Kamervraag 2018Z16885

De politieperskaart

Ingediend 26 september 2018
Beantwoord 24 oktober 2018 (na 28 dagen)
Indiener Chris van Dam (CDA)
Beantwoord door Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA)
Onderwerpen cultuur en recreatie media
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z16885.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-398.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het artikel op de website van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) d.d. 10 september 2018 met de titel "Politieperskaart: slechts kwart van klachten wordt door politie in behandeling genomen?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Herkent u het in dit artikel geschetste beeld dat ruim 60 procent van de politieperskaarthouders vaker dan eens per jaar buiten een afzetting van de politie wordt gehouden?

    De politie geeft een journalist in het bezit van een politieperskaart toegang tot een plaats delict (PD), tenzij de politie beoordeelt dat er gevaar dreigt voor betrokkenen of derden (brand of instorting), er sprake is van belemmering van het (technisch) onderzoek of de hulpverlening óf er sprake is van een speciaal geval bijvoorbeeld bij een noodverordening van de burgemeester. De politie houdt zelf geen cijfers bij over dit onderwerp, dus ik kan niet zeggen hoe vaak het voorkomt dat een journalist de toegang tot een plaats delict wordt geweigerd.

  • Vraag 3
    Kunt u kort uiteenzetten wat een politieperskaart is? Wilt u bij dat antwoord betrekken wat de kosten van en de privileges verbonden aan een politieperskaart zijn? Hoe wordt binnen de politie bekend gemaakt en gehandhaafd wat een politieperskaart aan «rechten» met zich meebrengt?

    Met de landelijke politieperskaart kunnen journalisten hun werk uitoefenen in door de politie afgezette gebieden of op plaatsen die voor het publiek niet toegankelijk zijn om verslag te doen van bijvoorbeeld ongevallen, demonstraties, rellen en calamiteiten. De kosten voor het aanvragen van een politieperskaart zijn € 65,– voor leden van de NVJ. Niet-leden betalen € 80,–.
    Om te zorgen dat zoveel mogelijk agenten op de hoogte te zijn van de politieperskaart heeft de politie samen met twee fotojournalisten een instructiefilmpje gemaakt dat op operationele briefings wordt getoond en ook op de intranetsite van de politie is geplaatst. Daar is ook een uitgebreide toelichting te vinden over de rechten en plichten van de politieperskaart. Hierbij zijn de volgende instructies gemeld waar een politiemedewerker op moet letten als een journalist zich meldt met de politieperskaart:

  • Vraag 4
    Herkent u ook het beeld dat in het tweede kwartaal van 2018 271 klachten gemeld zijn met betrekking tot persalarmering. Herkent u het beeld zoals dat geschetst wordt in het voornoemde bericht dat in 200 gevallen helemaal geen persalarm werd gegeven?

    Het is de politie en mij bekend dat de persalarmering niet in alle gevallen optimaal werkt en dat in gevallen geen persalarm is afgegeven. De politie voert al enige jaren regelmatig overleg met de NVJ over dit onderwerp, waarbij duidelijk is geworden dat het systeem van handmatige pagering (door de centralisten in de meldkamers) niet waterdicht is. Daarom heeft de politie zich ingespannen om tot automatische pagering te komen, waarvan de invoer dit jaar start. Dat betekent dat bij de invoering van de nieuwe versie van het Geïntegreerd Meldkamersysteem (GMS) in de meldkamers een persalarm wordt ingebouwd dat er voor zorgt dat (foto)journalisten automatisch bericht krijgen op het moment dat zich een calamiteit voordoet. Dat heeft als voordeel dat zij automatisch direct geïnformeerd zijn en ook direct ter plaatse kunnen gaan.
    De NVJ en de politie zijn het eens over de lijst van incidenten waarop de automatische pagering wordt toegepast.

  • Vraag 5
    Kunt u kort uiteenzetten welke afspraken en regels gelden ten aanzien van het geven van persalarm? Klopt het dat al langjarig vanuit de (foto)journalistiek geklaagd wordt over de gebrekkige naleving door de politie van deze landelijke afspraken?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Deelt u de opvatting dat het principe van journalistieke onafhankelijkheid ook met zich meebrengt dat fotojournalisten primair een eigen afweging moeten kunnen maken of zij wel of niet een zich in het openbare leven afspelende gebeurtenis fotografisch willen vastleggen? Kunt u bevestigen dat de politie daar een ondersteunende, faciliterende rol bij heeft? Deelt u in dat verband de opvatting dat het persalarm door de politie zo ruimhartig mogelijk benut moet worden?

