Kamervraag 2019Z01944

Confuciusinstituten in Nederland

Ingediend 4 februari 2019
Beantwoord 4 april 2019 (na 59 dagen)
Indiener Michel Rog (CDA)
Beantwoord door Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66), Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU)
Onderwerpen hoger onderwijs onderwijs en wetenschap
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z01944.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2160.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de uitzending «Xi, Xi wat jij niet ziet»1 en het bericht «Confucius Instituten voelen geen druk van Chinese zijde»2?

    Ja.

  • Vraag 2
    Hoeveel Confuciusinstituten zijn er in Nederland, aan welke Nederlandse instellingen zijn zij verbonden, welke activiteiten worden door hen aangeboden en door wie worden de directeuren benoemd?

    Er zijn drie Confucius Instituten in Nederland. Zij zijn verbonden aan de Universiteit Leiden, aan de Rijksuniversiteit Groningen en aan de Hogeschool Zuyd te Maastricht. De Universiteit Leiden heeft recent besloten om de overeenkomst met het instituut na 31 augustus 2019, na afloop van de huidige termijn, niet meer te verlengen. De universiteit heeft hiertoe besloten omdat de activiteiten van het instituut niet meer aansluiten bij de Chinastrategie van de universiteit zoals die zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld.
    Doelstellingen van Confucius Instituten zijn de bevordering van kennis en begrip van de Chinese taal en cultuur en de bevordering van educatieve en culturele uitwisseling tussen China en andere landen.
    De directeuren van het Confucius Instituut in Maastricht worden benoemd door de Hogeschool Zuyd en door de Chinese partneruniversiteit (Dongbei University of Finance and Economics).
    De directeuren van het Confucius Instituut in Leiden zijn benoemd door de Raad van Toezicht van het Confucius Instituut Leiden, waarin aan Nederlandse zijde zitting hebben de rector van de Universiteit Leiden (voorzitter) en de wetenschappelijke directeur van het Leiden University Institute for Area Studies. Aan Chinese zijde hebben hierin zitting de rector van de Universiteit Shandong (vicevoorzitter), de decaan van het College of International Education aan de Universiteit Shandong en het hoofd van de afdeling onderwijs van de Chinese ambassade in Nederland.
    De directeuren van het Confucius Instituut in Groningen worden benoemd door de Stichting Groningen Confucius Instituut (waarin zitting hebben de Rijksuniversiteit Groningen, de Hanzehogeschool en de gemeente Groningen) en aan Chinese zijde door de Communication University of China.

  • Vraag 3
    Wat vindt u ervan dat, vanuit China, de contracten die de hoger onderwijsinstellingen (ho-instellingen) afsluiten met Confuciusinstituten geheim moeten blijven?

    Uitgangspunt is dat overeenkomsten die de betrokken instellingen sluiten met derden niet vertrouwelijk zijn. Indien de wederpartij zwaarwegende argumenten heeft om (onderdelen van de) overeenkomst niet met derden te delen, dan kan dat onder bepaalde omstandigheden in de overeenkomst worden opgenomen. In het geval van de Universiteit Leiden en de Rijksuniversiteit Groningen is dit niet aan de orde.
    De Confucius Institute Headquarters in China (HANBAN) heeft na 2015 in alle nieuwe overeenkomsten wereldwijd een vertrouwelijkheidsclausule opgenomen, ook in het contract dat in december 2016 met de Hogeschool Zuyd is gesloten. HANBAN heeft – desgevraagd – aangegeven dat de inhoud van de overeenkomst gedeeld kan worden met overheden en andere publieke instellingen, wanneer daarom wordt gevraagd.

  • Vraag 4
    Kunt u aangeven hoe dit zich verhoudt tot de Nederlandse gedragscode wetenschapsbeoefening waar universiteiten zich aan gecommitteerd hebben en waarin principes van eerlijkheid, zorgvuldigheid, betrouwbaarheid, controleerbaarheid, onpartijdigheid en onafhankelijkheid tot uiting komen?

