Kamervraag 2020Z14343

Het Ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit verdeling sterkte en middelen politie in verband met de flexibilisering van de operationele inzet

Ingediend 27 juli 2020
Beantwoord 23 november 2020 (na 119 dagen)
Indiener Chris van Dam (CDA)
Beantwoord door Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z14343.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-919.html
1. Hoewel wellicht ongebruikelijk worden vragen over dit Ontwerpbesluit vanwege het zomerreces van de Kamer gesteld in de vorm van schriftelijke kamervragen.
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het op 14 juli 2020 aan de Tweede Kamer voorgelegde «Ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit verdeling sterkte en middelen politie in verband met de flexibilisering van de operationele inzet» (Kamerstuk 29 628, nr. 968)?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Wat betekent dit ontwerpbesluit voor de ambitie om de aspiranten dan wel de bij de politie aangestelde ambtenaren in opleiding mee te laten tellen in de sterkte van de (regionale) eenheden dan wel deze uit die sterkte te halen en onder te brengen bij de Politieacademie dan wel het Politie Diensten Centrum (PDC)? Hoeveel aspiranten tellen per 1 juli 2020 nog mee in de sterkte van de (regionale) eenheden dan wel drukken niet meer op die sterkte?

    Het ontwerpbesluit regelt de zogenoemde bandbreedte.2 De bandbreedte houdt in dat de korpschef3 kan beslissen maximaal twee procent van de te realiseren operationele formatie4 van een eenheid niet te bezetten en de middelen die daardoor vrijvallen kan aanwenden voor de bekostiging van andere uitgaven. Het genereren van twee procent bandbreedte is ingegeven vanuit de gedachte dat de politie flexibel inspeelt op lokale en grensoverschrijdende ontwikkelingen, waarbij rekening wordt gehouden met verschillen tussen en binnen de eenheden, als ook met de specifieke kenmerken van elk werkgebied. Ten aanzien van een regionale eenheid geschiedt toepassing van de bandbreedte in overeenstemming met de burgemeesters van de gemeenten in het gebied waarin de regionale eenheid de politietaak uitvoert en de hoofdofficier van justitie.
    De bandbreedte is niet van toepassing op formatieplaatsen voor aspiranten. Het ontwerpbesluit creëert dan ook niet de mogelijkheid om (regionaal) te besluiten om minder aspiranten aan te nemen. De instroomdoelstellingen voor aspiranten worden landelijk vastgesteld.
    Het ontwerpbesluit staat los van de ambitie om aspiranten uit de operationele formatie van de eenheden te halen en te vervangen door opgeleide operationele formatie. Dit proces is al in gang. Op 1 januari 2021 (ultimo stand 2020) zijn dit 4.665 fte aspiranten. Hiervan zijn er 3.878 fte formatief ingericht bij de regionale eenheden. Het aantal fte aspirantenformatie dat is ingericht bij het PDC is op dat moment 787 fte. Het onderbrengen bij het PDC heeft overigens geen effect op het meetellen van aspiranten in de totale operationele formatie. De vernieuwing van de basispolitieopleiding voor aspiranten heeft geen gevolgen voor de formatieve plaatsing van aspiranten.

  • Vraag 3
    Hoe gaan aspiranten dan wel bij de politie aangestelde ambtenaren in opleiding na de invoering van de aangepaste primaire/basisopleiding (van drie naar twee jaren) meetellen in de operationele sterkte van de politie? In hoeverre kan de in dit ontwerpbesluit toegekende bevoegdheid leiden tot de lokale (regionale) beslissing om minder aspiranten aan te nemen en naar de Politieacademie te sturen, ook in deze tijd van forse operationele krapte?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Kunt u in een handzame tabel inzichtelijk maken per regionale eenheid, voor de landelijke eenheid en voor de politie als geheel hoeveel budget en sterkte gemoeid is met 2% van de te realiseren operationele sterkte? Kunt u in deze tabel per eenheid en voor de gehele organisatie inzichtelijk maken wat de operationele sterkte is per 1 juli 2020, welke financieel beslag daarbij hoort en hoeveel 2% van de operationele sterkte is, zowel in formatieplaatsen als in budget?

    Voor de bandbreedte gelden voor 2021 de volgende cijfers.
    Onderdeel van de politie
    Formatie1
    Twee procent (formatie)
    Twee procent
    (budget in € mln,2)
    Noord-Nederland
    3.640
    73
    5,3
    Oost-Nederland
    6.155
    123
    9,0
    Midden-Nederland
    4.412
    88
    6,4
    Noord-Holland
    3.099
    62
    4,5
    Amsterdam
    5.041
    101
    7,4
    Den Haag
    5.677
    114
    8,3
    Rotterdam
    5.363
    107
    7,8
    Zeeland-West-Brabant
    3.072
    61
    4,5
    Oost-Brabant
    2.812
    56
    4,1
    Limburg
    2.592
    52
    3,8
    Landelijke eenheid
    5.182
    104
    7,6
    Staf KL
    4
    n.v.t.

    PDC
    18
    n.v.t.

    ODPA
    25
    n.v.t.

    LMS
    0
    n.v.t.

    Totaal
    47.090
    941
    68,7
    Operationele formatie, exclusief aspiranten
    fte x gemiddelde loonsom operationele formatie 2021, (Begroting en beheerplan politie 2021–2025, blz. 69)

  • Vraag 5
    Welke waarborgen heeft de in het ontwerpbesluit beschreven bevoegdheid van de korpschef om eenheden toe te staan om 2% van de operationele sterkte niet op te vullen voor de bezetting van de basisteams? Deelt u de observatie dat nu al vacatures en onderbezetting veelal geplaatst worden binnen dan wel afgewenteld worden op de (blauwe) basisteams? Welke waarborgen worden getroffen om te zorgen dat juist deze teams niet beperkt worden in het opvullen van vacatures?

