Kamervraag 2018Z01233

Het gevaar van rechts-extremisme

Ingediend 26 januari 2018
Beantwoord 14 februari 2018 (na 19 dagen)
Indiener Attje Kuiken (PvdA)
Beantwoord door Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen recht staatsrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z01233.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-1162.html
  • Vraag 1
    Herinnert u zich uw eerdere antwoorden op de Kamervragen over het gevaar van rechts-extremisme?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Heeft het Openbaar Ministerie (OM) ambtshalve vervolging ingesteld tegen de uitlatingen van een Erkenbrand-bezoeker, zoals genoemd in de eerdere vragen 5 en 6 en die volgens uw antwoorden mogelijk strafbaar zouden kunnen zijn op grond van artikel 137c en/of 137d van het Wetboek Strafrecht? Zo ja, in welke fase bevindt zich deze vervolging? Zo nee, kent u de afwegingen van het OM om van vervolging af te zien?

    In de antwoorden op de door u aangehaalde Kamervragen is aangegeven dat het hier uitlatingen betreft die mogelijk strafbaar zouden kunnen zijn op grond van artikel 137c en/of artikel 137d Sr. (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 844). Voor de vraag of er daadwerkelijk sprake is van strafbare uitingen en een bewijsbare en vervolgbare zaak, zou nader (opsporings)onderzoek moeten worden gedaan.
    Het OM is echter niet bekend met een aangifte, zodat nader (opsporings)onderzoek in beginsel niet in de rede ligt. Het is aan het OM om te besluiten over het starten van een (opsporings)onderzoek. In die onafhankelijke oordeelsvorming van het OM past mij als Minister van Justitie en Veiligheid geen rol.

  • Vraag 3
    Is er inmiddels wel aangifte gedaan vanwege bovengenoemde uitlatingen?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Kan de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), als uit onderzoek naar potentiele verstoring van de democratische rechtsorde blijkt dat een (kandidaat-)politicus of lid van een politieke partij daadwerkelijk een bedreiging voor de democratische rechtsorde zou kunnen betekenen, de desbetreffende politieke partij daarvan op de hoogte brengen? Zo ja, op grond waarvan en gebeurt dit in de praktijk ook? Zo nee, waarom niet?

    De AIVD kan vanuit zijn taakuitvoering onderzoek doen naar personen of organisaties die door de doelen die zij nastreven of door hun activiteiten aanleiding geven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde (WIV2002, artikel 6, lid 2 onder a). Indien uit onderzoek blijkt dat van een (kandidaat-)politicus een dergelijke dreiging uitgaat, kan de AIVD de partijvoorzitter hiervan op de hoogte stellen middels een ambtsbericht. Over eventuele individuele gevallen worden geen uitspraken gedaan.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z01233
Volledige titel: Het gevaar van rechts-extremisme
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-1162
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Kuiken over het gevaar van rechts-extremisme