Kamervraag 2020Z00551

Het bericht dat ANBI’s belastingregels niet naleven

Ingediend 16 januari 2020
Beantwoord 20 februari 2020 (na 35 dagen)
Indiener Helma Lodders (VVD)
Beantwoord door Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA)
Onderwerpen belasting financiën
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z00551.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-2050.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de verschillende berichtgeving in Trouw1, de Groene Amsterdammer2 en Pointer3 over het niet naleven van belastingregels door instellingen met een ANBI-status?

    Ja.

  • Vraag 2
    Hoeveel ANBI-instellingen zijn er in Nederland (graag een jaarlijkse weergave over de afgelopen tien jaar)?

    Een overzicht per jaar is niet beschikbaar. Op dit moment zijn er ongeveer 44.000 actieve ANBI’s. Begin 2018 waren dit er 43.000, tegenover ongeveer 33.000 in 2008.

  • Vraag 3
    Hoeveel ANBI-instellingen zijn er jaarlijks in deze tien jaar daadwerkelijk bekeken en gecontroleerd door de Belastingdienst en op welke manier vindt controle plaats?

    De Belastingdienst heeft een capaciteit van circa 18 FTE beschikbaar voor toezicht op ANBI’s waarvan circa 5 FTE specifiek voor het toezicht op de publicatieplicht, waar de aangehaalde berichtgeving over gaat. Hiermee wordt risicogericht toezicht gehouden op de 44.000 ANBI’s. In 2019 zijn ruim 4.000 instellingen beoordeeld op de aanwezigheid van een balans- en verlies- en winstrekening op de website van de ANBI, het beleidsplan, beloningsbeleid, verslag van uitgevoerde activiteiten en actuele bestuurssamenstelling en de contactgegevens. In 2018 waren dit zo’n 4.200 instellingen. De publicatieplicht is per 1 januari 2014 ingevoerd. Er is geen overzicht beschikbaar van het aantal controles dat in de eerdere jaren op het gebied van de publicatieplicht heeft plaatsgevonden.

  • Vraag 4
    Zijn alle stichtingen en organisaties met een ANBI-status opgenomen in het ANBI-register van de Belastingdienst? Zo nee, waarom niet?

    Informatie over stichtingen en organisaties met een ANBI-status is te raadplegen op twee vindplaatsen op de website van de Belastingdienst; de zogenoemde ANBI zoeker4 en het ANBI open data bestand 5.
    Hier is onder meer terug te vinden wanneer de instelling de (culturele) ANBI-status heeft verkregen en – indien van toepassing – wanneer de status is ingetrokken.
    Niet alle organisaties met een ANBI-status zijn in het register opgenomen. Ook publiekrechtelijke lichamen zijn algemeen nut beogende instellingen. Hierbij moet gedacht worden aan de Staat, provincies, gemeenten en waterschappen en alle (overige) lichamen waaraan op basis van de Grondwet verordende bevoegdheid is toegekend. Deze lichamen staan niet in het ANBI-register maar zijn van rechtswege ANBI. De overige organisaties met een ANBI-status zijn wel in het register opgenomen. Het opnemen van deze lichamen in het register zou, ook omdat het om lichamen uit andere landen in de EU kan gaan, het register onnodig belasten.

  • Vraag 5
    Welke belastingvoordelen kan een instelling met een ANBI-status krijgen (graag een uitputtende lijst) en hoeveel heeft dit de Nederlandse schatkist de afgelopen tien jaar (uitgesplitst per jaar) gekost?