    Ik deel de opvatting dat journalisten primair een eigen afweging moeten kunnen maken waar zij verslag van doen en hoe zij verslag doen. Dit kan echter begrensd worden door privacyoverwegingen of opsporingsbelangen. Het persalarm dient het belang van vrije nieuwsgaring zoveel mogelijk binnen deze kaders. Waar mogelijk faciliteert de politie de vrije nieuwsgaring.
    Er is regelmatig overleg tussen politie en de NVJ over hoe het persalarm het beste ingezet kan worden. Daarom heeft de politie zich ingespannen om tot automatische pagering te komen. Over de lijst van incidenten waarop de automatische pagering wordt toegepast, zijn de NVJ en de politie het eens. Zie hiervoor ook het antwoord op de vragen 4 en 5.

  • Vraag 7
    Bent u bekend met het feit dat de politie steeds vaker zelf foto’s maakt en verspreid van gebeurtenissen die relevant zijn voor de pers (voor voorbeelden zie onderstaande verwijzingen, deels ook geen persalarm?2 3 4 5 6 7 8 Beseft u zich dat dit zowel voor de onafhankelijke positie van de fotojournalistiek als voor de broodwinning van deze sector ernstige gevolgen heeft?

    De politie maakt en verspreidt om verschillende redenen foto’s. Zo worden er foto’s gemaakt en onder het publiek verspreid om het publiek te vragen om te helpen bij de opheldering van een strafbaar feit. Ook worden er foto’s gemaakt en verspreid om het publiek te informeren over incidenten, om hinder en onrust zoveel mogelijk te voorkomen en omdat mensen simpelweg willen weten wat er aan de hand is. In een eigentijdse communicatie past dat hierbij gebruik wordt gemaakt van beelden, of dat tekstberichten worden ondersteund met beelden. Er worden echter ook foto’s gemaakt en verspreid om het publiek te informeren over de werkzaamheden van de politie en de behaalde resultaten. Dit is een uitvloeisel van de taak en het past in de verantwoordelijkheid die een publieke organisatie als de politie heeft. Dit hoeft de onafhankelijke positie van de journalistiek niet in de weg staan, het staat haar vrij te publiceren met de informatie waar zij haar beschikking over heeft, inclusief de informatie die de politie openbaar maakt.

  • Vraag 8
    Hoe verhoudt de social-media-strategie van de politie zich tot de vrije nieuwsgaring door onafhankelijke (foto)journalisten? Geldt er een bewuste omgang met het delen van foto- en video-materiaal via social media, juist om ook de pers de tijd en de gelegenheid te bieden in onafhankelijkheid aan verslaggeving te doen? Of is dit in deze moderne tijd een achterhaald concept? Voert de politie hier gesprekken over met de NVJ?

    Zoals ik in mijn beantwoording op de Kamervragen van de leden Den Boer en Verhoeven (beiden D66) over het sociale mediagebruik van de politie9 heb aangegeven is het gebruik van social media op dit moment niet weg te denken uit onze maatschappij. Maandelijks verspreidt de politie vele berichten via de media, waaronder social media. De politie gebruikt social media zowel in het kader van haar taakuitvoering als bij het geven van voorlichting over haar werkzaamheden. De politie wil door de inzet van social media in verbinding zijn met de burger en de samenleving. De politie is voortdurend in overleg met de NVJ over de samenwerking, ook over de veranderingen die de komst van social media met zich mee heeft gebracht.

  • Vraag 9
    Klopt het dat bij de brandweer/veiligheidsregio Rotterdam het verstrekken van informatie over meldingen/incidenten aan de pers tot volle tevredenheid plaatsvindt? Kunt u aangeven hoe het proces daar is ingericht? Bent u bereid te onderzoeken of deze werkwijze ook ingevoerd kan worden bij de politie?

    Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (en daarvoor brandweer Rotterdam) werkt al sinds de jaren negentig met een persalarm als onderdeel van de crisiscommunicatie. Medio 2017 heeft de Veiligheidsregio Rotterdam de Persmonitor geïntroduceerd, een nieuw soort persalarm. Dit is een beveiligde internetsite die informatie toont over alarmering en voortgang van alle incidenten waarbij de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond betrokken is. De site is 24/7 actief, volledig geautomatiseerd en toont informatie real-time. Doelgroep van de Persmonitor vormen professionele beeldjournalisten (in bezit van geldige politieperskaart) en lokale, regionale of landelijke nieuwsredacties. De Persmonitor werkt tot volle tevredenheid van de media.
    De politie is bekend met de Persmonitor van de Veiligheidsregio Rotterdam en heeft de NVJ gevraagd of zij belangstelling hebben voor dit instrument in haar landelijke samenwerking met de politie. De NVJ heeft aangeven daar geen belangstelling voor te hebben en aangegeven zich te willen focussen op invoering van automatisch pageren. Overigens kunnen beide systemen naast elkaar bestaan.

  • Mededeling - 22 oktober 2018

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Dam (CDA) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de politieperskaart (ingezonden 26 september 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z16885
Volledige titel: De politieperskaart
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-398
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Dam over de politieperskaart