich tot de inzet van het kabinet omtrent een leven lang ontwikkelen?2

    Het is belangrijk dat zoveel mogelijk mensen gezond en met plezier doorwerken tot aan hun pensioen. Inzet op duurzame inzetbaarheid en een leven lang ontwikkelen is nodig om dit te bereiken. Zowel het kabinet als sociale partners zien het belang hiervan in en zijn hierover doorlopend met elkaar in gesprek. Werkgevers en werknemers zijn primair verantwoordelijk voor een leven lang ontwikkelen. Vakbonden zetten onder andere met individuele private ontwikkelbudgetten en de dienstverlening daar omheen, in op eigen regie van het individu ten aan zien van leven lang ontwikkelen. De overheid faciliteert de sociale partners daar waar mogelijk door mensen, bedrijven en opleiders te stimuleren in ontwikkeling te blijven. Het Ministerie van SZW is met sociale partners in gesprek over hoe publieke budgetten, zoals het STAP-budget, en de private ontwikkelbudgetten elkaar kunnen versterken.

  • Vraag 3
    Welke stappen zetten vakbonden om om- en bijscholing van werknemers die eerder zouden willen stoppen met werken te stimuleren in plaats van vroegpensionering als er eigenlijk al geen andere keuzes meer gemaakt kunnen worden? Hoe verhoudt zich dat tot de inzet om mensen af te schrijven en eerder met pensioen te laten gaan?

    Juist ook in deze tijd van arbeidsmarktkrapte is het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen kunnen doorwerken. Sociale partners zetten in op eigen regie van het individu door de ontwikkeling en het beschikbaar stellen van private ontwikkelbudgetten. Dat maakt het mogelijk, ook voor oudere werknemers, om zich tot pensioenleeftijd te blijven ontwikkelen. Zie hiervoor de seniorenkansenvisie van de Minister van SZW. Daarnaast bieden vakbonden dienstverlening en staan naast de werknemer om hen te voorzien van advies en begeleiding. Een voorbeeld daarvan zijn de leerambassadeurs: werkenden op de werkvloer die met hun collega’s kunnen meedenken over de ontwikkelmogelijkheden. Bij de subsidieaanvragen voor duurzame inzetbaarheid identificeren sectorale vakbonden en werkgeversorganisaties samen welke knelpunten rondom de inzetbaarheid van werkenden zich in de sector voordoen en komen gezamenlijk tot een activiteitenplan om knelpunten op te lossen of te verlichten.

  • Vraag 4
    Wat zijn de keuzemogelijkheden van iemand om het pensioenkapitaal dat iemand heeft opgebouwd in te zetten om eerder met (deeltijd)pensioen te kunnen gaan?

    In de pensioenregeling is vastgelegd in welke situaties het eerder of later opnemen van (deeltijd)pensioen mogelijk is. Dit kan dus per pensioenregeling verschillen. Hierbij gelden wel fiscale kaders. In het huidige pensioenstelsel geldt dat een (deeltijd)pensioen niet eerder mag ingaan dan 5 jaar voor de AOW-leeftijd. En niet later dan 5 jaar na de AOW-leeftijd moet het pensioen volledig zijn ingegaan. Eerder deeltijdpensioen opnemen dan 5 jaar voor pensioendatum is ook mogelijk, dit kan dan wel alleen voor het gedeelte dat de werknemer ook is gestopt met werken. Wanneer de werknemer bijvoorbeeld 20% minder gaat werken kan deze in die situatie 20% van het pensioen opnemen.
    In het kader van het wetsvoorstel Toekomst Pensioenen (Wtp) worden deze regels iets verruimd. Het wordt mogelijk 10 jaar voor AOW-datum het pensioen (in deeltijd) op te nemen. Daarbij gelden dan geen beperkingen meer. Eerder opnemen van het (deeltijd) pensioen kan ook, mits dit is vastgelegd in de pensioenregeling. De Wtp verandert niets aan de uiterste ingangsdatum van het pensioen: die blijft 5 jaar na AOW-datum.

  • Vraag 5
    Welke mogelijkheden heeft iemand om financiering te krijgen voor om- of bijscholing richting ander werk waardoor iemand gezond de pensioenleeftijd kan halen?

    Ongeveer 2,2 miljoen mensen die onder een cao vallen kunnen gebruik maken van een individueel ontwikkelbudget. Daarnaast zijn er sectorale gelden beschikbaar via opleidings- & ontwikkelfondsen (O&O-fondsen). Hoe deze middelen beschikbaar worden gesteld, verschilt. Dat kan via ontwikkelbudgetten, of speciale subsidieregelingen voor zijinstroom. Sociale partners maken hierover afspraken in de cao en de beschikbaarheid kan per sector verschillen. Vanuit de overheid is er het STAP-budget waar iedere Nederlander met een band met de arbeidsmarkt aanspraak op kan maken. Ook is het mogelijk om een studielening via het LevenLangLeren-krediet aan te vragen. Op die manier kunnen ook mensen die niet onder een cao vallen of STAP niet hebben kunnen aanvragen, hun studie bekostigen. In de Kamerbrief Aanpak arbeidsmarktkrapte (Kamerstuk 29 544, nr. 1115) en het Actieplan groene en digitale banen (Kamerstuk 29 544, nr. 1173) komt de inzet op leven lang ontwikkelen eveneens aan bod.