    Er zijn voordelen voor de ANBI zelf:
    Een ANBI betaalt geen erfbelasting of schenkbelasting voor ontvangen erfenissen en schenkingen die de instelling gebruikt voor het algemeen belang.
    Als een ANBI zelf schenkingen doet in het algemene belang, dan hoeft de ontvanger geen schenkbelasting te betalen.
    Een ANBI komt in aanmerking voor teruggaaf van energiebelasting.
    Er zijn daarnaast voordelen voor de donateur of vrijwilliger:
    Vrijwilligers die voor een ANBI werken en in aanmerking komen voor een vrijwilligersvergoeding, kunnen- onder voorwaarden – het afzien van deze vergoeding in aanmerking nemen als gift.
    Donateurs van een ANBI mogen hun giften – boven hun drempelbedrag en onder het maximum – aftrekken van de inkomsten- of vennootschapsbelasting.
    Om in aanmerking te komen voor de aftrek van periodieke giften, moet de periodieke gift onder meer worden vastgelegd in een notariële akte of in een overeenkomst tussen de donateur en de desbetreffende ANBI. Voor deze giften geldt geen drempel- en maximumbedrag.
    Voor donateurs van culturele ANBI's geldt een extra giftenaftrek.
    Het belastingvoordeel van de regelingen in miljoenen Euro’s voor 2009 tot en met 2018 wordt in de tabel hieronder weergegeven, waarbij bedacht moet worden dat de gever zelf de begunstigde van de giftenaftrek, en de instelling de begunstigde van de regelingen in de schenk- en erfbelasting en energiebelasting is.
    2009
    2010
    2011
    2012
    2013
    2014
    2015
    2016
    2017
    2018
    Giftenaftrek IB
    315
    320
    320
    311
    345
    339
    346
    357
    377
    388
    Giftenaftrek VPB
    n.v.t.
    n.v.t
    n.v.t.
    4
    5
    5
    6
    6
    7
    8
    Schenk- en erfbelasting
    290
    185
    189
    192
    195
    199
    203
    207
    211
    215
    Energiebelasting
    28
    29
    32
    35
    34
    31
    26
    25
    29
    29

  • Vraag 6
    Aan welke eisen moet een ANBI-instelling voldoen?

    De instelling moet met nagenoeg het geheel van al haar activiteiten het algemeen belang dienen. Dit is de 90%-eis.
    De instelling heeft geen winstoogmerk met het geheel van haar activiteiten die het algemeen belang dienen.
    De instelling en de mensen die rechtstreeks bij de instelling betrokken zijn, voldoen aan de integriteitseisen.
    Geen enkel natuurlijk persoon of rechtspersoon mag over het vermogen van de instelling beschikken alsof het zijn eigen vermogen is. Bestuurders en beleidsbepalers mogen geen meerderheid hebben in de zeggenschap over het vermogen van de instelling.
    De instelling mag niet meer vermogen aanhouden dan redelijkerwijs nodig is voor het werk van de instelling. Daarom moet het eigen vermogen beperkt blijven.
    De beloning voor de leden van het orgaan van de instelling dat het beleid bepaalt is beperkt tot een onkostenvergoeding of niet bovenmatige vacatiegelden. De hoogte van de vacatiegelden zijn mede afhankelijk van de aard en omvang van de instelling en de maatschappelijke positie van het lid van het orgaan van de instelling dat het beleid bepaalt.
    De instelling heeft een actueel beleidsplan.
    De instelling heeft een redelijke verhouding tussen beheerkosten en bestedingen.
    Geld dat overblijft na opheffing van de instelling wordt besteed aan een ANBI met een soortgelijk doel.
    De instelling voldoet aan de administratieve verplichtingen.
    De instelling publiceert specifieke gegevens op een eigen of gemeenschappelijke website.

  • Vraag 7
    Wat is de definitie van de eis «algemeen nut»? Deelt u de mening dat het begrip abstract en niet goed te controleren is en daarmee fraude in de hand werkt? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

    De definitie van «algemeen nut» staat in artikel 5b, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR).
    Als algemeen nut in de zin van dit artikel wordt beschouwd:
    welzijn;
    cultuur;
    onderwijs, wetenschap en onderzoek;
    bescherming van natuur en milieu, daaronder begrepen bevordering van duurzaamheid;
    gezondheidszorg;
    jeugd- en ouderenzorg;
    ontwikkelingssamenwerking;
    dierenwelzijn;
    religie, levensbeschouwing en spiritualiteit;
    de bevordering van de democratische rechtsorde;
    volkshuisvesting;
    een combinatie van de bovengenoemde doelen, alsmede
    het financieel of op andere wijze ondersteunen van een algemeen nut beogende instelling.
    De ANBI-regeling kent inderdaad een aantal open normen die naar hun aard lastig te controleren zijn. Als gevolg van de open normen dient iedere ANBI individueel te worden beoordeeld. Dit heeft als nadeel dat er zich gevallen kunnen voordoen waarbij de «grenzen» worden opgezocht. Striktere regelgeving kan hiertegen helpen, maar heeft wel een keerzijde. Bij meer rigide normstelling zouden er mogelijk ook instellingen worden uitgesloten van de ANBI-regeling die in het maatschappelijk verkeer wel als ANBI worden beschouwd. Ik wil niet het beeld schetsen dat deze open normen fraude in de hand zouden werken.

