Kamervraag 2018Z02197

Het bericht 'Verplicht op eigen kosten naar New York voor een paar studiepunten'

Ingediend 8 februari 2018
Beantwoord 8 maart 2018 (na 28 dagen)
Indiener Harry van der Molen (CDA)
Beantwoord door Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66)
Onderwerpen onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z02197.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-1363.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Verplicht op eigen kosten naar New York voor een paar studiepunten»?1

    Ja, dit bericht is mij bekend.

  • Vraag 2
    Bent u bekend met de diverse voorbeelden van extra kosten die studenten moeten maken die in dit artikel worden genoemd?

    Niet alle concrete voorbeelden zijn mij bekend, maar het type klachten genoemd in het artikel zijn bekend. Het gaat om extra kosten voor excursies, studiereizen, digitale leermiddelen, kosten voor boeken en tentamens. Het type klachten lijkt op de klachten die eerder zijn geïnventariseerd door het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) in 2017. De inspectie heeft deze klachten onderzocht en een verslag hiervan geplaatst op haar website.2

  • Vraag 3
    Hoe verhouden zich deze praktijkvoorbeelden met de Wet op het hoger onderwijs die dit soort kosten niet toestaat tenzij er een kosteloos alternatief is en dat dit kosteloos alternatief vooraf en op transparante wijze moet worden gecommuniceerd en indien dit niet is gebeurd of het alternatief niet gelijkwaardig is, de onderwijsinstelling de wet overtreedt?

    De concrete voorbeelden kunnen niet op basis van dit bericht worden gewogen. De voorbeelden gaan over extra kosten voor excursies, studiereizen, digitale leermiddelen en kosten voor boeken, materialen en tentamens. Op 28 april 2015 heeft mijn ambtsvoorganger een brief gestuurd aan de instellingen over de ruimte die instellingen hebben om naast collegegeld een bijdrage aan studenten te vragen. Deze brief is op 29 april 2015 aan uw Kamer verstuurd.3
    In de brief uit 2015 is beschreven dat de hoofdregel is dat kosten die voortvloeien uit de wettelijke taak van de instellingen niet mogen worden doorberekend aan de student. Er mogen bijvoorbeeld geen kosten in rekening worden gebracht voor het verzorgen van onderwijs, het gebruik van de bibliotheek, de toegang tot gebouwen en het maken van tentamens. Voor de kosten van studiematerialen zoals boeken, syllabi en (digitale) leermiddelen, materialen en bepaalde kosten verbonden aan practica (bijvoorbeeld een veiligheidsbril en een laboratoriumjas) mag dit wel. De student wordt geacht zelf de kosten van deze onderwijsbenodigdheden te dragen. Als instellingen deze materialen verstrekken, mag de student hiervoor een eigen bijdrage worden gevraagd. De instelling mag echter niet voorschrijven dat studenten deze materialen moeten afnemen bij de instelling. Voor excursies geldt dat er een gratis alternatief beschikbaar moet zijn zoals een papieren opdracht of vervangende stage. Een uitzondering hierop geldt voor excursies die niet vervangbaar zijn. Het is de verantwoordelijkheid van de instelling om in overleg met de medezeggenschap te bepalen wanneer een excursie onvervangbaar is. Het ligt in de rede dat in een dergelijk geval van studenten een eigen bijdrage wordt gevraagd voor de reis- en verblijfkosten. De overige kosten die verbonden zijn aan het onderwijs op de excursie zijn voor rekening van de instelling.
    Mijn beeld op basis van het artikel is dat de informatieverschaffing over het gratis alternatief voor studenten beter kan. Dit komt ook naar voren uit het eerder genoemde verslag van de inspectie naar aanleiding van de inventarisatie van het ISO.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat instellingen zich bij het doorberekenen van de extra studiekosten aan de wettelijke bepalingen hierover moeten houden om de toegankelijkheid van het hoger onderwijs te waarborgen?

    Ja die mening deel ik.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat het juist vanwege de invoering van het leenstelsel en de gevolgen die dit heeft gehad voor de toegankelijkheid van specifieke groepen studenten, des te schrijnender is dat er nog steeds instellingen zijn die zich niet houden aan de wettelijke voorschriften over het doorberekenen van studiekosten?

    Ik deel de mening dat instellingen zich dienen te houden aan de wettelijk voorschriften voor het doorberekenen van extra kosten naast het collegegeld.

  • Vraag 6
    Hoe verhouden de voorbeelden genoemd in het artikel zich met de bijlage van de brief van voormalig Minister, mevrouw Bussemaker d.d. 28 april 20152, waarbij de instellingen uitdrukkelijk is gewezen op de bovengenoemde wettelijke bepalingen?

    Zie het antwoord op vraag 3.