  • Vraag 6
    Hoe kijkt u naar de inzet van iemands opgebouwde pensioenvermogen om diens positie op de arbeidsmarkt te verbeteren, zodat iemand niet met vroegpensioen hoeft te gaan maar langer aan het werk kan blijven, in voltijd of in deeltijd?

    Een opgebouwd pensioenvermogen kan niet worden ingezet om iemands positie op de arbeidsmarkt te verbeteren in de vorm van bijvoorbeeld om- of bijscholing. Hiervoor zijn andere mogelijkheden zoals toegelicht in de andere antwoorden. Het opbouwen van pensioen is juist bedoeld om ervoor te zorgen dat mensen ook na hun pensionering hun levensstandaard kunnen behouden. Wel kan iemand besluiten om tegen het einde van de loopbaan in deeltijd te gaan werken en voor het overige deel met pensioen te gaan. In sommige gevallen kan dit ertoe bijdragen dat mensen het werk gezond en met plezier vol houden tot aan volledige pensionering.

  • Vraag 7
    Bent u bekend met de voordelen van werken voor de gezondheid van werknemers, in het bijzonder als zij ouder worden?3 Heeft u hierover gesproken met de sociale partners?

    Ik ben hiermee bekend. De Minister van SZW heeft in de seniorenkansenvisie toegelicht dat werken effect heeft op de eigenwaarde, en dat dit ook weer positief kan doorwerken op het sociale netwerk, de financiële positie en de gezondheid. Het Ministerie van SZW is doorlopend in gesprek met sociale partners over gezond doorwerken tot aan het pensioen.

  • Vraag 8
    Hoe beoordeelt u de effecten van vroegpensionering door ouderen voor jongere werknemers? Hoe wordt hun stem gehoord als aan cao-tafels wordt gesproken over vroegpensionering door ouderen en over generatiepacten?

    Het is voor iedereen van belang dat zoveel mogelijk mensen gezond doorwerken tot aan het pensioen. Cao-partijen weten het beste wat er speelt in een bedrijf of sector en welke afspraken passend zijn. Het is aan vakbonden om een goede afweging te maken en voor een evenwichtige belangenbehartiging te zorgen van alle werknemers, zowel jong als oud. Binnen het cao-stelsel zijn daarvoor voldoende mogelijkheden, en ook niet-leden kunnen worden betrokken bij de totstandkoming van de cao.

  • Vraag 9
    Wat denkt u van vroegpensionering door oudere werknemers in de context van de fors gestegen en stijgende levensverwachting, zoals wordt geïllustreerd in de documentaire «Your 100 year life»?4

    We worden steeds ouder en loopbanen worden langer. Dit vraagt om investeringen die werkenden helpen gezond en gemotiveerd te kunnen doorwerken. Het is daarbij belangrijk dat werkgevers en werkenden tijdig met elkaar in gesprek gaan over de inzetbaarheid. Het kabinet zet via de MDIEU-regeling en verschillende initiatieven gericht op leven lang ontwikkelen in op duurzame inzetbaarheid en is hierover regelmatig in gesprek met sociale partners. Van 2021 tot en met 2025 biedt het kabinet met de drempelvrijstelling voor regelingen voor vervroegde uittreding (RVU) tijdelijk ruimte om eerder te stoppen met werken voor oudere werknemers die zich niet hebben kunnen voorbereiden op de versnelde stijging van de AOW-leeftijd en niet gezond kunnen doorwerken tot de AOW-leeftijd, bijvoorbeeld omdat er in het verleden onvoldoende in de duurzame inzetbaarheid is geïnvesteerd. Uit cijfers van het UWV blijkt dat sinds 1 januari 2021 tot en met eind december 2022 tussen de 14.000 en 15.000 mensen gebruik hebben gemaakt van deze tijdelijke mogelijkheid. Informatie hierover wordt bijgehouden op de pagina van Uitvoering van Beleid (www.uitvoeringvanbeleidszw.nl/subsidies-en-regelingen/maatwerkregeling-duurzame-inzetbaarheid--eerder-uittreden-mdieu), onder het kopje «Over RVU».

  • Mededeling - 13 maart 2023

    Hierbij deel ik u mede, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dat de beantwoording van de Kamervragen van het lid Van Beukering-Huijbregts (D66) over het bericht «Vakbonden zoeken naar nieuwe varianten voor opbouw vroegpensioen» niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is vanwege de benodigde afstemming van de beantwoording.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z03003
Volledige titel: Het bericht 'Vakbonden zoeken naar nieuwe varianten voor opbouw vroegpensioen'
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-1981
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Beukering-Huijbregts over het bericht 'Vakbonden zoeken naar nieuwe varianten voor opbouw vroegpensioen'