  • Vraag 8
    Kunt u een toelichting geven op de dertien verschillende categorieën die in artikel 5B van de Algemene wet inzake rijksbelasting4 worden beschouwd als algemeen nut? Klopt het dat de verschillende categorieën niet gedefinieerd zijn, maar dat dit wordt ingevuld door de jurisprudentie (Graag een toelichting hierop)?

    In artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is het begrip algemeen nut beogende instelling gedefinieerd. Aan dit begrip is mede invulling geven door de verschillende categorieën in de wet op te nemen. Tot de inwerkingtreding van artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen per 2012, werd aan het begrip algemeen nut invulling gegeven door de jurisprudentie. In de Geefwet is ervoor gekozen om een verduidelijking aan te brengen met betrekking tot de doelen waarmee het algemeen nut wordt gediend. De wetgever heeft ervoor gekozen aan te sluiten bij hetgeen in het verleden in de jurisprudentie is uitgekristalliseerd. De tot de toepassing van de Geefwet onder de verschillende heffingswetten gewezen jurisprudentie met betrekking tot het begrip algemeen nut is dus nog steeds relevant. Naast deze jurisprudentie is er ook enige duiding van deze categorieën opgenomen in de memorie van toelichting op de eerdergenoemde Geefwet.

  • Vraag 9
    Hoe behandelt de Belastingdienst een ANBI-aanvraag van een organisatie of instelling waarbij een categorie van algemeen nut botst en contrair is aan een andere categorie?

    Het is mogelijk dat een instelling meerdere categorieën van algemeen nut, zoals opgesomd in artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, beoogt. Sterker nog, deze mogelijkheid wordt in het derde lid onderdeel l. expliciet genoemd. De Belastingdienst toetst het algemeen nut aan de hand van de wet- en regelgeving. Deze mogelijkheid (meerdere categorieën) kan worden aangemerkt als algemeen nut indien voor het geheel wordt voldaan aan het 90%-criterium (nagenoeg geheel inzetten voor het algemeen belang). Indien een instelling zich richt op meerdere categorieën is van belang op welke categorie een instelling zich primair richt. Dit is vooral van belang bij instellingen die zich (tevens) richten op cultuur aangezien instellingen die zich voor minimaal 90% richten op cultuur op verzoek kunnen worden aangemerkt als culturele instelling. Dit is van belang voor de multiplier van de giftenaftrek.

  • Vraag 10
    Deelt u de mening dat de eisen gedateerd zijn gezien de veelvuldigheid aan stichtingen en instellingen die de ANBI-status hebben, maar waarvan niet duidelijk is welke relatie er met het goede doel is? Zo ja, bent u dan voornemens om de eisen te evalueren en waar nodig en in overleg met de Kamer, aan te passen? Zo nee, waarom niet?

    Sinds 2008 zijn de eisen op verschillende momenten zijn aangescherpt. Dit is ook gememoreerd in de Evaluatie van de praktijk rondom ANBI’s en SBBI’s uit 2017.7 Zoals toegezegd in de brief van 20 juni 20198 zal ik uw Kamer in het eerste kwartaal van 2020 een wetswijziging aanbieden met daarin een aanpassing van de integriteitseis. Op dit moment zie ik geen aanleiding tot een nieuwe evaluatie van de aan de ANBI gestelde eisen.
    Bij de beoordeling of een instelling als ANBI kan worden aangewezen beoordeelt de Belastingdienst hierbij niet alleen de statutaire doelstelling van de instelling, maar toetst ook of de wijze waarop deze daaraan in de praktijk invulling geeft, daarmee overeenstemt.