    De Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening is onder auspiciën van de VSNU opgesteld door de gezamenlijke universiteiten die die code ook onderschreven hebben. Het antwoord op de vraag in hoeverre die principes genoegzaam worden nageleefd is aan de betrokken universiteiten zelf. De Inspectie heeft – overigens los van die vraag – contact gehad met de twee betrokken universiteiten over hun relatie met de Confucius Instituten, maar ziet geen aanleiding voor een verdiepend onderzoek.

  • Vraag 5
    Acht u het nodig dat de ho-instellingen (zoals Universiteit Leiden) onderhandelen over de contracten omdat in China alles politiek is, ook de Confuciusinstituten, en de Chinese normen en waarden niet overeenkomen met de Nederlandse normen? Kunt u aangeven in hoeverre de andere ho-instellingen ook onderhandeld hebben met de Confuciusinstituten over de overeenkomst en of u de instellingen hierbij helpt en of ze met elkaar informatie en tips uitwisselen?

    De instellingen van hoger onderwijs hebben een grote mate van autonomie, waarbinnen zij zelf verantwoordelijk zijn voor afspraken die zij maken met andere, ook buitenlandse instellingen. Het betreft niet alleen afspraken met Confucius Instituten, maar ook afspraken met bijvoorbeeld zusterinstellingen en onderzoekscentra in Nederland en daarbuiten, ook in China. Aan het bestaan van Confucius Instituten in Nederland liggen afspraken over en weer ten grondslag, die in de besprekingen met de betrokken universiteiten en hogeschool tot stand zijn gekomen. De rijksoverheid speelt hierbij geen rol.

  • Vraag 6
    In hoeverre maakt u zich zorgen dat door het aanstellen van een hoogleraar bij de Rijksuniversiteit Groningen met Confucius-middelen de onafhankelijkheid aangetast wordt? Kunt u aangeven welke universiteiten in navolging van de Erasmus Universiteit, naar aanleiding van het onderzoek «banden RSM met de fossiele industrie», een corporate register gebruiken? Kunt u hierbij aangeven of Confucius ook hierop vermeld staan? Kunt u tevens aangeven hoe het aanstellen van een hoogleraar past bij de drie doelstellingen van het Confuciusinstituut die in de uitzending «Xi, Xi wat jij niet ziet» genoemd worden?

    De leerstoel Chinese Taal en Cultuur wordt voor 50% gefinancierd door de Faculteit der Letteren en voor 50% door de Chinese Confucius Institute Headquarters (HANBAN). De leerstoel is ondergebracht bij de Faculteit der Letteren en de betrokken hoogleraar, die een volledige aanstelling heeft voor vijf jaar, valt onder de decaan van die faculteit. Er is daarom geen reden tot zorg over de onafhankelijkheid van betrokkene. De betreffende aanstelling is naar mijn mening niet in strijd met de doelstellingen van het Confucius Instituut zoals hierboven onder 2 zijn verwoord.
    De drie betrokken instellingen hanteren geen corporate register.

  • Vraag 7
    Is bij u bekend dat Confuciusinstituten ook invloed hebben op scholen in het basis- en voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs? Kunt u aangeven om welke scholen dit gaat, met welke Confuciusinstituten zij samenwerken, hoe deze samenwerking eruit ziet en hoeveel geld de scholen hiervoor krijgen?