    Ten aanzien van een regionale eenheid geschiedt toepassing van de bandbreedte in overeenstemming met de burgemeesters van de gemeenten in het gebied waarin de regionale eenheid de politietaak uitvoert en de hoofdofficier van justitie. Het is verder expliciet de bedoeling dat de bandbreedte zo wordt ingezet dat toepassing ten goede komt aan de aanpak van maatschappelijke veiligheidsvraagstukken.
    Ik herken dat de druk op de basisteams groot is, waar ik uw Kamer de afgelopen periode reeds meerdere malen over heb geïnformeerd.5 Op korte termijn zullen er aanvullende maatregelen genomen worden in beginsel op eenheidsniveau door de politiechef samen met het gezag, afhankelijk van de lokale situatie. Hierover zond ik uw Kamer op 4 november jl. een brief (GGP en politiecapaciteit). Gelet op de druk die de huidige onderbezetting een basisteams geeft, ligt toepassing van de bandbreedte daar dan ook niet direct voor de hand. Het doel is juist om zo snel mogelijk weer op sterkte te komen in die teams.
    Daarnaast geldt dat, zoals hierboven aangegeven, de bandbreedte niet van toepassing is op aspiranten. Hierdoor heeft de bandbreedte geen gevolgen voor de investering in de werving en opleiding van nieuwe agenten.
    Ten slotte geldt dat de toepassing van de bandbreedte tijdelijk van aard is; het ziet op het begrotingsjaar en maximaal twee daaropvolgende jaren (waarbij in een jaar vrijgevallen middelen in hetzelfde jaar besteed dienen te worden). Inzet van deze bandbreedte vindt plaats binnen het budgettaire kader van de vaste personeelslasten volgens de begroting politie, alsmede het aandeel dat aan de betreffende eenheid is toe te rekenen.

  • Vraag 6
    Aan wat voor «andere uitgaven» (artikel 4a, vierde lid, ontwerpbesluit) wordt gedacht? Bestaat niet het gevaar dat het hier gaat om zuiver incidentele uitgaven – zonder bijvoorbeeld de mogelijkheid voor structurele financiering op basis van meerjarige afschrijvingen – omdat ze «alleen in het betreffende begrotingsjaar anders worden besteed» (toelichting pagina 6)?

    Zoals in de toelichting bij het ontwerpbesluit is aangegeven, kan gedacht worden aan (tijdelijke) kwalitatieve investeringen in bepaalde (operationele) functies, materiële uitgaven als bewapening een uitrusting, externe inhuur van personeel of om extra operationele uren te kunnen draaien. De beslissing wordt ten aanzien van regionale eenheden genomen in overeenstemming met de desbetreffende burgemeesters en de hoofdofficier van justitie.
    De toepassing van de bandbreedte ziet op het begrotingsjaar en maximaal twee daaropvolgende jaren (waarbij in een jaar vrijgevallen middelen in hetzelfde jaar besteed dienen te worden), zodat het niet beschikbaar hebben van een deel van de operationele sterkte tijdelijk blijft. Structurele aanpassing van de operationele formatie verloopt via een wijziging van de organisatie en/of formatie, jaarlijks vastgesteld in het beheerplan van de politie.

  • Vraag 7
    Op welke wijze bent u voornemens om de benutting van de in het ontwerpbesluit gecreëerde bevoegdheid voor de Korpschef inzichtelijk te maken voor de Tweede Kamer? Op welke wijze is voorzien in het in de jaarrekening dan wel het jaarverslag beschrijven van de mate en omvang waarin van de bevoegdheid gebruik is gemaakt, alsmede wat deze opgeleverd heeft?

    In het jaarverslag van de politie wordt per eenheid de omvang van de in een begrotingsjaar gerealiseerde operationele sterkte van de politie inzichtelijk gemaakt. Na inwerkingtreding van het ontwerpbesluit zal per eenheid tevens inzichtelijk wordt gemaakt of en in hoeverre toepassing is gegeven aan de bandbreedte en aan hoe de middelen die daarvoor vrijvallen anders zijn besteed. Uw Kamer ontvangt jaarlijks het jaarverslag politie. Voorts wordt de maatregel in opdracht van de korpschef na drie jaar geëvalueerd. Bij gelegenheid zal ik uw Kamer over de uitkomsten hiervan informeren.

  • Mededeling - 27 augustus 2020

    Bij brief van 13 juli 2020, met kenmerk 2967484, heb ik bovenvermeld ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal voorgelegd in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 36, derde lid, van de Politiewet 2012). Deze procedure biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld. Zoals ook aangegeven in de brief, is op grond van aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving de voorhangtermijn in verband met het zomerreces verlengd tot 29 september 2020. Het ontwerpbesluit is inmiddels geagendeerd voor de procedurevergadering van 9 september 2020 van de Vaste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid. Het lid Van Dam (CDA) heeft schriftelijke vragen gesteld over bovenvermeld ontwerpbesluit (ingezonden op 27 juli 2020, met kenmerk 2020Z14343). Bij deze wil ik het lid Van Dam graag danken voor de (voortvarend) gestelde vragen. Ik zal deze vragen beantwoorden nadat ik de eventuele andere reacties op het voorgehangen ontwerpbesluit heb ontvangen, teneinde alle vragen integraal en in onderling verband te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2020Z14343
Volledige titel: Het Ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit verdeling sterkte en middelen politie in verband met de flexibilisering van de operationele inzet
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20202021-919
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Dam over het Ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit verdeling sterkte en middelen politie in verband met de flexibilisering van de operationele inzet