  • Vraag 11
    Hoeveel ANBI-instellingen hebben niet voldaan aan de eisen (uitsplitsing per jaar over de afgelopen tien jaar)?

    Ik ga ervan uit dat deze vraag ziet op het voldoen aan de publicatieplicht. Het niet voldoen aan de publicatieplicht leidt niet direct tot een intrekking van de ANBI-status. De Belastingdienst geeft de ANBI gelegenheid voor herstel conform de uitvoerings- en toezichtstrategie van de Belastingdienst die als doel heeft de compliance van belastingplichtigen te verbeteren. Het is de ervaring dat veel ANBI's compliant willen zijn maar niet altijd op de hoogte zijn van alle eisen die verbonden zijn aan de ANBI-status. Nadat een ANBI is aangeschreven over het niet voldoen aan de eisen van de publicatieplicht wordt deze omissie in de regel hersteld. In de systemen van de Belastingdienst is geen overzicht te maken van ANBI’s die tijdens een controle niet voldeden maar na de geboden herstelperiode wel voldeden aan de publicatieplicht.
    De Belastingdienst kan wel zien hoe vaak de ANBI-status is ingetrokken als gevolg van een controle op de publicatieplicht. Dit gebeurt soms ook op initiatief van de ANBI. In 2019 is naar aanleiding van de controle op de publicatieplicht bij zo'n 600 instellingen de ANBI-status ingetrokken (op initiatief van de Belastingdienst of de ANBI). In totaal zijn in 2019 ruim 4.000 ANBI's gecontroleerd op publicatieplicht. In 2018 zijn zo’n 4.200 ANBI's gecontroleerd op publicatieplicht waarna bij ruim 700 instellingen de ANBI-status is ingetrokken.

  • Vraag 12
    Aan welke van de eisen kunnen ANBI-instellingen veelal niet voldoen?

    Het belangrijkste inhoudelijke (materiële) criterium waaraan ANBI's moeten voldoen is dat zij met nagenoeg het geheel van hun activiteiten het algemeen nut dienen en dat er niet meer dan bijkomstig sprake mag zijn van particuliere belangen. Het niet voldoen aan dit criterium is een veel voorkomende reden om de ANBI-status in te trekken. Tijdens de controles wordt uiteraard naar alle criteria gekeken. In de praktijk is de reden voor intrekking divers en vaak een combinatie van meerdere criteria waaraan niet voldaan wordt.

  • Vraag 13
    Wat zijn de consequenties als een ANBI-instelling niet heeft voldaan aan de eisen, zowel voor de Belastingdienst als voor de ANBI-instelling zelf?

    Bij niet voldoen aan de voorwaarden hangt de vervolgstap af van de reden van niet voldoen: niet voldoen aan formele eisen of niet voldoen aan materiële eisen. De eerste leidt tot het geven van de mogelijkheid tot herstel. Herstelt men niet dan volgt intrekking. Bij het niet voldoen aan een materiële eis (bijvoorbeeld: men dient tevens particuliere belangen) volgt directe intrekking. Bij intrekking van de ANBI-status verliest de instelling de voordelen en faciliteiten die aan de ANBI-status zijn verbonden en zijn donaties aan deze instelling ook niet meer aftrekbaar. In uitzonderingsgevallen kunnen er vervolgacties met betrekking tot de bestuurders zelf plaatsvinden. Hierbij moet gedacht worden aan fraudegevallen waarbij de vervolgacties worden overgelaten aan FIOD of OM.

  • Vraag 14
    Hoeveel organisaties en stichtingen en uit welke sectoren hebben de afgelopen tien jaar de ANBI status aangevraagd (uitgesplitst per jaar)?

    De Belastingdienst heeft geen uitsplitsing naar sector beschikbaar. Voor het overige ik verwijs naar het antwoord op vraag 15.

  • Vraag 15
    Hoeveel van deze aanvragen zijn toegekend en hoeveel zijn, om welke redenen, afgewezen?

