Kamervraag 2022Z12752

Uitsluiting studenten energietoeslag is onrechtmatig

Ingediend 22 juni 2022
Beantwoord 5 oktober 2022 (na 105 dagen)
Indiener Barbara Kathmann (PvdA)
Beantwoord door Carola Schouten (viceminister-president , minister zonder portefeuille sociale zaken en werkgelegenheid) (CU)
Onderwerpen energie financiën inkomensbeleid natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z12752.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-179.html
1. NOS, 13 juni 2022, «Uitsluiting studenten energietoeslag is onrechtmatig, zeggen juristen», (Uitsluiting studenten energietoeslag is onrechtmatig, zeggen juristen | Nieuwsuur (nos.nl)).
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de Nieuwsuur-uitzending over uitsluiting studenten energietoeslag is onrechtmatig?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Vindt u het ook schrijnend om te zien dat studenten, door de hoge energieprijzen, nauwelijks meer rond kunnen komen?

    Ja, afhankelijk van hun woon- en gezinssituatie kunnen ook studenten te maken krijgen met ernstige financiële gevolgen van een hoge energierekening.

  • Vraag 3
    Kunt u aangeven welke steden de energietoeslag wel aan studenten uit keren?

    Een uitputtende lijst van gemeenten die de landelijke richtlijnen op dit punt niet volgen, kan ik niet geven. Wel is mij bekend dat de gemeenten Delft, Zwolle en Apeldoorn beleid hebben geformuleerd op grond waarvan uitwonende studenten onder voorwaarden recht hebben op een eenmalige energietoeslag. Recent hebben ook Den Haag, Almere en Middelburg hun beleid op dit punt aangepast.

  • Vraag 4
    Vindt het ook onrechtvaardig dat woonvormen die door studenten worden gebruikt ook door niet-studenten worden gebruikt, die wel aanspraak kunnen maken op de energietoeslag?

    Het kan gebeuren dat individuele studenten in de ernstige financiële problemen komen als gevolg van de stijgende energieprijzen. En ook studenten moeten in deze gevallen worden geholpen. Naar aanleiding van de uitspraak van de rechter heb ik, in overleg met de VNG en gemeenten, meer richting gegeven aan hoe gemeenten kunnen omgegaan met deze individuele gevallen.
    Ter bevordering van een uniforme uitvoering van de eenmalige energietoeslag zijn gemeenten via de landelijke richtlijnen geadviseerd studenten als categorie uit te sluiten van het recht op een eenmalige energietoeslag. Daarvoor bestaat naar mijn oordeel een gerechtvaardigde en in principe ook juridisch houdbare reden. De woonsituatie van studenten is namelijk zeer divers, ook voor wat betreft de energiekosten. Ongeveer de helft van de studenten woont nog thuis bij de ouders en heeft dus geen eigen energierekening. Voor een aanzienlijk deel gaat het bij uitwonende studenten bijvoorbeeld om kamerbewoners, met een huurprijs inclusief energiekosten. Een groot deel van de studenten wordt daarmee niet of niet in dezelfde mate geraakt door de stijgende kosten. Daarom acht ik voor deze doelgroep de individuele bijzondere bijstand een geschikter instrument dan de categoriale bijzondere bijstand. Op deze wijze komt de financiële ondersteuning vanuit de bijzondere bijstand uitsluitend terecht bij de studentenhuishoudens die het daadwerkelijk nodig hebben.
    De energietoeslag is een crisismaatregel, om te voorkomen dat huishoudens met een laag inkomen in zeer ernstige problemen komen. De doelgroep is daarom ook gelijk aan die de gemeente stelt voor het reguliere armoedebeleid. Bij de totstandkoming van de energietoeslag moest een evenwicht worden gevonden tussen een regeling die enerzijds zo gericht mogelijk is en anderzijds een zo eenvoudig mogelijke uitvoering, waarbij een zo groot mogelijk deel van de doelgroep de toeslag zonder aanvraagprocedure kon ontvangen. Voor een regeling die meer maatwerk biedt was en is de uitvoeringscapaciteit bij gemeenten of een andere uitvoerder niet aanwezig. Een zekere mate van over- en ondercompensatie is dus inherent aan deze regeling. Daarbij beoogt de energietoeslag geen koopkrachtreparatie, maar is het echt om de ergste nood te lenigen. Het brede pakket van 2023 heeft wel als doel de koopkracht te herstellen, ook die van studenten.

  • Vraag 5
    Hoe beoordeelt u het feit dat juristen aangeven dat het uitsluiten van studenten onrechtmatig is?

    In het antwoord op vraag 4 heb ik aangegeven dat er naar mijn oordeel een gerechtvaardigde en in principe ook juridisch houdbare reden bestaat om studenten als groep uit te zonderen van de energietoeslag.

  • Vraag 6
    Kunt u aangeven welke «gerechtvaardigde grond» er is om studenten, ouder dan 21 jaar, uit te sluiten van de energietoeslag?

