Kamervraag 2019Z02032

Het bericht 'Raadslid: Jongeren gooiden mij in de sloot'

Ingediend 5 februari 2019
Beantwoord 5 maart 2019 (na 28 dagen)
Indieners Chris van Dam (CDA), Henk Krol (50PLUS)
Beantwoord door Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z02032.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-1794.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het artikel «Raadslid: Jongeren gooiden bij in de sloot»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Waarom moet het twee weken duren voordat iemand aangifte kan doen van een (gewelds)incident als dit? Kunt u aangeven wat de gemiddelde duur is voordat iemand aangifte kan doen van een strafbaar feit? Is een wachttijd van twee weken normaal om aangifte te kunnen doen?

    Er zijn veel verschillende manieren waarop contact tussen burger en politie plaatsvindt, waarbij het altijd van belang is dat dit contact zo snel en laagdrempelig mogelijk verloopt. De politie probeert bij het eerste contact met de aangever in beeld te krijgen of voor de aangifte meer of minder tijd nodig zal zijn, om daar waar mogelijk op in te kunnen spelen. Het moment van een volledige aangifte kan om allerlei redenen meer tijd in beslag nemen, zowel aan de kant van de politie als overigens ook aan de kant van de aangever. Ik kan niet ingaan op de omstandigheden van het individuele geval.
    De afgelopen jaren heeft de politie hard gewerkt om de stap voor burgers om melding of aangifte te doen verkleinen. Binnen de politie is afgesproken dat aan de burger wordt aangeboden om die aangifte binnen twee keer 24 uur op te nemen. Aangevers van HIC-feiten (woninginbraken, overvallen, straatroof en geweld) krijgen bovendien binnen twee weken persoonlijk bericht over de voortgang van het onderzoek.

  • Vraag 3
    Erkent u dat het onderzoek naar de feiten en omstandigheden van het strafbare feit waarvan aangifte is gedaan, bemoeilijkt wordt indien die aangifte pas twee weken na dato geschieden kan? Is het dan nog mogelijk een adequaat buurtonderzoek te doen of een getuigenoproep?

    De politie streeft ernaar dat altijd zo snel en zo laagdrempelig mogelijk melding of aangifte kan worden gedaan. Daarbij wordt rekening gehouden met de omstandigheden van het geval, zoals de ernst van het delict en het slachtoffer. In hoeverre de wachttijd voor het doen van aangifte een onderzoek naar de feiten en omstandigheden bemoeilijkt, is afhankelijk van de specifieke situatie.

  • Vraag 4
    Klopt het dat in het halfjaarbericht over de politie van 27 juni 2018 is vermeld dat de politie werkt aan het aanpassen van haar dienstverlening aan de burger?2 Kunt u beschrijven wat dat nieuwe serviceconcept in deze concrete zaak kan betekenen? Kunt u aangeven waarom het in sommige gevallen twee weken moet duren voordat iemand aangifte kan komen doen? Hoe verhoudt deze berichtgeving zich tot de inhoud van die brief?

    Ja, de politie werkt continu aan het verbeteren en ontwikkelen van haar dienstverlening aan de burger. Daarbij streeft ze ernaar een moderne, effectieve en benaderbare organisatie te zijn. Het burgercontact van de politie is altijd gericht op zo snel en zo laagdrempelig mogelijk melding of aangifte doen. Het doel is om de dienstverlening meer persoonsgericht te maken waarbij de keuze voor de wijze van contact – tijdstip en kanaal – mede is afgestemd op de wens van de burger. Op de invloed van dergelijke ontwikkelingen op individuele zaken kan ik niet ingaan.
    Er wordt hard gewerkt om het proces van de aangifte te verbeteren. Zo is vanaf juni 2018 ingevoerd dat slachtoffers worden beoordeeld op kwetsbaarheid en het risico op herhaling bij het opnemen van een aangifte op het bureau. Ook wordt momenteel gewerkt aan het doorontwikkelen van de webcare en het beantwoorden van vragen via een chatbot. Dit allemaal om zeker het eerste contact zo snel en laagdrempelig als mogelijk te laten verlopen. Een eventuele aangifte is in die zin in toenemende mate een vervolgstap op zo’n eerste melding.

  • Vraag 5
    Kunt u de meest recente stand van zaken geven omtrent het doen van aangifte bij iemand thuis in plaats van op het politiebureau? Is dit al breed beschikbaar? Is dit tevens in alle regio’s beschikbaar?

    Het opnemen van aangifte op locatie is gestart in 2012. Op dit moment is dit in ieder geval mogelijk in gevallen waarbij de impact op het slachtoffer groot is, bijvoorbeeld in geval van woninginbraak en overvallen. Alle eenheden beschikken inmiddels over ondersteunende middelen om op locatie aangifte te kunnen opnemen. Bij telefonisch contact via 0900–8844 wordt deze mogelijkheid ook aangeboden als de aangever niet in staat is om naar het bureau te komen. Welk deel van het totale volume van aangiftes thuis wordt opgenomen kan niet worden vastgesteld, omdat dit gegeven niet apart wordt vastgelegd.

  • Vraag 6
    Heeft u aanwijzingen dat sommige strafbare feiten niet (meer) opgelost kunnen worden doordat de aangifte lang op zich liet wachten? Kunt u dat inzichtelijk maken?

    Hoewel ik mij kan voorstellen dat tijdsverloop van of bijvoorbeeld na een aangifte een nadelige invloed kan hebben op de oploskansen van een zaak, zie ik op het groter geheel in de huidige praktijk bij de politie, mede gelet op de verdeling van de aangiftes over de verschillende zaaktypes, geen groter risico.

  • Mededeling - 4 maart 2019

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Van Dam (CDA) en Krol (50PLUS) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht het bericht «Raadslid: Jongeren gooiden mij in de sloot» (ingezonden 5 februari 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z02032
Volledige titel: Het bericht 'Raadslid: Jongeren gooiden mij in de sloot'
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-1794
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Van Dam en Krol over het bericht 'Raadslid: Jongeren gooiden mij in de sloot'