    In onderstaande tabel zijn de aanvragen, toewijzingen en afwijzingen opgenomen.
    Jaar
    Aanvragen
    Toegewezen
    Afgewezen
    2019
    2.168
    1.859
    309
    2018
    2.031
    1.654
    377
    2017
    2.103
    1.641
    462
    2016
    2.869
    1.657
    1.212
    2015
    2.949
    1.740
    1.209
    2014
    1.476
    885
    591
    2013
    2.443
    1.375
    1.068
    2012
    2.784
    1.518
    1.266
    2011
    2.310
    1.278
    1.032
    2010
    1.267
    584
    683
    De redenen van afwijzing zijn zeer divers. Het is niet mogelijk om dit cijfermatig in beeld te brengen.

  • Vraag 16
    Kunt u een toelichting geven op het proces dat een organisatie of stichting moet doorlopen voordat het de ANBI-status krijgt?

    De procedure wordt uitgebreid toegelicht op de website van de Belastingdienst.9
    De instelling dient het formulier «Aanvraag beschikking Algemeen nut beogende instelling» te printen.
    Het formulier moet, inclusief bijlagen (beleidsplan en onder voorwaarden statuten), ingevuld en ondertekend per post worden verstuurd naar de Belastingdienst. Een instelling die in het buitenland is gevestigd, kan een aanvraag indienen middels het formulier «Aanvraag beschikking Buitenlandse algemeen nut beogende instelling».

  • Vraag 17
    Kan een organisatie of stichting op basis van alleen het formulier Aanvraag beschikking Algemeen nut beogende instelling al een ANBI-status krijgen of voert de Belastingdienst zelf ook nog controles uit c.q. moet de aanvrager een uitgebreider traject doorlopen?

    Nee, een instelling ontvangt niet automatisch de ANBI-status door enkel het aanvraagformulier in te sturen. Nadat de instelling het formulier met bijlagen heeft opgestuurd (zie beantwoording onder vraag 16) beoordeelt het ANBI-team of de aanvraag compleet is en het beleidsplan en eventueel de statuten meegestuurd zijn en of de website online is met daarop gepubliceerd de voor een ANBI benodigde gegevens. Daarna vindt de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag plaats en worden in voorkomende gevallen nadere vragen gesteld en/of aanvullende stukken opgevraagd. Elke complete aanvraag wordt inhoudelijk beoordeeld. Of de feitelijke activiteiten ook daadwerkelijk tot het algemeen nut worden gerekend kan uiteraard pas na het verlenen van de ANBI-status worden getoetst.

  • Vraag 18
    Op welke manier kan een aanvrager bezwaar maken tegen de afwijzing? In welke gevallen heeft bezwaar geleidt tot een ander oordeel?

    Nadat de aanvraag inhoudelijk is beoordeeld door het ANBI-team ontvangt de instelling een positieve- of een negatieve beschikking, eventueel voorafgegaan door een voornemen tot afwijzing. Ingeval er eerst een voornemen tot afwijzing is verstuurd, krijgt de instelling enkele weken de tijd om hierop te reageren. Het is mogelijk dat de instelling, na haar reactie op de voorgenomen afwijzing, alsnog een positieve beschikking ontvangt.
    Het is ook mogelijk dat een instelling een aanvraag indient om te worden aangemerkt als culturele ANBI. Het ANBI-team kan, na inhoudelijke beoordeling, tot de slotsom komen dat de ANBI-status wel wordt afgegeven maar de instelling niet als culturele ANBI kan worden aangemerkt.
    De beschikking is een voor bezwaar vatbare beschikking. De instelling kan, indien zij het niet eens is met de beschikking, bezwaar indienen.
    Bezwaarbehandeling vindt plaats conform de wet- en regelgeving. Dit betekent onder meer dat het bezwaar wordt beoordeeld door iemand anders dan degene die op de aanvraag heeft beschikt. Uit het bezwaarschrift en eventuele hoorgesprek, kan volgen dat de ANBI-status toch zou moeten worden afgegeven. In dat geval wordt tegemoetgekomen aan het bezwaar.

  • Vraag 19
    Krijgt een organisatie of stichting die is afgewezen voor een ANBI-status te horen op welke aspecten of voorwaarden de organisatie of stichting geen ANBI-status heeft verkregen? Zo nee, waarom niet?

    Ja. Een instelling krijgt doorgaans voorafgaand aan de uiteindelijke beschikking een voornemen tot afwijzing waarin staat geformuleerd waarom de instelling niet voldoet aan de ANBI-criteria. Ook in de uiteindelijke beschikking is de motivering om de aanvraag af te wijzen opgenomen.