    Er bestaat naar mijn oordeel een gerechtvaardigde en in principe ook juridisch houdbare reden om studenten als groep uit te sluiten van de energietoeslag. De woonsituatie van studenten is namelijk zeer divers, ook voor wat betreft de energiekosten. Ongeveer de helft van de studenten woont nog thuis bij de ouders en heeft dus geen eigen energierekening. Voor een aanzienlijk deel gaat het bij uitwonende studenten bijvoorbeeld om kamerbewoners, met een huurprijs inclusief energiekosten. Vanwege deze diversiteit in woonsituatie, en daarmee ook de energiekosten, acht ik voor deze doelgroep de individuele bijzondere bijstand een geschikter instrument dan de categoriale bijzondere bijstand. Op deze wijze komt de financiële ondersteuning vanuit de bijzondere bijstand uitsluitend terecht bij de studentenhuishoudens die het daadwerkelijk nodig hebben.

  • Vraag 7
    Bent u het eens dat het feit dat het uitsluiten van studenten niet in het wetsvoorstel, maar wel in de bijgevoegde richtlijn staat, geen afdoende verklaring is om studenten, die hierdoor expliciet van de energietoeslag worden uitgesloten, uit te sluiten?

    Studenten komen als groep niet in aanmerking voor de categoriale bijzondere bijstand. Bij het antwoord op vraag 4, 5 en 6 heb ik aangegeven waarom ik dat gerechtvaardigd vind. Individuele studenten die in problemen komen als gevolg van de stijgende energieprijzen kunnen via de individuele bijzondere bijstand een tegemoetkoming vragen.

  • Vraag 8
    Kunt u tevens aangeven dat voor huishoudens met een laag inkomen de energietoeslag wel via een algemene uitkering verloopt maar bij studenten wordt verwezen naar individuele bijzondere bijstand? Vindt u het gerechtvaardigd dat hier onderscheid wordt gemaakt terwijl zij beiden hetzelfde probleem van hoge energieprijzen ervaren?

    De situatie van studenten is als groep te divers om ze in aanmerking te laten komen voor de energietoeslag. Een groot deel van de studenten wordt daarmee niet of niet in dezelfde mate geraakt door de stijgende kosten. Zie ook het antwoord op vraag 6.

  • Vraag 9
    Kunt u aangeven wat de kosten zouden zijn om uitwonende studenten, ouder dan 21 jaar, een energietoeslag uit te keren?

    Uitbreiding van de doelgroep met uitwonende, volwassen studenten leidt naar verwachting tot maximaal ruim 150 duizend extra huishoudens met recht op de toelage. Afhankelijk van de uitwerking en uitgaande van een eenmalige energietoeslag van 1.300 euro kan dit ruim 200 miljoen euro kosten aan uitkeringslasten en uitvoeringskosten.
    Het betreft hier een schatting. De financiële tegemoetkoming wordt, conform het feit dat het hier bijzondere bijstand betreft, alleen gegeven aan studenten met een inkomen tot een bepaalde grens, veelal 120% van het sociaal minimum. Bij het bepalen van dit inkomen telt niet alleen de maximale leencapaciteit mee, maar ook bijvoorbeeld inkomen uit werk. Uit verschillende bronnen blijkt dat studenten gemiddeld ongeveer 400 a 500 euro bijverdienen. Daarnaast krijgen studenten vaak een financiële bijdrage van hun ouders.2 Hoeveel studenten daarmee uiteindelijk onder de inkomensgrens blijven is niet bekend.

  • Vraag 10
    Hebben gemeenten voldoende financiële ruimte om de energietoeslag te betalen uit de bijzondere bijstand of heeft dit, negatieve, gevolgen voor andere uitgaven van gemeenten?

    Bij de bepaling van de hoogte van het budget dat aan gemeenten ter beschikking is gesteld voor de uitvoering van de eenmalige energietoeslag, is niet voorzien in verstrekking van een eenmalige energietoeslag aan studentenhuishoudens. Als een gemeente meer kosten maakt dan het aan de gemeente toegekende budget, bijvoorbeeld door verstrekking van categoriale bijzondere bijstand aan een ruimere doelgroep, dan dient de gemeente dit tekort zelf bij te passen.
    Zoals aangegeven, kunnen studenten die in de financiële problemen komen door de energierekening aanspraak maken op de individuele bijzondere bijstand. Voor deze gevallen heb ik extra middelen beschikbaar gesteld (€ 35 miljoen in 2022) aan gemeenten. Over de wijze van toekenning en de verdeling van de middelen gaat het kabinet nog in overleg met gemeenten.3

  • Vraag 11
    Bent u het eens dat verwijzen naar de individuele bijzondere bijstand allereerst niet passend is, vanwege het feit dat de gestegen energieprijzen voor iedereen geldt, maar bovendien ook praktisch niet werkt omdat gemeenten daarvoor onvoldoende financiële middelen hebben?

