Kamervraag 2020Z24376

Het artikel ‘Zonne-eilanden in IJsselmeer als mogelijke energiebron’

Ingediend 9 december 2020
Beantwoord 12 februari 2021 (na 65 dagen)
Indieners Tom van der Lee (GL), Laura Bromet (GL)
Beantwoord door Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU), Cora van Nieuwenhuizen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD), Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen energie natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z24376.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1665.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het artikel «Zonne-eilanden in IJsselmeer als mogelijke energiebron»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Herinnert u zich de aangenomen motie over een routekaart met kansen en risico’s van zonne-energie op water?2

    Ja.

  • Vraag 3
    Wat heeft u tot nu toe gedaan om een routekaart op te stellen met de kansen en risico’s van zonne-energie op water in Nederland? In hoeverre zijn decentrale overheden, het bedrijfsleven en natuurorganisaties hierbij betrokken?

    Het afgelopen jaar is door een interdepartementale werkgroep en met inbreng van de Topsector Energie en betrokkenheid van verschillende deskundigen, bedrijven, de Unie van Waterschappen en deelnemers van de provinciale werkgroep Shine een analyse gemaakt van de bestaande kennis en inzichten. Vervolgens is een opzet gemaakt voor de routekaart. Hierop is gereflecteerd door genoemde betrokkenen alsook vanuit de Vereniging van Nederlandse gemeenten, de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), onderzoeksinstituten (Deltares, TNO, Universiteit Utrecht, Universiteit van Amsterdam), marktpartijen (HollandSolar, Oceans of Energy) en natuurorganisaties (Natuur- en milieufederaties, Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk, Vogelbescherming Nederland). De Routekaart Zon op Water is op 2 februari 2021 verstuurd aan de Tweede Kamer (kenmerk 2021Z02130). Daarnaast is opdracht gegeven aan Rijkswaterstaat tot een pre-verkenning voor een pilot met drijvende zonnepanelen op het IJsselmeer. De uitkomsten daarvan worden medio 2021 verwacht.

  • Vraag 4
    Herinnert u zich de ondertekening van de Agenda IJsselmeergebied 2050 in 2018 door vijf ministeries, vier provincies, 32 gemeenten, zes waterschappen, belangenverenigingen en bedrijfsleven? Klopt het dat een belangrijk onderdeel van die agenda voorschrijft dat het IJsselmeergebied een significante bijdrage wil leveren aan de energietransitie van Nederland en dat onderzocht zal worden hoe de benodigde investeringen en maatregelen in duurzame energie kunnen worden gecombineerd met versterking van gebiedskwaliteiten en gebruiksfuncties? In hoeverre is daar tot nu toe aandacht aan besteed?

    Ja, het klopt dat de agenda uitspreekt dat het IJsselmeergebied een significante bijdrage wil leveren aan de energietransitie. Samen met de ministers van IenW, LNV, BZK, OCW, medeoverheden en vele andere organisaties heeft mijn ambtsvoorganger in 2018 de Agenda IJsselmeergebied 2050 ondertekend. Gezamenlijk streven we naar een integrale benadering van de verschillende opgaven en gebruiksfuncties in het IJsselmeergebied. De energietransitie en de bijdrage van het IJsselmeergebied aan deze transitie is één van deze opgaven. Hiertoe zijn energieverkenningen uitgevoerd waarin de mogelijkheden voor duurzame energieproductie in het IJsselmeergebied zijn getoetst aan de ruimtelijke principes en de gebruiksruimte voor andere functies3.
    Deze verkenningen en de inrichtingsprincipes uit de Gebiedsagenda zijn aangedragen als bouwstenen voor de invulling van de Regionale energiestrategieën (RES’en). Bij de invulling van de energieopgave spelen de RES’en een belangrijke rol. Ook in het IJsselmeergebied werken decentrale overheden in RES-regio’s met maatschappelijke partners, netbeheerders, het bedrijfsleven en inwoners regionaal gedragen keuzes uit voor de inpassing van duurzame energieopwekking door wind en zon. Op 30 oktober 2020 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van de RES’en (Kamerstuk 32 813, nr. 613). In het IJsselmeergebied, waar meerdere RES’en elkaar raken, is het van belang dat er afstemming plaatsvindt tussen de betreffende RES’en zodat er ook aandacht is voor het IJsselmeergebied als geheel.
    In het kader van de Agenda IJsselmeergebied 2050 is afgesproken dat het Bestuurlijk Platform IJsselmeergebied (BPIJ) de afstemming tussen de RES’en in dit gebied zal bevorderen. Zo heeft het BPIJ n.a.v. de concept RES’en aanbevolen te streven naar terughoudendheid en zorgvuldigheid voor duurzame opwekking van elektriciteit (zon, wind) in het IJsselmeer en te zoeken naar ruimtelijke samenhang, ook interprovinciaal. Ook heeft het BPIJ in december 2020 in een «energiespecial» hier speciaal aandacht aan besteed.

  • Vraag 5
    Bent u op de hoogte van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) project Wieringerhoek? Klopt het dat dit project Wieringerhoek een MIRT-verkenning is gestart zonder energieopwekking? Wat vindt u daarvan?