  • Vraag 20
    Welke stappen zijn er, sinds eind 2016 bekend is dat er geen sluitende controle is op instellingen met een ANBI-status, gezet om de controle sluitend te maken en waarom is dit nog steeds niet gelukt?

    Het toezicht op de ANBI-instellingen volgt de lijn van de uitvoerings- en toezichtstrategie van de Belastingdienst. Deze strategie is erop gericht dat burgers en bedrijven bereid zijn uit zichzelf fiscale regels na te leven. Aan de hand van deze strategie maakt de Belastingdienst voortdurend keuzes over waar de beschikbare capaciteit op wordt ingezet. Het is praktisch onmogelijk om op alle individuele gevallen gericht toezicht uit te oefenen. Het toezicht wordt daarbij zo selectief en gericht mogelijk ingezet, afgestemd op de (oorzaken van) het gedrag van burgers en bedrijven. De Belastingdienst zet capaciteit in op datgene waar de kans op niet-naleving het grootst is of de grootste impact kan hebben. De inspanningen van het ANBI-team zijn, conform de uitvoerings- en toezichtstrategie, erop gericht om te komen tot structurele verbetering van het nalevingsgedrag. In de uitoefening van het toezicht wordt risicogericht gewerkt. Bij constatering van niet-naleving aan formele vereisten, geldt dat de ANBI-status niet meteen wordt ingetrokken maar de Belastingdienst de ANBI de gelegenheid geeft alsnog aan deze formele verplichtingen te voldoen als het gaat om bijvoorbeeld de naleving van de publicatieplicht.

  • Vraag 21
    Welke route moet de Belastingdienst doorlopen voordat een ANBI-status daadwerkelijk is ingetrokken?

    De instelling ontvangt bij niet voldoen aan ANBI-eisen eerst een voornemen tot intrekking. Hierop kan nog gereageerd worden waarna de behandelend ambtenaar deze reactie nog meeneemt in zijn definitieve beslissing. Blijft de behandelend ambtenaar bij zijn standpunt dan ontvangt de instelling een beschikking waarin wordt medegedeeld dat de status wordt ingetrokken. Dit is een voor bezwaar vatbare beschikking. Hierna wordt de instelling uit het ANBI-bestand verwijderd.

  • Vraag 22
    Deelt u de mening dat het innemen van een ANBI-status gemakkelijker zou moeten? Zo ja, hoe wilt u dit waarborgen? Zo nee, waarom niet?

    De Belastingdienst houdt risicogericht toezicht op ANBI’s. Op het moment dat een ANBI niet voldoet aan één of meerdere van de formele vereisten kan de Belastingdienst volgens de procedure zoals beschreven in het antwoord op vraag 21, de ANBI-status intrekken. Hiermee heeft de Belastingdienst naar mijn mening voldoende mogelijkheid om een ANBI-status in te trekken.

  • Vraag 23
    Moeten buitenlandse instellingen voor een ANBI-status voldoen aan extra verplichte eisen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

    Nee, voor buitenlandse instellingen gelden dezelfde wettelijke eisen als voor in Nederland gevestigde instellingen, met dien verstande dat met het land waar de buitenlandse ANBI is gevestigd, de mogelijkheid tot informatie-uitwisseling bestaat.

  • Vraag 24
    Hoeveel buitenlandse ANBI-instellingen zijn er?

    Er zijn bij benadering 500 instellingen met een vestigingsplaats buiten het Europese deel van Nederland die de ANBI-status verleend hebben gekregen. Daarnaast zijn er nog instellingen, overheidslichamen in andere EU-staten, die van rechtswege de ANBI-status hebben; dit aantal is onbekend.

  • Vraag 25
    Hoe worden buitenlandse instellingen met de Nederlandse ANBI-status gecontroleerd, gezien de conclusie uit het evaluatierapport van de Belastingdienst uit 2016 waarin staat dat «het toezicht op geldstromen praktisch gezien ophoudt bij de grens»?

