Kamervraag 2022Z17597

De brief van 372 wetenschappers met zorgen over de mijnbouw in de Waddenzee

Ingediend 23 september 2022
Beantwoord 8 november 2022 (na 46 dagen)
Indieners Tjeerd de Groot (D66), Faissal Boulakjar (D66)
Beantwoord door Hans Vijlbrief (staatssecretaris economische zaken) (D66), van der Ch. Wal-Zeggelink
Onderwerpen economie natuur en milieu overige economische sectoren water
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z17597.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-664.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de brief van Scientists For Future Nederland waarin de zorgen worden uitgesproken over de effecten van mijnbouw in de Waddenzee?1

    Ja

  • Vraag 2
    Kunt u reflecteren op deze zorgen?

    Ik heb de brief gelezen en ben bekend met de zorgen die uitgesproken worden.
    Het gebruik van fossiele brandstoffen leidt tot een toename van broeikasgassen en daarmee de zeespiegelstijging. Klimaatverandering en de gevolgen hiervan staan scherp op het netvlies van het kabinet. Daarom heeft de Staatssecretaris van Economische zaken en Klimaat uw Kamer toegezegd een studie uit te laten voeren over de rol van gaswinning in het 1.5-graad scenario binnen het Noordzeeakkoord.
    Delfstofwinning onder de Waddenzee is alleen toegestaan als de hierdoor veroorzaakte bodemdaling niet schadelijk is voor de natuur. Om dit te borgen is het «hand aan de kraan»-principe vastgesteld in het Rijksprojectbesluit Gaswinning onder de Waddenzee van 26 juni 2006. Het «hand aan de kraan»-principe houdt in dat vanuit deze velden slechts gas mag worden gewonnen zolang de snelheid van bodemdaling als gevolg van deze winning de toegestane veilige gebruiksruimte niet overschrijdt. Bij een snellere zeespiegelstijging dan verwacht, betekent dit dat de gaswinning eerder zal worden beperkt. De verwachte zeespiegelstijging wordt elke 5 jaar opnieuw door de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat vastgesteld en daarnaast wordt jaarlijks bepaald of de nieuwste inzichten een bijstelling vragen. Hierdoor kan, ook in het scenario waarbij de zeespiegelstijging sneller gaat dan verwacht, op tijd worden bijgestuurd in de gaswinning.
    In Nederland zet het kabinet in op het decarboniseren van het energiesysteem door middel van energiebesparing en het vervangen van fossiele energie door duurzame energie, zoals groen gas, duurzame waterstof en warmte. Deze omslag vergt tijd. De verwachting is dat aardgas de komende tijd nog noodzakelijk is voor bijvoorbeeld de productie van elektriciteit en de energie- en warmtebehoefte van huishoudens in Nederland. Zolang er in Nederland nog vraag is naar aardgas, geeft het kabinet de voorkeur aan gaswinning uit de Nederlandse kleine velden onder de Noordzee. Productie in eigen land maakt Nederland minder afhankelijk van import van aardgas uit het buitenland. Bovendien is de klimaatafdruk van aardgas gewonnen in Nederland lager dan aardgas dat gewonnen wordt in het buitenland. Ook zorgt gaswinning uit Nederlandse kleine velden voor behoud van kennis van de diepe ondergrond en aanwezige gasinfrastructuur. Deze kennis en infrastructuur kan worden gebruikt in het kader van de energietransitie, zoals mogelijk voor de opslag en het transport van waterstof. In het kader van de huidige geopolitieke situatie en ontwikkelingen op de gasmarkt wil het kabinet opsporings- en winningsactiviteiten op de Noordzee versnellen.
    Op land kunnen projecten die vallen onder een bestaande winningsvergunning worden voortgezet mits dit veilig kan en in goede afstemming met de omgeving.
    Voor gaswinning onder de Waddenzee is in het coalitieakkoord afgesproken dat er geen nieuwe vergunningen meer worden afgegeven. De procedure voor gaswinning Ternaard zal worden afgerond.
    Productie in eigen land draagt bij aan energieleveringszekerheid. Daarnaast zorgt gaswinning uit Nederlandse kleine velden voor behoud van kennis van de diepe ondergrond en aanwezige gasinfrastructuur. Deze kennis en infrastructuur kan worden gebruikt in het kader van de energietransitie, zoals mogelijk voor de opslag en het transport van waterstof. In het kader van de huidige geopolitieke situatie en ontwikkelingen op de gasmarkt wil het kabinet opsporings- en winningsactiviteiten op de Noordzee versnellen.

  • Vraag 3
    Hoe worden deze zorgen, gedeeld door iets minder dan 400 wetenschappers in het veld, meegenomen in de besluitvorming voor de vergunning voor Ternaard?

    Voor gaswinning onder de Waddenzee is in het coalitieakkoord afgesproken dat de procedure voor Ternaard wordt afgerond en er geen nieuwe vergunningen worden afgegeven. Voor wat betreft de zorgen kan ik aangeven dat de zorgpunten, dus ook de zorgen zoals genoemd in de brief van Scientists For Future Nederland, worden betrokken bij de besluitvorming.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat deze brief bevestigt dat er gerede wetenschappelijke twijfel bestaat dat het verlenen van een vergunning voor Ternaard negatieve ecologische effecten zou kunnen hebben? Zo ja, wat doet dat volgens u met de juridische houdbaarheid van een eventueel verleende vergunning?

    Een aanvraag voor een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming wordt getoetst aan de hand van een passende beoordeling die deel uitmaakt van de aanvraag. Uit de passende beoordeling moet de zekerheid worden verkregen dat het project de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden niet zal aantasten. Dit is dus de beoordeling die ook in het geval van de aanvraag van de NAM voor de gaswinning Ternaard moet plaatsvinden.

  • Vraag 5
    Wanneer denkt u de besluitvorming rondom de vergunning voor Ternaard af te kunnen ronden?

    Op dit moment bestudeer ik de gevolgen van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in de zaak Porthos voor de besluitvorming voor Ternaard. Zoals vermeld in mijn brief aan de Kamer d.d. 3 november jl. over deze uitspraak, geldt voor ieder project, dus ook voor het project Ternaard, dat alsnog moet worden gekeken naar de stikstofeffecten van de aanlegfase. Ik ben over het vervolg van de besluitvorming reeds in overleg getreden met de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat.
    De besluitvorming loopt door het alsnog betrekken van de stikstofeffecten in de aanlegfase bij de beoordeling, vertraging op. Ik kan op dit moment niet concreet aangeven wanneer de besluitvorming zal worden afgerond.

  • Mededeling - 7 oktober 2022

    De vragen van de leden De Groot en Boulakjar (beiden D66), ingezonden 23 september 2022, over de brief van 372 wetenschappers met zorgen over mijnbouw in de Waddenzee (kenmerk 2022Z17597) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord in verband met de benodigde interdepartementale afstemming. Ik zal de antwoorden zo spoedig mogelijk aan de Tweede Kamer verzenden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2022Z17597
Volledige titel: De brief van 372 wetenschappers met zorgen over de mijnbouw in de Waddenzee
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-664
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Tjeerd de Groot en Boulakjar over de brief van 372 wetenschappers met zorgen over de mijnbouw in de Waddenzee