    In het algemeen geldt dat de energietoeslag een crisismaatregel betreft om te voorkomen dat huishoudens met een laag inkomen in zeer ernstige problemen komen. De doelgroep is daarom ook gelijk aan die de gemeente stelt voor het reguliere armoedebeleid. Bij de totstandkoming van de energietoeslag moest een evenwicht worden gevonden tussen een regeling die enerzijds zo gericht mogelijk is en anderzijds een zo eenvoudig mogelijke uitvoering, waarbij een zo groot mogelijk deel van de doelgroep de toeslag zonder aanvraagprocedure kon ontvangen. Voor een regeling die meer maatwerk biedt was en is de uitvoeringscapaciteit bij gemeenten of een andere uitvoerder niet aanwezig. Een zekere mate van over- en ondercompensatie is dus inherent aan deze regeling. Daarbij beoogt de energietoeslag geen koopkrachtreparatie, maar is het echt om de ergste nood te lenigen. Het brede pakket van 2023 heeft wel als doel de koopkracht te herstellen, ook die van studenten.
    Voor studenten die een beroep doen op de individuele bijzondere bijstand heb ik extra middelen beschikbaar gesteld (€ 35 miljoen in 2022) aan gemeenten. Over de wijze van toekenning en de verdeling van de middelen gaat het kabinet nog in overleg met gemeenten.4

  • Vraag 12
    Bent u bereid met gemeenten in gesprek te gaan over waar de knelpunten liggen om deze toeslag ook aan studenten uit te keren?

    Ik ben continu in gesprek met de VNG en verschillende gemeenten. Ik waardeer de constructieve houding van gemeenten in deze gesprekken. Voor studenten die een beroep doen op de individuele bijzondere bijstand heb ik extra middelen beschikbaar gesteld (€ 35 miljoen in 2022) aan gemeenten. Over de wijze van toekenning en de verdeling van de middelen is het kabinet in overleg met gemeenten. Uw Kamer wordt over de uitkomst hiervan geïnformeerd.

  • Vraag 13
    Bent u bijvoorbeeld bereid om bij de verdeelsystematiek van de bijzondere bijstand rekening te houden met studentensteden?

    Voor studenten die een beroep doen op de individuele bijzondere bijstand heb ik extra middelen beschikbaar gesteld (€ 35 miljoen in 2022) aan gemeenten. Over de wijze van toekenning en de verdeling van de middelen is het kabinet in overleg met gemeenten.5 Uw Kamer wordt over de uitkomst hiervan geïnformeerd.

  • Vraag 14
    Gaat u er zorg voor dragen dat studenten wel de energietoeslag, via een algemene regeling, kunnen ontvangen?

    Nee. Studenten komen als groep niet in aanmerking voor de categoriale bijzondere bijstand. In de antwoorden op uw eerdere vragen heb ik aangegeven waarom ik dat gerechtvaardigd vind.

  • Vraag 15
    Bent u om die reden bereid om de wet aan te passen zodat studenten wel recht hebben op de energietoeslag of eventueel te kijken of de energietoeslag op een andere manier, bijvoorbeeld via Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), te verstrekken?

    Omdat in de wet geen groepen worden uitgesloten van het recht op een eenmalige energietoeslag, ook studenten niet, is een wetswijziging niet aan de orde. Wel heb ik ter bevordering van een uniforme uitvoering van de eenmalige energietoeslag gemeenten via de landelijke richtlijnen geadviseerd studenten als categorie uit te sluiten van het recht op een eenmalige energietoeslag.
    De energietoeslag als zodanig past niet in de bestaande systemen van DUO. Het uitvoeren van de energietoeslag door DUO vergt het opzetten van nieuwe processen en systemen, en is daarmee op korte termijn niet mogelijk. Om dit op langere termijn mogelijk maken, zou flink moeten worden geprioriteerd waarbij andere grote opdrachten, zoals de herinvoering van de basisbeurs, in het gedrang komen.
    Een andere mogelijkheid, namelijk het verhogen van studiefinancieringsbedragen, vergt een wetswijziging, die niet op korte termijn noch met terugwerkende kracht kan geschieden. Voor studiefinanciering in het hoger onderwijs bestaat de basisbeurs tot de herinvoering daarvan niet en de beoogde inwerkingtreding van het wetsvoorstel dat de herinvoering regelt is 1 september 2023. Daarnaast is relevant dat DUO de basisbeurs in het mbo voornamelijk in prestatiebeurzen (mbo 1 en 2 uitgezonderd) verstrekt. Dat zijn in principe leningen totdat men (tijdig) afstudeert. Wetswijzigingen met terugwerkende kracht zijn alleen mogelijk voor maatregelen die louter begunstigend zijn, en het verhogen van prestatiebeurzen is dat strikt genomen niet. Daarnaast weet DUO tot de herinvoering van de basisbeurs niet of een ho-student uit- of thuiswonend is. Die informatie is pas na herinvoering van de basisbeurs weer beschikbaar voor DUO als de student studiefinanciering heeft aangevraagd.
    Als onderdeel van de koopkrachtbesluitvorming dit jaar heeft het kabinet wel aangekondigd om de basisbeursbedragen voor uitwonende studenten in het collegejaar 23/24 te verhogen met 165 euro om tegemoet te komen aan stijgende prijzen. Deze regeling wordt uitgevoerd door DUO.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2022Z12752
Volledige titel: Uitsluiting studenten energietoeslag is onrechtmatig
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-179
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Kathmann over uitsluiting studenten energietoeslag is onrechtmatig