    Buitenlandse instellingen met de ANBI-status worden op dezelfde manier gecontroleerd als binnenlandse instellingen met dat verschil dat er geen controle op de vestigingsplaats zelf kan plaatsvinden. Ook bij binnenlandse ANBI's wordt altijd begonnen met de beoordeling van de informatie die via de interne systemen van de Belastingdienst beschikbaar is, aangevuld met op te vragen stukken en openbare informatie. In die zin is de controle gelijk. Ook binnenlandse ANBI's kunnen geldstromen hebben die grensoverschrijdend zijn. De beoordeling van geldstromen vindt in eerste instantie plaats vanuit de administratie van instellingen die zowel bij binnenlandse als buitenlandse instellingen opgevraagd kan worden. Indien contra-informatie nodig is met betrekking tot gelden waarbij de ontvanger in het buitenland is gevestigd, is het mogelijk een verzoek tot informatie-uitwisseling in te dienen. Dit is dus niet anders dan voor binnenlandse instellingen met grensoverschrijdende geldstromen.

  • Vraag 26
    Waarom komen sportverenigingen niet in aanmerking voor een ANBI-status?

    Sportverenigingen zijn niet per definitie uitgesloten van de ANBI-status. Om de ANBI-status te krijgen, moet een instelling het algemeen nut beogen en met haar werkzaamheden uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (voor ten minste 90%) het algemeen nut dienen en voldoen aan de overige voorwaarden. De vraag of de werkzaamheden (activiteiten) van een instelling wel zijn gericht op het algemeen nut, doet zich bijvoorbeeld voor bij activiteiten die zien op ontspanning en vermaak. In principe zijn deze activiteiten gericht op een particulier belang van de deelnemers. Dat speelt bijvoorbeeld bij sport of muziekbeoefening. Dat kan anders worden beoordeeld dan bijvoorbeeld bij uitstapjes en vakanties voor ouderen en zieken die zonder begeleiding niet meer buiten de deur of verpleegomgeving komen en in een sociaal isolement verkeren. In dat geval betreft het algemeen nuttige activiteiten, want zij dragen bij aan de bevordering van het welzijn van kwetsbare groepen. Het is in bepaalde situaties dus afhankelijk van de specifieke feiten en omstandigheden van het geval of het particulier belang of het algemeen nut voorop staat.

  • Vraag 27
    Deelt u de mening dat juist vanwege de bijdrage die sportverenigingen hebben voor de samenleving een ANBI-status voor sportverenigingen mogelijk moet zijn? Zo ja, op welke manier gaat u het ook voor sportverenigingen mogelijk maken om een ANBI-status aan te vragen? Zo nee, waarom niet?

    Zoals in het antwoord op de voorgaande vraag is aangegeven kunnen sportverenigingen waarbij het algemeen nut voorop staat in aanmerking komen voor de ANBI-status. Daarnaast is het zo dat sportverenigingen die geen ANBI-status hebben wel voor bepaalde faciliteiten in aanmerking komen. Immers kan ook een sportvereniging een bijdrage vervullen voor de samenleving en kan kwalificeren als een sociaal belang behartigende instelling (SBBI).10 De door een SBBI ontvangen giften, erfenissen en legaten zijn vrijgesteld van schenk- respectievelijk erfbelasting. Periodieke giften aan verenigingen komen in aanmerking voor de giftenaftrek.

  • Vraag 28
    Is uw streven nog steeds om de wetswijziging eerste kwartaal 2020 naar de Kamer te sturen en als ingangsdatum 1 januari 2021 aan te houden?5

    Dat is nog steeds mijn streven. De wetswijziging is voor advies bij de Raad van State aanhangig gemaakt.

  • Vraag 29
    Is onderdeel van deze wetswijziging de aanpassing van de integriteitseis met betrekking tot de VOG-systematiek zoals aangekondigd in uw brief van 20 juni 20196 naar aanleiding van de aangenomen motie Omtzigt/Lodders7?Zo nee, waarom niet?

    Ja.

  • Vraag 30
    Kunt u de vragen één voor één beantwoorden?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2020Z00551
Volledige titel: Het bericht dat ANBI’s belastingregels niet naleven
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-2050
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Lodders over het bericht dat ANBI’s belastingregels niet naleven