    Momenteel bieden tachtig scholen Chinees aan als vak. Op zestien scholen kan eindexamen worden gedaan. Van die tachtig scholen zijn er dertien (veertien) die voor wat betreft taalonderwijs en culturele uitwisseling een samenwerkingsverband hebben met één van de bestaande Confucius Instituten, te weten
    Confucius Instituut Groningen
    Kandinsky College in Nijmegen
    Theresia Lyceum in Tilburg
    CS Vincent van Gogh in Assen
    Lorentz Lyceum in Arnhem (alleen extra-curriculair)
    Cals College in Nieuwegein
    De Goudse Waarden in Gouda
    Wolfert Tweetalig in Rotterdam
    Gymnasium Sorghvliet in Den Haag
    Rijnlands Lyceum in Wassenaar
    Petrus Canisius College in Alkmaar
    Stedelijk College in Eindhoven
    Confucius Instituut Leiden
    Polygo in Almere
    Stanislascollege Westplantsoen Delft
    Confucius Instituut Maastricht
    Bernard Lievegoedschool Maastricht (binnenkort)
    Scholen die een Confucius Classroom hebben, krijgen maximaal US$ 10.000 per jaar om materialen in te kopen, maar ook om onderdelen van het programma naar eigen inzicht in te vullen. Daarnaast ontvangen de betrokken scholen een eenmalige opstartsubsidie.
    Scholen die het vak Chinese Taal en Cultuur aanbieden, kunnen hun leerlingen een extra certificaat laten halen op een Confucius Instituut (een HSK-certificaat, genoemd naar de internationale Chinese standaardtoets om na te gaan hoe goed iemand het Chinees beheerst, vergelijkbaar met IELTS of TOEFL voor de Engelse taal).
    Overigens staat deelname aan HSK-examens open voor iedereen, dit is niet voorbehouden aan leerlingen van Confucius Instituten of scholen met een Confucius Classroom. Voor alle scholen in Nederland geldt dat Confucius Instituten wedstrijden organiseren waar ze hun leerlingen aan mee kunnen laten doen (Chinese Bridge Competition).

  • Vraag 8
    Hoe worden het curriculum en de eindtoetsen voor Chinees in het voortgezet onderwijs bepaald? Wie zijn allemaal daarbij betrokken en op welke manier?

    Het curriculum voor het vak Chinese Taal en Cultuur is naar het voorbeeld van andere moderne vreemde talen in het voortgezet onderwijs opgezet. Daartoe is in 2008 op verzoek van mijn ministerie een leerplan gemaakt door de stichting Leerplanontwikkeling (SLO). Bij het opstellen van het curriculum is door SLO samengewerkt met de vakgroep Sinologie/Chinastudies van de Universiteit Leiden, het voormalige Europees Platform (voor het vormen van een scholennetwerk Chinees) en een tiental scholen waar dit curriculum als pilot is gestart. Chinees maakt onderdeel uit van de curriculumherziening die nu loopt (curriculum.nu). Het vak Chinese Taal en Cultuur kent geen centraal eindexamen. De schoolexamens worden door de leraren gemaakt. Daartoe heeft de SLO een handreiking opgesteld.

  • Vraag 9
    Op welke manier gaan de scholen die geld krijgen vanuit een Confuciusinstituut om met de lijst met boeken die ze toegestuurd krijgen? Op welke manier kan er volgens u het beste tegenwicht geboden worden, zodat leerlingen niet louter een eenzijdig beeld van China meekrijgen vanuit Chinees perspectief in de lessen?

    Hoe scholen die geld krijgen vanuit een Confucius Instituut omgaan met de lijst boeken waaruit ze kunnen kiezen, is aan de scholen. Het ministerie heeft daar geen zeggenschap over. Dit geldt ook voor de manier waarop de lessen Chinese Taal en Cultuur op scholen worden gegeven: dit is aan de leraren Chinees die aan de scholen verbonden zijn. Aangezien het hier gaat om bevoegde leraren Chinees, heb ik er vertrouwen in dat zij meerdere kanten van China kunnen belichten. In algemene zin geldt dat op alle scholen in het funderend onderwijs de basiswaarden van de Nederlandse democratische samenleving centraal staan. Daar ziet de Inspectie van het Onderwijs ook op toe.

  • Vraag 10
    Komen Confuciusinstituten terug in de China-strategie waar het kabinet aan werkt? Zo nee, waarom niet?

    In de Chinanotitie wordt onder meer aandacht gegeven aan de specifieke positie van kennisinstellingen in hun relatie tot China, ook aan mogelijke zorgen en knelpunten in die samenwerking.

  • Mededeling - 26 februari 2019

    Op 04 februari 2019 jongstleden hebben de leden Rog en Van der Molen (beiden CDA) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld (2019Z01944) over Confuciusinstituten in Nederland. Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk, omdat de beantwoording nadere afstemming behoeft. Ik zal de vragen van de leden Rog en Van der Molen zo snel mogelijk beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z01944
Volledige titel: Confuciusinstituten in Nederland
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-2160
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Rog en Van der Molen over Confuciusinstituten in Nederland