  • Vraag 7
    Hoe beoordeelt u het gegeven dat na de brandbrief van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) in 2015 uit de nieuwe klachtenlijst met ruim 300 klachten van zomer 2017 blijkt dat bij het berekenen van extra kosten instellingen nog steeds in voorkomende gevallen verzuimen hier transparant over te communiceren of te verzuimen een gelijkwaardig alternatief bieden?

    De inspectie heeft de klachten uit de inventarisatie van het ISO van maart 2017 onderzocht. Hieruit blijkt dat instellingen in sommige gevallen meer moeten inzetten op communicatie over extra kosten en gratis alternatieven. Ik vind het belangrijk dat studenten voorafgaand aan een studiejaar een juist beeld hebben van de extra kosten die met hun opleiding zijn gemoeid en de alternatieven die hiervoor voorhanden zijn. Een en ander moet uiteraard ook binnen de wettelijke bepalingen zijn. Instellingen hebben de verantwoordelijkheid hierover helder te communiceren, en studenten hebben op hun beurt de verantwoordelijkheid om zich goed te informeren.

  • Vraag 8
    Kunt u bevestigen dat de Onderwijsinspectie naar aanleiding van voornoemde klachtenlijst van de ISO niet heeft geleid tot vervolgstappen? Kunt u aangeven wat de reden hiervoor is?

    De ISO inventarisatie bevatte 343 klachten van studenten die gaan over 113 verschillende opleidingen. De inspectie heeft geconcludeerd dat acht klachten gegrond zijn en dat de richtlijnen niet goed zijn nageleefd. Als vervolgstap heeft de inspectie de betreffende instellingen hierop aangesproken. De betreffende instellingen hebben aangegeven de informatievoorziening te verbeteren. Zoals ook uit het artikel blijkt zijn enkele instellingen begonnen met een terugbetalingsregeling. De inspectie checkt na een redelijke termijn of de verbeteringen ook daadwerkelijk zijn doorgevoerd. Het is nog niet nodig gebleken om sancties op te leggen.
    Uit het onderzoek van de inspectie blijkt ook dat studenten klachten niet melden bij de instelling. Als studenten twijfels hebben over kosten bij opleidingen dan kunnen zij een klacht indienen bij de opleiding. Indien de student het niet eens is met het besluit van de instelling dan kan de student in bezwaar gaan bij de instelling. Daarna kunnen zij zich eventueel wenden tot het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO). Als blijkt dat instellingen zich niet aan de wet houden, zal de inspectie hen hierop aanspreken en zo nodig handhavend optreden.

  • Vraag 9
    Klopt het dat de Onderwijsinspectie alleen een vervolgonderzoek gaat starten als er veel klachten van studenten binnen komen, maar dat studenten niet weten dat extra kosten die instellingen vragen niet altijd worden toegestaan door de wetgever en zij bovendien niet op de hoogte zijn welke weg bewandeld moet worden als er een klacht is over de extra kosten?

    Met de brief van 28 april 2015 over de ruimte voor het vragen van een eigen bijdrage naast het collegegeld is aan instellingen en studenten duidelijkheid gegeven over in welke situaties een bijdrage gevraagd mag worden. De inspectie kan als zij daartoe aanleiding ziet een instelling om opheldering vragen. Voor de duidelijkheid merk ik hierbij op dat de inspectie geen individuele klachten afhandelt. Als de inspectie klachten of meldingen binnenkrijgt over mogelijk onterecht in rekening gebrachte kosten, wijst zij de klager erop dat hij zijn klacht binnen de daartoe aangewezen procedures van de instelling moet aankaarten. Ik kan me voorstellen dat studenten niet altijd weten dat een gratis alternatief voorhanden is of hoe zij een klacht kunnen indienen bij de instelling. Het is aan de instellingen daar duidelijke informatie over te geven aan de student.

  • Vraag 10
    Bent u bereid, gezien het feit dat haar voorganger de instellingen in 2015 al heeft gewezen op de voorwaarden voor het doorberekenen van extra kosten, maar er nog steeds instellingen zijn die zich niet houden aan de wettelijke bepalingen hieromtrent, de inspectie op te dragen nader onderzoek te doen naar de instellingen waar dit voorkomt en indien nodig handhavingsmaatregelen op te leggen?

    Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 8 heeft de inspectie onderzoek gedaan op basis van de inventarisatie van het ISO uit 2017. Ik zie daarom op dit moment geen aanleiding om de inspectie opdracht te geven nader onderzoek te doen. Ik vind het op dit moment vooral van belang dat de informatieverstrekking door de instellingen verbetert zodat studenten op de hoogte zijn van gratis alternatieven en de wijze waarop zij een klacht kunnen indienen bij de instelling. Ik zal dit onderwerp daarom in mijn bestuurlijk overleg met de VSNU en de VH ter sprake brengen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z02197
Volledige titel: Het bericht 'Verplicht op eigen kosten naar New York voor een paar studiepunten'
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-1363
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van der Molen inzake het bericht 'Verplicht op eigen kosten naar New York voor een paar studiepunten'