    Ja, ik ben hiervan op de hoogte en het klopt dat deze MIRT-verkenning is gestart zonder energieopwekking. Het project Wieringerhoek is onderdeel van de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) en verkent momenteel hoe de ecologische kwaliteit in de Noordwesthoek van het IJsselmeergebied te verbeteren.
    Het doel is een meer divers zoetwater-leefgebied, een zoet-zout-overgang die het IJsselmeer en de Waddenzee verbindt voor vissen en bescherming van de zoetwatervoorraad van het IJsselmeer. De scope van dit PAGW-project is in afstemming met de regio vastgelegd door de ministers van IenW en LNV in de Startbeslissing Wieringerhoek (zie Kamerbrief d.d. 8 november 2019 over voorgenomen investeringen PAGW, vergaderjaar 2019–2020, Kamerstuk 27 625, nr. 488). Onderdeel van de verkenningsfase is het actief op zoek gaan naar de meekoppelkansen met andere opgaven in het gebied. Het ingebrachte initiatief voor zonne-atollen in de Wieringerhoek wordt in deze fase dan ook meegenomen als «initiatief van derden» en beoordeeld in het MER. Ik wil initiatieven vanuit een integraal perspectief benaderen, zodat win-winmogelijkheden optimaal benut worden en sectorale programma’s als PAGW hier flexibel op inspelen.4

  • Vraag 6
    Bent u bekend met het onafhankelijk onderzoek dat de provincie Noord-Holland en de gemeente Medemblik hebben laten doen naar de ecologische effecten van een plan dat voorziet in het opwekken van zonne-energie (circa 1,6 terawattuur) met zogenaamde zonne-atollen, waarbij tegelijkertijd circa 4.500 hectare nieuwe natuurontwikkelingen wordt aangelegd in het IJsselmeer (Wieringerhoek)? Wat vindt u van die studie?3

    Ja, daar ben ik mee bekend. Ik vind dit een waardevol onderzoek dat aangeeft dat er kansen liggen om natuurontwikkeling te combineren met energieopwekking. Ik wil deze studie dan ook betrekken in de bovengenoemde MIRT-verkenning Wieringerhoek en streef naar het benutten van mogelijke win-winsituaties. Omdat een dergelijk zonne-atol nog nergens ter wereld is beproefd, adviseert bovengenoemd onderzoek om te beginnen met een pilot. Een stapsgewijze ontwikkeling met monitoring en bijsturingsmogelijkheden die meer uitwijst over de relatie tussen ecologie en energie ligt dan voor de hand. Voorwaarden zijn wel dat het moet passen binnen de (Europese) wettelijke kaders, de zoet- en drinkwatervoorziening, de ecologische doelen en bij andere beheer- en gebruiksfuncties zoals scheepvaart, visserij, recreatie en toerisme. Zo is er over de ecologische effecten van grootschalige zonnevelden op aquatische ecosystemen momenteel wereldwijd nog weinig bekend6. Ook de juridische procedure van een dergelijke ingreep in Natura 2000-gebied vereist een zorgvuldige en goed onderbouwde analyse. In de loop van 2021 zal meer duidelijkheid komen over de vraag of deze vraagstukken realisatie in de weg staan.

  • Vraag 7
    Wat vindt u van de oproep van de provincie Noord-Holland en de gemeenten Medemblik en Hollands Kroon om de doelstelling van het Rijksproject Wieringerhoek te verbreden en te combineren met (zonne-)energieopwekking?

    Ik neem deze oproep ter harte. Zoals aangegeven wordt het zonne-atollenplan als «initiatief van derden» onderzocht in het de MIRT-verkenning Wieringerhoek en wil ik nagaan hoe hier – samen met de provincie Noord-Holland, de gemeente Medemblik, andere partijen die een rol spelen in de RES’en en met de betrokken ministeries – optimaal gevolg aan kan worden geven. Ik wil dit op zorgvuldige wijze doen en bezien of en hoe kan worden omgegaan met bovengenoemde vraagstukken en voorwaarden.

  • Vraag 8
    Kunt u op korte termijn de doelstelling van het Rijksproject Wieringerhoek verbreden zodat dit voorziet in natuurontwikkeling, verbetering van de waterkwaliteit en het opwekken van energie? Zo ja, op welke termijn kunt u dit doen? Zo nee, waarom niet?

    Het PAGW-project Wieringerhoek heeft een natuurdoelstelling waarbij meekoppelkansen zoals energieopwekking meegenomen worden. Bij het besluit over het Voorkeursalternatief (VKA) wordt de scope van de volgende fase (de planuitwerkingsfase) vastgesteld. Dat is het logische moment om te bepalen of en hoe een plan met zonne-energie verder te brengen is en of eventueel de scope gewijzigd dient te worden (en hoe in financiering wordt voorzien). Daarbij worden ook de kennis die wordt opgedaan in de pre-verkenning voor een pilot met (drijvende) zonnepanelen op het IJsselmeer en het programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)7 betrokken. Binnen het programma OER werkt het kabinet momenteel aan het beschikbaar stellen van rijksgronden en het eigen vastgoed voor de opwek van duurzame energie (Kamerstuk 32 813, nr. 612). Of zonne-energie realiseerbaar is, is afhankelijk van verschillende factoren, zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 4 en 6. Najaar 2021 verwacht ik meer duidelijkheid hierover.

  • Mededeling - 17 december 2020

    Op 9 december 2020 hebben de leden Bromet en Van der Lee (beiden GroenLinks) vragen gesteld aan de ministers van Economische Zaken en Klimaat, van Infrastructuur en Waterstaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het artikel «Zonne-eilanden in IJsselmeer als mogelijke energiebron» (2020Z24376). Vanwege de benodigde interdepartementale afstemming en het kerstreces kunnen de vragen niet binnen de gestelde termijn beantwoord worden. Ik streef ernaar uw Kamer de antwoorden in januari 2021 te doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2020Z24376
Volledige titel: Het artikel ‘Zonne-eilanden in IJsselmeer als mogelijke energiebron’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20202021-1665
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Bromet en Van der Lee over het artikel 'Zonne-eilanden in IJsselmeer als mogelijke energiebron'