Kamervraag 2019Z07727

Vervolging van de Palestijnse mensenrechtenverdediger Issa Amro

Ingediend 15 april 2019
Beantwoord 14 mei 2019 (na 29 dagen)
Indieners Kirsten van den Hul (PvdA), Bram van Ojik (GL), Sadet Karabulut (SP)
Beantwoord door Sigrid Kaag (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (D66), Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD)
Onderwerpen internationaal internationale samenwerking
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z07727.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2621.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het bericht van Amnesty International, «Authorities must drop charges against human rights defender Issa Amro for peaceful criticism»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Wat is uw opvatting over de stelling van Amnesty International dat de vervolging van mensenrechtenverdediger Amro door de Palestijnse Autoriteit (PA) wegens kritiek die hij op sociale media op de PA heeft geuit, «de zoveelste vernietigende klap voor de vrijheid van meningsuiting in Palestina» is?

    Het kabinet deelt de zorgen van Amnesty International over de toenemende inperkingen van de maatschappelijke ruimte in de Palestijnse gebieden. De zaak van de heer Amro is hier een sprekend voorbeeld van. De EU en het kabinet dringen er dan ook bij de Palestijnse Autoriteit op aan om te handelen in lijn met fundamentele normen op het terrein van mensenrechten, waaronder de vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering.

  • Vraag 3
    Op welke wijze kunt u de oproep van Amnesty International ondersteunen dat de Palestijnse autoriteiten alle aanklachten tegen Amro onmiddellijk moeten intrekken, aangezien kritiek op functionarissen nooit als een misdaad aangemerkt mag worden?

    Het kabinet ondersteunt de oproep om de aanklachten in te trekken die vallen onder het recht op vrijheid van meningsuiting, zoals vastgelegd in artikel 19 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, waaraan de Palestijnse Autoriteit zich gebonden acht. De Palestijnse Autoriteit moet ervoor zorgen dat er ruimte is voor vrijheid van meningsuiting, ook als dit gepaard gaat met kritische uitlatingen over het eigen beleid. Het kabinet heeft daarom bij de Palestijnse Autoriteit (PA) aangedrongen op het waarborgen van de ruimte voor mensenrechtenverdedigers en andere critici om het beleid en handelen van de PA te monitoren en waar nodig te bekritiseren.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening van Front Line Defenders dat het recente besluit van een Palestijnse rechtbank om de hoorzitting in de rechtszaak tegen Amro tot 22 mei 2019 te verdagen, deel uitmaakt van een patroon van juridische intimidatie?2

    Het kabinet is van mening dat mensenrechtenverdedigers hun werk goed en veilig moeten kunnen doen zonder het slachtoffer te worden van bedreigingen, arrestaties, geweld of andere vormen van intimidatie door overheden of anderen. De vrijheid van meningsuiting en het recht om te demonstreren passen binnen een vrije en democratische samenleving. Dat maatschappelijke organisaties zich genoodzaakt voelen het werk hierdoor te staken is betreurenswaardig. Het kabinet dringt er zowel bij de Israëlische autoriteiten als bij de Palestijnse Autoriteit op aan dat deze mensenrechten gerespecteerd worden en dat de maatschappelijke ruimte gewaarborgd wordt. Dit is ook benadrukt in een gezamenlijke verklaring van 27 EU-lidstaten in de VN Veiligheidsraad eind vorige maand.

  • Vraag 5
    Op welke wijze volgt u de parallelle vervolging van Amro door de Israëlische autoriteiten? Kunt u de Kamer nader over deze rechtszaak, die loopt voor een Israëlische militaire rechtbank, informeren? Zo nee, waarom niet?

    De EU en Nederland volgen beide rechtszaken tegen Amro nauwgezet, onder andere door het bijwonen van hoorzittingen.
    De heer Amro werd in 2016 voor het eerst voor het Israëlische (militaire) gerecht gebracht op grond van overtredingen die hij zou hebben begaan in de periode tussen 2010 en 2016. Sindsdien hebben verschillende hoorzittingen plaatsgevonden, de laatste op 7 april jl., waarbij getuigen zijn gehoord. Tijdens de laatste zitting werd Amro vrijgesproken van 2 van de in totaal 18 aanklachten. De Palestijnse zaak tegen de heer Amro leek sinds oktober 2017 stil te liggen, totdat deze begin dit jaar door een Palestijnse rechtbank in Hebron weer geopend werd. De volgende hoorzitting is gepland op 22 mei.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening van Front Line Defenders dat Amro het doelwit is van juridische intimidatie door de Israëlische en Palestijnse autoriteiten uitsluitend vanwege het vreedzame en legitieme werk dat hij als mensenrechtenverdediger in bezet Palestijns gebied verricht? Zo nee, waarom niet? Zo ja, heeft u hierover contact gehad met de Palestijnse autoriteiten?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 7
    Betreurt u dat Youth Against Settlements (YAS), de jongerenorganisatie in Hebron waar Amro bij betrokken is, zich genoodzaakt voelde haar activiteiten te staken tot de intimidatiecampagne tegen Amro en YAS ophoudt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, ziet u mogelijkheden om Youth Against Settlements te ondersteunen?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 8
    Kunt u ingaan op de ontwikkelingen sinds uw vorige antwoorden op vragen over de arrestatie en detentie van Amro (Kamerstuknummer 2017D28497)?

    Zie antwoord vraag 5.

  • Vraag 9
    Is het u bekend of de EU nog altijd Amro bijstaat met diplomatieke steun in de rechtszaken die de Palestijnse en Israëlische autoriteiten tegen hem hebben aangespannen? Zo ja, hoe?

    De EU en verscheidende lidstaten, waaronder Nederland, hebben hoorzittingen bijgewoond. Dit is ook gedaan door vertegenwoordigers van andere landen zoals de Verenigde Staten en Canada.

  • Vraag 10
    Op welke wijze staat Nederland Amro bij? Bestaat die bijstand ook uit het bijwonen van zittingen voor Palestijnse en Israëlische rechtbanken? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 9.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z07727
Volledige titel: Vervolging van de Palestijnse mensenrechtenverdediger Issa Amro
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-2621
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Van den Hul, Van Ojik en Karabulut over vervolging van de Palestijnse mensenrechtenverdediger Issa Amro